Energieparadox: ‘De prijs van fossiele brandstoffen kan nog fel dalen als ons klimaatbeleid slaagt’

Machiel Muilder, Rijksuniversiteit Groningen. © Rijksuniversiteit Groningen
Sebastien Marien
Sebastien Marien Redacteur bij Trends

De wet van vraag en aanbod maakt dat fossiele brandstoffen goedkoper worden naarmate we meer elektriciteit verbruiken met warmtepompen en elektrische auto’s. Riskeren we dat olie en gas financieel aantrekkelijk worden, hoewel we het omgekeerde betrachten? Machiel Mulder, energie-econoom aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt uit wat ons te wachten staat.

Bovenstaande redenering is een vreemde paradox, maar klopt ze ook?

MACHIEL MULDER. “Als we de energiemarkt in de toekomst willen begrijpen, is het nuttig om naar de huidige situatie te kijken. Traditioneel zijn we gewend dat de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, haar productie afstemt op de vraag, met als doel de prijs te sturen en haar winst te maximaliseren. Als de OPEC echt zou verwachten dat de vraag naar olie daalt, zou ze de productie nooit verminderen in de mate dat ze dat nu doet. Dan zouden die landen juist meer produceren om nog optimaal van de huidige vraag te profiteren. Het feit dat die landen – met Saudi-Arabië op kop – de productie verminderen, geeft aan dat ze op termijn een hogere vraag verwachten. Uit prognoses blijkt dat de vraag naar olie en gas een piek bereikt in 2030, waarna de vraag zal afnemen. Maar de OPEC-landen verwachten kennelijk dat het niet zo’n vaart zal lopen.”

De OPEC-landen lijken steeds meer de controle te verliezen, want hun productieverminderingen beïnvloeden steeds minder de prijs. Het maakt dat de Verenigde Staten, en andere landen die niet tot de OPEC behoren, hun kans zien om meer te produceren.

MULDER. “De OPEC wordt in haar macht beperkt door competitive fringe door de olieproducerende landen die niet zijn aangesloten bij de OPEC. De marginale kosten van die competitive fringe beperken de mate waarin de OPEC een hogere prijs kan nastreven. Het kartel is sowieso minder machtig in een periode waarin de vraag laag is. De OPEC is sterk in prijssturing wanneer de vraag hoog is en alle spelers tegen overcapaciteit aanlopen. “

‘Elektriciteit zal eerst duurder worden voor de consument, maar op de lange termijn zal ze goedkoper worden’

Machiel Mulder, energie-econoom Rijksuniversiteit Groningen

Als de vraag naar fossiele brandstoffen afneemt vanaf 2030, zoals het International Energy Agency (IEA) voorspelt, dan kan de OPEC toch steeds meer haar greep verliezen? Zullen fossiele brandstoffen dan goedkoper worden?

MULDER. “Er spelen nog veel andere factoren mee, zoals de economische groei en geopolitieke kwesties. De OPEC kan ook trachten om akkoorden te sluiten om zo weer vat te krijgen op de prijs. Maar op heel lange termijn zal in een scenario waarin de vraag afneemt, de prijs worden bepaald door de marginale kosten van de competitive fringe. Als de OPEC dan haar capaciteit ver terugschroeft, zullen de niet-OPEC-landen de tekorten aanvullen met hun overcapaciteit. De prijs van fossiele brandstoffen kan dan tot ver onder de huidige marktprijs dalen, maar dus alléén als ons klimaatbeleid effectief blijkt te zijn. In dat geval zal de lagere vraag sterker wegen dan het effect van de economische groei.”

Als we met zijn allen overschakelen op warmtepompen en elektrische auto’s, dan zal de vraag naar elektriciteit enorm toenemen. Tegelijk moet de netwerkoperatoren enorme investeringen doen. Dan zal de elektriciteitsprijs toch stijgen?

MULDER. “We moeten een onderscheid maken tussen de prijs die we betalen voor de commodity elektriciteit en de prijs die we betalen aan de netbeheerder. Op de korte termijn zal die netbeheerder hogere kosten aanrekenen, terwijl de elektriciteitsprijs verder gestuurd wordt door de gasprijs. Elektriciteit zal dus eerst duurder worden voor de consument, maar op de lange termijn zal ze goedkoper worden. Overheden willen tegen 2040 onafhankelijk zijn van gascentrales. In de plaats zal er een groter aanbod zijn van zonne- en windenergie, aangevuld met kernenergie. Zo wordt de prijs van elektriciteit op lange termijn gelijk aan de marginale kosten voor de producenten. Technologische ontwikkelingen zullen die kosten nog meer drukken, terwijl investeringen minder wegen op het tarief van de netbeheerder.

Eerst duurdere elektriciteit dus, en pas op lange termijn goedkoper. Als de olieprijs daalt op een moment dat de elektriciteitsprijzen de hoogte ingaan, zullen overheden moeten bijsturen.

MULDER. “Het Emission Trading System (ETS) van de EU zal daarin een belangrijke rol spelen. Dat zorgt er nu al voor dat de industrie en andere grootverbruikers een prijs betalen voor hun CO2-uitstoot. Vanaf 2027 wordt dat systeem uitgebreid naar transportmiddelen en brandstoffen voor verwarming. Als fossiele brandstoffen goedkoper worden, willen mensen er meer gebruik van maken, maar dan hebben Belgische bedrijven ook meer emissierechten nodig, wat leidt tot een hogere CO2-prijs. De overheid kan daarnaast de accijnzen op CO2 verhogen om het verbruik van olie en gas verder te beperken. Vanaf 2035 worden geen auto’s met verbrandingsmotor meer verkocht en dat zal het verbruik nog meer drukken. Het ingrijpen van de overheden is cruciaal.”

‘Lidstaten zijn vrij om de accijnzen op energie te verlagen als de druk op huishoudens te groot wordt’

Machiel Mulder, energie-econoom Rijksuniversiteit Groningen

Als de CO2-prijzen de hoogte ingaan, dan straft het ETS toch vooral de mensen die niet de middelen hebben voor warmtepompen en elektrische auto’s?

MULDER. “Dat zal meevallen. Emissierechten worden verhandeld via een veiling. 25 procent van de inkomsten van de veiling komt terecht in een Europees Sociaal Klimaatfonds en de bedoeling is dat de lidstaten dit geld gebruiken om mensen te ondersteunen die niet kunnen volgen in de klimaattransitie. Los daarvan zijn lidstaten nog altijd vrij om de accijnzen op energie te verlagen als de druk op huishoudens te groot wordt.

Desondanks blijven we wel lang afhankelijk van vervuilende gascentrales voor onze elektriciteitswinning?

MULDER. “Klopt, want met alleen hernieuwbare energie komen we er niet. Op momenten met weinig wind of zon is er schaarste en dat verhoogt de stroomprijzen. Uit een Nederlandse studie kwam kernenergie naar voren als de meest rendabele oplossing en daarom bouwt Nederland twee centrales. Maar in de tussentijd zijn we op gas aangewezen. Nederland is gestopt met de gaswinning in Groningen, maar onze overheid gaat wel de productie in de Noordzee verhogen. Zelf produceren blijft het goedkoopste.

“De vraag naar aardgas zal nog lang hoog blijven en dat wordt mee bepaald door de elektrificatie. Naarmate we voor verwarming en transport overschakelen op elektriciteit, zal zonne- en windenergie onvoldoende blijken om de vraag aan te kunnen.”

Lees ook:

Partner Content