De tijd is rijp voor een structurele verandering van het belastingstelsel

In april 2010 brachten zowel Nederland als Groot-Brittannië een lijvige strategische nota uit om hun belastingstelsel aan te passen aan de noden en normen van de 21ste eeuw. Opvallend is dat beide documenten – opgesteld door eminente fiscalisten uit de betrokken landen – tot gelijkaardige conclusies komen. Door de jaren heen is ons belastingstelsel zo complex geworden dat niemand het bos nog door de bomen ziet. De oplossing ligt in een verbreding van de belastbare grondslag en een tariefverlaging.

“Als gevolg van de financiële crisis moeten de Europese overheden dringend het roer omgooien”, zegt André Claes, topman van het internationaal advieskantoor Deloitte. “Enerzijds was de fiscale druk nog nooit zo hoog, anderzijds kampen de lidstaten met een enorm begrotingstekort. De tijd is rijp voor een structurele verandering van het belastingstelsel. Anders dreigen we met de hete adem van de nieuwe economieën in onze nek de concurrentieboot definitief te missen. Daarom pleit ik naar het voorbeeld van Nederland en Groot-Brittannië voor de oprichting van een multidisciplinaire werkgroep om tegen 2012 – vijftig jaar na de laatste grote belastinghervorming in ons land – een langetermijnvisie over de fiscaliteit in België uit te werken. Het Verenigd Koninkrijk kende drie maanden geleden een machtswissel en toch zet de nieuwe eerste minister David Cameron van de Conservatieve Partij het beleid van het Mirrlees Review – een initiatief van de socialisten – voort. Een duidelijk voorbeeld van efficiëntie.”

Nederlands voorbeeld

In haar rapport ‘Continuïteit en Vernieuwing’ komt de Nederlandse Studiecommissie Belastingstelsel onder leiding van professor van Stef van Weeghel, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, tot de conclusie dat een budgetneutrale hervorming de welvaart kan doen stijgen. Zij verdedigt een verbreding van de grondslag en verlaging van de tarieven in de inkomstenbelasting. Dit is gunstig voor de economische groei. Daarom vindt de studiecommissie dat de Nederlandse regering dringend het mes moet zetten in de talrijke aftrekposten en vrijstellingen. Zo stelt ze voor geleidelijk te stoppen met de overmatige subsidie op de eigen woning in Nederland.

Uit het onderzoek blijkt ook dat vennootschapsbelasting de economie het meest verstoort. Daarom pleit de commissie voor een daling van de aanslagvoeten. Anders droogt de stroom van buitenlandse én binnenlandse investeringen op. Claes: “De overheid moet buitenlandse investeringen stimuleren om zo de belastingbasis te verbreden. Die maatregelen hebben een gunstige kosten-batenverhouding. Budgettair betekenen bedrijfsbelastingen slechts 7 procent van de totale fiscale inkomsten. Aan de andere kant trekt een ondernemingsvriendelijke fiscaliteit kapitaal en werkgelegenheid aan.”

Voorts breekt de Nederlandse werkgroep een lans voor de afschaffing van de discriminatie tussen vreemd en eigen vermogen. Claes: “Hiermee zit ze op dezelfde lijn als onze notionele interest. Daarmee zet België de toon en zou stabiliteit de boodschap moeten zijn. Dat trekt binnen- én buitenlandse investeringen aan. Bedrijven hebben grote nood aan fiscale rechtszekerheid, zoals de Tax Certainty Survey van Deloitte aantoont. Dat is van belang voor de aanwezigheid van hoofdkantoren in een land. Die hebben een positief effect op de economie. Om werkelijk attractief te zijn, moet volgens de studiecommissie de heffing op intresten naar 10 procent.”

Ten slotte besluit de Nederlandse Studiecommissie Belastingstelsel dat nationale belastingen in de strijd tegen de opwarming van de aarde weliswaar belangrijk zijn, maar zonder mondiale of Europese aanpak niet meer dan een beperkt instrumentarium tot verbetering kunnen bieden.

E. P.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content