DE VALKUILEN VAN HET LINEARISME
2007 kondigt zich economisch als een meer dan behoorlijk jaar aan. Meer dan een onzekerheid kan echter roet in het eten gooien.
Ik denk dan aan een forse duikvlucht van de dollar en/of de aandelenbeurzen, een zwaar doorzakken van de Amerikaanse economie, hernieuwde, spectaculaire stijgingen van de olieprijs en escalatie van de geopolitieke spanningen. Er lijkt in de hedendaagse conjunctuurprognose maar één absolute zekerheid te bestaan: de sneltrein van de Chinese economische groei zal aan hoog tempo blijven doorrazen.
Bij recente bezoeken aan Boston en Chicago kon ik enkele erg boeiende gesprekken voeren met Chinese studenten aan de vermaarde universiteiten daar. Elk van deze jonge Chinezen toonde zich erg fier over de evolutie in het moederland. Enkelen onder hen spraken tegelijkertijd enige verwondering uit over de manier waarop in het Westen over China wordt gedacht en gepraat. Meer bepaald komt het ‘ lineair denken rond China’ hen zeer vreemd over.
‘Lineair denken’ over China. Het concept ‘ lineair denken rond China’ slaat op het overheersende gevoel in het Westen dat de Chinese bomen tot in de hemel zullen groeien en misschien wel een stuk verder. Chinese studenten in Boston en Chicago taxeren dit als een merkwaardige houding gezien wat één van hen omschreef als “de merkwaardige historische consistentie waarmee de Chinese elite zichzelf door de eeuwen heen in de voet schiet”. Meer concreet bedoelde hij dat het verleden van het moederland rijkelijk wordt gekenmerkt door enorme beleidsblunders van de regerende klasse.
Idiote beslissingen. Het gaat niet alleen om de opeenvolging van idiote beslissingen ten tijde van de grote voorman Mao. De wijze waarop de Yuang- en de Mingdynastieën in de periode tussen de 13e en de 17e eeuw zichzelf de nek omwrongen, past perfect in het plaatje. In zijn boek The Great Divergence. China, Europe, and the Making of the Modern World (2000, Princeton University Press) documenteert de Amerikaanse historicus Kenneth Pommerantz uitgebreid dit vaak over het hoofd geziene kenmerk van de Chinese geschiedenis.
Recessie. Houdt dit in dat we maar meteen de heel andere kant uit moeten en de grootste twijfels moeten koesteren over de toekomst van China? Helemaal niet. Het enige wat de Chinese studenten en het boek van Pommerantz ons leren, is dat we niet naïef lineair over China mogen denken. Er kan nog veel fout lopen en dan bedoel ik niet van die klassieke beleidsfouten die al eens een recessie veroorzaken.
Chinese machthebbers kunnen klok terugdraaien. Ik heb het dan over fouten die de trein echt uit de rails lichten en jaren zoniet decennia vergen om gecorrigeerd te raken. Zo bestond er bij mijn gesprekspartners in Chicago niet de minste twijfel dat de huidige elite zich met hand en tand aan de macht zal vastklampen, zelfs als ze daarvoor de klok van het economische beleid met dertig jaar moet terugdraaien. “Westerse zakenlui en politici beschouwen dit als een quasi-onmogelijkheid. Elke Chinees die eerlijk is en zijn geschiedenis kent, kan zich alleen maar verbazen over zoveel naïviteit”, aldus een student.
China steekt VS naar kroon. China heeft alles om in de komende jaren een geweldige sociaaleconomische vooruitgang te boeken en nog voor het midden van de eeuw een ten minste even grote economie als de Amerikaanse te worden. Val echter niet van uw stoel als er kinken in de kabel komen die dit perspectief zwaar moeten nuanceren, ja zelfs naar de prullenmand van de geschiedenis moeten verwijzen.
De auteur is directeur van de denktank VKW Metena.
De column ‘De blik van… ‘ verschijnt wekelijks, met Johan Van Overtveldt en Rudy Aernoudt in een beurtrol.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier