De aula in verval

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Op 25 september gaan de universiteitspoorten weer open. Veel kans dat het piepende poorten zijn, want de universiteitsgebouwen hebben last van ouderdomsverschijnselen. Renovatie is vaak urgent, maar de bouw van nieuwe onderzoekscentra en laboratoria beperkt de budgettaire ruimte. Moeten de universiteiten anders met hun patrimonium omgaan?

“Het patrimonium van de universiteiten wordt stiefmoederlijk behandeld. Er is de laatste jaren veel geld geïnvesteerd in bijkomend universitair onderzoek, het blijft evenwel wachten op een gelijkaardige impuls voor de universiteitsgebouwen. Men teert op wat er in het verleden is gespendeerd. Maar we zijn nu op een punt gekomen dat veel gebouwen aan renovatie toe zijn.” De boodschap van professor Vic Goedseels, algemeen beheerder van de KU Leuven, is duidelijk: het universiteitspatrimonium heeft nood aan een zuurstofkuur. Hij illustreert een en ander met een rekensommetje voor zijn eigen universiteit. De KU Leuven heeft een investeringsprogramma voor de volgende tien jaar van 10,5 miljard frank. “Reële geïdentificeerde noden,” benadrukt de professor. Jaarlijks ontvangt de universiteit zo’n 370 miljoen frank (tot 2000 was dit ‘slechts’ 270 miljoen) overheidssubsidie voor haar patrimonium. Bij dit bedrag (3,7 miljard voor tien jaar) voegt de KU Leuven zelf ongeveer een derde van haar gebudgetteerde inkomsten. Het resultaat is een realistisch investeringsbudget van 5,2 miljard frank voor tien jaar. “Dat is dus ongeveer de helft van de reële behoefte,” becommentarieert Vic Goedseels, “En het betekent dat de staat van de gebouwen verder achteruitgaat. We zitten dus in een continu proces van verval.”

Vic Goedseels staat niet alleen met zijn vraag naar extra middelen. Tijdens onze rondgang langs de drie grootste Vlaamse universiteiten (KU Leuven, Universiteit Gent en Universiteit Antwerpen) krijgen we telkens dezelfde jammerklacht te horen. Binnen de Vlaams Interuniversitaire Raad hebben ze het zelfs eens berekend: de investeringstoelagen die de universiteiten ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap dekken amper 26% van de investeringsbehoeften. Schuiven de universiteiten gewoon aan in de lange rij van ‘misdeelden’ die hopen wat mee te pikken van de extra budgettaire ruimte? Of is de vraag echt wel gewettigd? Feit is dat onze universiteiten met een zware historische erfenis zitten. De oudere universiteiten KU Leuven, Universiteit Gent en Ufsia zijn voor een groot deel gehuisvest in oude panden, vaak zelfs beschermde gebouwen. Het instandhouden van dit patrimonium en het aanpassen aan de hedendaagse eisen (brandveiligheid, toegankelijkheid voor gehandicapten) kost handenvol geld. En de verhouding bruto-opppervlakte tegenover netto-oppervlakte ligt in oude gebouwen veel slechter.

Een andere kostenhandicap waar de oude universiteiten mee worstelen, is de grote spreiding van de verschillende campussen. Andreas De Leenheer, vice-rector van de Universiteit Gent: “Een centralistisch model, zoals in de Verenigde Staten, is natuurlijk veel goedkoper omdat je gemeenschappelijke faciliteiten kunt opzetten. In ons gespreide model moeten we een aantal faciliteiten zoals catering en onthaal steeds hernemen. Het voordeel van ons model is dat de universiteit sociaal is ingebed in het stadsleven. De UCL heeft zelfs een stad op zich gecreëerd, Louvain-la-Neuve. Ik denk niet dat dat zo aantrekkelijk is. Je verstoort zo de waardevolle participatie van de studenten aan het maatschappelijke leven in de stad.”

Ook UIA, RUCA, KULAK, KU Brussel, VUB en LUC, de zogenaamde jonge garde, zijn ondertussen twintigers of dertigers en voelen dat aan hun gebouwen. Her en der steekt er betonrot op, daken zijn aan vervanging toe, technische installaties raken verouderd. Eddy Smedts, gebouwenbeheerder van de UIA en RUCA geeft een voorbeeld: “We zijn nu een gebouw aan het renoveren op de Groenenborger-campus. Een geval van betonrot. Gewoon om het gebouw te behouden, kost ons dat 7 miljoen frank.”

Niet alleen het verleden speelt de universiteiten parten. Ook toekomstgericht onderzoek (biotechnologie, micro-elektronica) zorgt voor zware investeringslasten. Het is paradoxaal dat juist bijkomende middelen voor dit onderzoek de universiteiten in nauwe schoentjes plaatst. “Er is inderdaad van overheidswege geld vrijgemaakt voor dit onderzoek, maar we mogen dat niet in bakstenen steken,” reageert vice-rector Andreas De Leenheer. “Het geld is bedoeld om de onderzoekers en het onderzoek te betalen. Helaas betekent bijkomend onderzoek ook bijkomende huisvestingsnoden. Dat moeten we dus uit eigen zak betalen. En het gaat om serieuze bedragen. Op het Technologiepark in Zwijnaarde starten we binnenkort met de bouw van twee nieuwe blokken: laboratoria voor de biotechnologie en een technolab met cleanrooms voor de micro-electronica. Gezamenlijke kostprijs: 1,2 miljard frank.”

Genereert dat onderzoek op termijn geen nieuwe inkomsten voor de universiteiten? Andreas De Leenheer: “Voor een aantal sectoren ligt dat wel in de bedoeling. Maar je kan moeilijk zeggen: ‘We gaan nu voor 5 miljard frank bouwen want over tien jaar levert ons dat toch lucratieve patenten op’.” Vic Goedseels voegt eraan toe dat ook de toenemende eisen voor de onderzoeksomgeving voor een flinke hap uit zijn infrastructuurbudget zorgen. De wetenschapper van vandaag heeft nood aan duurdere laboratoria dan zijn collega van tien jaar geleden. De wetgever heeft immers strengere normen vastgelegd op het vlak van veiligheid, bioveiligheid (voorkomen dat er genetisch gemodificeerde organismen in het milieu geraken) en milieu.

Diezelfde wetgever heeft ook bepaald dat de studentenkamers aan bepaalde normen (minimumoppervlakte en -voorzieningen) moeten voldoen. Aangezien de meeste universiteiten nog een aantal studentenhuizen in eigen beheer hebben, betekent dit opnieuw aanpassingswerken en kosten. En zijn er ook nieuwe noden voor het onderwijs? Bekabeling in de gebouwen blijkt op dit vlak de grootste uitgavenpost te zijn. De technologie kost voorlopig dus nog geld. Het ogenblik dat e-learning de dure gebouwen overbodig maakt, lijkt nog niet voor morgen.

Vanwege de hoge kostprijs van kantoorruimte gaan steeds meer bedrijven innovatief en efficiënt om met de werkplaatsen voor het personeel. Kunnen ook de universiteiten de hoge factuur voor hun patrimonium niet wat drukken door efficiënter om te gaan met de beschikbare ruimte? Volgens vice-rector Andreas De Leenheer neemt de Universiteit Gent al enige tijd initiatieven in die zin: “Voor het onderzoek wijzen we nu ruimten toe aan projecten in plaats van aan de vakgroepen. Een project is per definitie eindig. Eens het project is afgelopen, komt het lokaal dus terug op de ‘markt’. In het verleden werden lokalen als het ware voor het leven toegewezen aan professoren. Nu kijken we naar de aanwijsbare noden.” In de drie universiteiten is er ook een duidelijke tendens om het onderhoud en het beheer van gebouw meer en meer uit te besteden. Elke universiteit beschikt nog wel over een team van vaklui en klusjesmannen die standby staan voor kleine herstellingswerken, maar grotere werken gaan naar de privé-sector.

Men kan zich ook de vraag stellen of de functie van ‘kotbaas’ binnen de universitaire opdracht past.

“We hebben die discussie intern gevoerd,” zegt Mark Verbruggen, hoofd technische dienst van Ufsia, “en we zijn tot de slotsom gekomen dat we ons inderdaad beter beperken tot onze kernopdrachten: onderwijs en onderzoek. Onze peda, het Prinsenhof, houden we wel aan. Heel wat ouders vragen nog naar zo’n beschermde huisvesting.”

De Gentse universiteit is niet van plan haar studentenkamers af te stoten. De universiteit gebruikt de 1400 kamers die ze verhuurt om de prijszetting te beïnvloeden: “Het is een sociaal geïnspireerd initiatief,” zegt de vice-rector. “We willen vermijden dat de prijzen de pan uit swingen. Maar we laten ruimte voor privé-initiatief. Ik schat dat er alleen al voor de universiteitsstudenten zo’n 10.000 kamers worden verhuurd in Gent.” De KU Leuven verhuurt met dezelfde motivatie ongeveer 3400 kamers.

Er zouden ook extra middelen kunnen worden gezocht bij het bedrijfsleven. In de Verenigde Staten gebeurt het wel vaker dat een bedrijf een faculteitsgebouw of een bibliotheek sponsort. Kan dit niet in Vlaanderen? De Janssen Pharmaceutica Building voor het nieuwe faculteitsgebouw van geneeskunde bijvoorbeeld. “Daar zijn we hier nog niet aan toe,” stelt Rudy Smedts. “Ofwel zijn onze bedrijven niet groot genoeg, ofwel ligt het niet in onze cultuur.”

Vic Goedseels houdt het op het laatste. “In de Verenigde Staten is er een echte cultuur en traditie van fundraising. Dat heb je hier niet. Bedrijven zijn stilaan wel bereid om projecten te sponsoren. Maar ik denk dat men bij de meeste bedrijven van oordeel is dat het de overheid is die moet zorgen voor de infrastructuur van de universiteiten.”

De drie universiteiten die we bezochten hebben een totale vloeroppervlakte van meer dan 2 miljoen vierkante meter. De gezamenlijke waarde van hun patrimonium bedraagt naar schatting 52 miljard frank. Een overzicht van klein naar groot.

Universiteit Antwerpen (UA)

ùTotale vloeroppervlakte: 247.000 m² (Ufsia 110.000 m², UIA 75.000 m², RUCA 62.000 m²). Het Academisch Ziekenhuis wordt niet meegeteld omdat het een aparte juridische entiteit vormt.

ùWaarde van het patrimonium: 10,9 miljard frank verzekeringswaarde (Ufsia 5 miljard, UIA 2,9 miljard, RUCA 3 miljard).

ùAantal studenten (1999): 9283 (Ufsia: 3779, UIA 3176, RUCA 2328).

De Universiteit Antwerpen is in realiteit nog altijd een confederaal model van drie universiteiten. Er zit de laatste jaren evenwel schot in de eenmaking en dat vertaalt zich nu al in de huisvestingsplannen. Zo zal dierengeneeskunde van RUCA (nu nog eenzaam gelogeerd bij het Antwerpse slachthuis) tegen 2003 verhuizen naar de UIA-campus. De verplaatsing past in het ruimere initiatief om alle geneeskunde-opleidingen van RUCA over te brengen naar de UIA-campus, die aansluit bij het Academisch Ziekenhuis.

