De Turkse ster taant

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Turkije gold als het beloofde land onder de opkomende economieën, maar het volksoproer en het traangas leggen de broosheid van zijn steile economische opgang bloot. Als de buitenlandse financiers het hazenpad kiezen, kan het snel bergaf gaan met het land.

Twee miljoen vierkante meter. Dat is de gezamenlijke oppervlakte van de winkelcentra die in Istanboel in aanbouw zijn, volgens de internationale vastgoedmakelaar CBRE. Toch wilde premier Recep Tayyip Erdogan er nog een shoppingcentrum bij. Dat daarvoor het Gezipark moest sneuvelen — een van de laatste groene oases in het hart van de miljoenenstad — was voor hem geen punt. Voor veel bewoners van Istanboel en andere Turkse steden is het genoeg geweest. Met tienduizenden trokken ze de straten op. De wereld kreeg bruut politiegeweld te zien op het Taksimplein in Istanboel, het zakelijke hart van de Turkse economie.

Opeens valt Turkije uit zijn rol als het beloofde land onder de opkomende economieën. In zijn tienjarige bewind heeft Erdogan dan wel het sterke Turkse leger gemuilkorfd en stabiliteit gebracht, maar geleidelijk aan leek hij zich almachtig en onaantastbaar te voelen. De veelkleurige stedelijke helft van het electoraat pikt het niet langer dat het groen moet wijken voor winkelcentra en andere megaprojecten, dat kritische journalisten worden ontslagen of in de gevangenis gegooid, en dat de alcoholverkoop wordt beperkt.

Cement

De voorliefde van Erdogan en de Turkse betonboeren voor winkelcentra wijst ook op een groeiend kortetermijndenken. Toen Erdogan en zijn AK-partij aan de macht kwamen, bouwden ze voort op de moedige hervormingen van Kemal Dervis, die tot dan minister van Economie was. Daardoor kon het land zich relatief snel herstellen van een zware economische crisis begin jaren 2000. Er kwam een economische dynamiek op gang die welvaart bracht voor velen.

Tegelijk hield Erdogan de overheidsboekhouding in de gaten. De overheidsschuld daalde van bijna 80 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2001 tot 36 procent vorig jaar. De kredietbeoordelaars Fitch en Moody’s promoveerden Turkije tot ‘investment grade’, het label van goede kredietwaardigheid.

Maar daarmee was Turkije nog geen moderne economie. De bouw- en infrastructuurprojecten maakten van het land de zesde cementproducent ter wereld en de tweede producent van vlakglas. Dankzij troeven als zijn ondernemersspirit en zijn lage loonkosten is Turkije de grootste fabrikant van tv-toestellen en autobussen in Europa. Allemaal producten die andere landen ook kunnen maken. Om te wedijveren met de top zal Erdogan moeten investeren in toegevoegde waarde en hightech.

Onderwijs is een belangrijke sleutel, en daar knijpt het schoentje, aldus Bahadir Kaleagasi, internationaal coördinator van de Turkse werkgeversvereniging Tusiad. “Turkije heeft enkele uitstekende universiteiten, maar het gemiddelde niveau van ons onderwijs is te laag”, aldus Bahadir. “We moeten investeren in onderwijs voor de 21ste eeuw.”

Andere pijnpunten zijn de bureaucratie en de dominantie van grote familiale conglomeraten. Dat creëert het gevaar van oligarchieën en een ons-kent-ons-economie. “Een Belgisch bedrijf haalde hier onlangs een grote aanbesteding binnen, maar het heeft die onder grote druk moeten laten schieten”, zegt een Belg die al jaren in het land woont en werkt. “In ruil kreeg het bedrijf een paar kleinere contracten. Het is niet zo moeilijk om een Turkse aanbesteding in de wacht te slepen, wel om die te houden.”

Speculatief geld

Het zwaard van Damocles boven de Turkse economie is het tekort op de lopende rekening, dat al jaren koppig rond 6 à 7 procent van het bbp blijft hangen. Een flink stuk van dat tekort is te wijten aan de olie- en gasinvoer, bij gebrek aan eigen bronnen. Een andere verklaring zijn de koopgrage Turken, die hun toegenomen welstand besteden aan geïmporteerde goederen.

Het grote tekort op de lopende rekening is een “kritieke kwetsbaarheid”, aldus de Wereldbank in een rapport begin dit jaar. Amper een vijfde van het tekort is gefinancierd door buitenlandse investeringen en ander kapitaal op lange termijn. Een te groot deel van de rest komt van speculatief geld, dat bij het minste onraad het land uit vlucht. In dat geval tuimelt de lira omlaag, schieten de intrestvoeten omhoog en krimpt de economie.

Dat kan snel gaan, zeker als het protest breed uitdijt. Hoe groot is die kans? “Ik woon op een halfuur rijden van het Taksimplein, het zwaartepunt van de protesten”, zegt de Vlaamse Ann Dewaele, adjunct-CEO van de Turkse verzekeraar Aksigorta. “Zelfs in mijn wijk worden elke avond tussen negen en tien uur de potten en pannen bovengehaald om lawaai te maken uit solidariteit met de manifestanten. Het protest komt niet van een kleine minderheid, het is verspreid over heel Istanboel, in alle bevolkingslagen.”

Afgaand op de reactie van Erdogan — hij noemde de manifestanten “extremisten” en “plunderaars” — lijkt verzoening veraf. De speculanten hebben het nu al moeilijk om hun zenuwen onder controle te houden. Vorige week maandag, de eerste beursdag na de uitbraak van de volkswoede, kreeg de index van Istanboel een klap van meer dan 10 procent.

Sommigen zien daarin een gezonde correctie, na het historische record dat de beursindex in mei neerzette. Onheilspellender is de stijgende rente op Turkse overheidsobligaties. De rente op tienjarige obligaties in dollar is vorige week zowat een half procentpunt gestegen, tot meer dan 4 procent. De rente op driejarige obligaties sprong vorige week dinsdag van 1,56 tot boven 2 procent, en steeg verder tot 2,40 procent vorige maandagmiddag.

Na de tekenen van een economische heropleving in de Verenigde Staten zijn internationale beleggers zich aan het terugtrekken uit de opkomende economieën. Het is voor Turkije niet het moment om negatieve aandacht te trekken. Maar dat lijkt Erdogan de minste zorg. In een toespraak tot zijn aanhangers vorige week zei hij dat “geen enkele macht Turkije kan stoppen, behalve God.” De Turken verdienen beter dan zo veel wereldvreemdheid.

JOZEF VANGELDER

Het grote tekort op de lopende rekening is een “kritieke kwetsbaarheid”, aldus de Wereldbank in een rapport begin dit jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content