UIA kocht dan weer tegenover de Sint-Jacobskerk in hartje Antwerpen een pand en grond ( De Meerminne). Oorspronkelijk was het de bedoeling om in dit nog te bouwen complex een bibliotheek voor de faculteit menswetenschappen onder te brengen. Ufsia gaf evenwel een seintje dat naast haar Centrale Bibliotheek een pand vrijkomt, zodat het mogelijk wordt om de nieuwe bibliotheek te integreren in de bestaande Ufsia-bibliotheek. En zo zal ook geschieden.

UIA en RUCA (twee campussen: Groenenborger en Middelheim) zijn nu nog gevestigd in de Antwerpse deelgemeente Wilrijk. Ufsia is volledig gehuisvest in het centrum van Antwerpen. Het heeft een aantal historisch waardevolle panden in het patrimonium, onder meer het Hof van Liere, een zestiende-eeuws pand dat nu het centrale gebouw van Ufsia is, en Den Grooten Sot en Het Brantijser, twee onlangs gerenoveerde patriciërswoningen die de nieuwe Universiteit Antwerpen Management School ( UAMS, het vroegere IPO) herbergen. Momenteel bouwt Ufsia een nieuw complex met een groot auditorium (700 plaatsen) en zes kleinere lesruimten in de Kleine Kauwenberg.

Het nieuwe rectoraat van de UA komt waarschijnlijk in het voormalige klooster van de Grauwzusters (centrum van Antwerpen).

Universiteit Gent

ùTotale vloeroppervlakte: 600.000 m². Het Universitair Ziekenhuis wordt niet meegeteld omdat het een aparte juridische entiteit vormt.

ùWaarde van het patrimonium: 18,5 miljard frank verzekeringswaarde.

ùAantal studenten (1999): 24.000

De Universiteit Gent heeft dertien sites verspreid over heel Gent. Het overgrote deel is echter geconcentreerd in de binnenstad. Voor de komende tien jaar heeft de universiteit een renovatie- en nieuwbouwprogramma uitgewerkt met een prijskaartje van om en bij 10 miljard frank. Momenteel bouwt de universiteit een nieuw studentenhome (191 studio’s) in de De Pintenlaan, restaureert en renoveert ze voor de faculteit geneeskunde en gezondheidswetenschappen het Rommelaere Instituut (Kluiskensstraat) en restaureert ze ook het studentenrestaurant De Brug. De Universiteit Gent huurt ook jaarlijks voor circa 30 miljoen frank. Het gaat vooral om kantoorruimte, parkeerplaatsen en huisbewaarderswoningen.

KU Leuven

ùTotale vloeroppervlakte: 1.175.386 m². Dit is inclusief de 306.000 m² van de universitaire ziekenhuizen ( Gasthuisberg, Sint-Rafaël, Pellenberg en Lovenjoel) die in Leuven wel tot dezelfde juridische entiteit behoren.

ùWaarde van het patrimonium: meer dan 50 miljard frank (eigen berekening op basis van een nieuwbouwprijs van 45.000 m²)

ùAantal studenten (1999): 26.175

Ook de KU Leuven is sterk aanwezig in het stadscentrum. Naast een aantal kleinere sites in de omliggende gemeente zijn er nog belangrijke sites in de deelgemeente Heverlee (campus exacte wetenschappen) en in Gasthuisberg (biomedische wetenschappen). Een apart geval is de regionale campus van de KU Leuven in Kortrijk (KULAK: 21.163 m² vloeroppervlakte, 800 studenten). Ongeveer de helft (500.926 m²) van het Leuvense universiteitspatrimonium is bestemd voor academische doeleinden (onderwijs en onderzoek).

De oudste universiteit van het land zit opgescheept met een groot aantal oudere gebouwen: driekwart van de gebouwen is niet meer grondig gerenoveerd sinds 1974. Grote projecten die onlangs zijn opgestart: een nieuwe bibliotheek voor de exacte wetenschappen (in een oud celestijnenklooster in Heverlee) en een nieuwbouwproject in Gasthuisberg voor de centralisatie van de geneeskundefaculteit.

laurenz verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content