Daar zijn de Chinezen
Tefaf Maastricht is de belangrijkste kunst- en antiekbeurs ter wereld. En ook dé plek om een ‘state of the art’ van de mondiale kunstmarkt op te maken. Wordt China de grote slopkop? Of ligt Brazilië op de loer?
Volgende week — 15 maart — opent de kunst- en antiekbeurs Tefaf Maastricht. Het evenement is incontournable geworden voor de mondiale kunstwereld: de beurs is uitgegroeid tot een pop-upmuseum waar alles te koop is. Egyptische kunst, art premier, porselein, meubilair, munten, oude meesters, juwelen, antiek, hedendaagse en moderne kunst, harnassen: de eclectische mix is het beste wat er momenteel op de markt is. Nergens ter wereld zie je zo veel Fontana’s, Picasso’s, Richters, Egyptische beelden of antieke klokken als in Maastricht. Nergens ter wereld vind je een concentratie van zo veel topdealers in zo veel branches. En nergens ter wereld kan je zo goed de kunstmarkttrends lezen.
Explosieve groei
Opmerkelijke vaststelling: de kunstmarkt is zelden zo woelig geweest als de jongste vijf jaar. De financiële crisis had een zware impact. De markt is nog altijd niet rechtgekrabbeld. In 2009 zakte de omzet van de mondiale kunstmarkt nog met één derde. Het herstel in de jaren nadien is vooral te danken aan de groei van de Chinese en de Braziliaanse markt. Zij worden dé wereldmachten om in de gaten te houden op de internationale kunstmarkt.
De Chinezen kwamen het eerst oprukken. Hun nieuwe middenklasse ontdekte de voorbije jaren massaal het speculatieve potentieel van kunst, voornamelijk omdat de aandelen- en vastgoedmarkt in hun land stagneerden. Vooral oude schilderijen, antiek Chinees porselein en hedendaagse kunst blijken extreem liquide op de Chinese markt. De verkoopcijfers van kunst en antiek op veilingen stegen er in 2010 met 177 procent en in 2011 met nog eens 64 procent. Die ongezond snelle klim schudde de verhoudingen dooreen. In 2010 was China nog goed voor 33 procent van de kunstmarkt, in 2011 groeide dat aandeel tot bijna 40 procent. Dat maakte van de Chinese kunstmarkt de grootste ter wereld. Zelfs groter dan de Amerikaanse, die de voorbije decennia de markt domineerde. Ook in de Europese en Amerikaanse veilinghuizen steeg het percentage Aziatische kopers enorm. In 2009 ging wereldwijd 8 procent van de veilingloten naar een Aziaat, in 2011 al 21 procent. Met andere woorden: Chinezen kopen hun eigen patrimonium terug, maar ook dat van ons.
Terugval
Recentere cijfers over 2012 stellen dat beeld alweer wat bij. De groei op de Chinese kunstmarkt was weliswaar extreem in 2011, maar begon in 2012 alweer te krimpen. In 2012 halveerde de omzet van Poly Auction en China Guardian, de grootste twee Chinese veilinghuizen. En ook de Aziatische afdelingen van Sotheby’s en Christie’s verloren serieus terrein: respectievelijk 38 en 16 procent.
De reden? De economische situatie in China was troebeler in 2012: de economie groeide maar 8 procent, het laagste cijfer in tien jaar. En dat hield verzamelaars en speculanten wat tegen om even zwaar te investeren als voordien. Slecht nieuws voor de mondiale kunstmarkt op korte termijn, want de Chinese groei maskeerde het feit dat de Europese kunstmarkt aan het krimpen was. Wereldwijd werd vorig jaar 3,28 procent minder verkocht dan in 2011.
Maar wel goed nieuws voor de kunstmarkt op langere termijn: door de marktcorrectie in China groeien de omzet en het aantal Chinese verzamelaars nu weer op een gezonde manier. De Chinese markt wordt dus rijper en minder speculatief. Maar China moest daarvoor in 2012 alweer zijn koppositie op de kunstmarkt afstaan aan de Verenigde Staten.
Staatssteun
Ondanks de correctie valt de opmars van China als kunstmacht zeker niet te onderschatten. Terwijl op Tefaf geen enkele Chinese standhouder staat, zal het er volgende week gegarandeerd krioelen van de kapitaalkrachtige Chinese kopers. Chinese hedendaagse kunstenaars zijn ook aan een forse opmars bezig. Op veilingen halen zij recordprijzen, die niet moeten onderdoen voor de westerse ‘blue chip‘-artiesten als Jeff Koons, Gerhard Richter en Francis Bacon.
Hongkong groeide uit tot een van ‘s werelds grootste kunstpolen. Niet toevallig lanceert Art Basel na zijn beurzen in Basel en Miami dit jaar een derde filiaal in Hongkong. De nieuwe beurs met westerse en oosterse galeriehouders (eigenlijk een kosmopolitische update van de bestaande Art Hong Kong Fair) vindt plaats van 23 tot 26 mei. Dat is uitgerekend drie weken vóór Art Basel, traditioneel de hoogmis voor kopers van hedendaagse kunst.
De impact van Chinese veilinghuizen groeit ook almaar. De omzet van Christie’s Hong Kong bedroeg in 2009 amper 3 procent van de totale omzet van Christie’s. In 2012 was dat al 20 procent. En ook de lokale veilinghuizen worden snel wereldspelers. Poly International is sinds zijn oprichting in 2005 uitgegroeid tot een van de grootste veilinghuizen ter wereld, na Christie’s en Sotheby’s. Een straffe prestatie, want het kostte die Europese huizen eeuwen om uit te groeien tot de wereldspeler die Poly in nog geen decennium werd. Opmerkelijk: Poly wordt achter de schermen gesteund en gerund door de Communistische Partij. Meer nog: staatsinstituten zijn verplicht om hun kunst via Poly te kopen. Die ondoorzichtige staatsinmenging maakt dat verkoopcijfers in China met een serieuze korrel zout genomen moeten worden. Daarbij komt nog dat in China vaak onverkochte of onbetaalde stukken ook in de statistieken meegeteld worden.
Erfgoed terugkopen
Foutieve statistieken of niet, de initiatieven die de Chinese overheid neemt om de kunstmarkt aan te zwengelen, doen vermoeden dat de kunsthype daar nog helemaal niet over is. In de Chinese stad Xiamen bouwt men naarstig aan het eerste Financial Center for Art, een soort shoppingcenter voor verzamelaars dat onderdak biedt aan veilingzalen, kunstgaleries, restauratieateliers en kunstadviesbureaus.
Het aantal vermogende verzamelaars in China blijft ook groeien. En de allergrootste plannen — net als hun westerse collega’s — privémusea om hun private collecties te exposeren. Die bevatten gegarandeerd enkele grote namen uit de westerse moderne en hedendaagse kunst. Maar evengoed Chinees erfgoed, zoals porselein, antiek of schilderijen. Westerse handelaars, antiquairs en veilinghuizen spelen daar gretig op in, nu ze merken dat Chinezen massaal hun patrimonium terugkopen. Dat Carlo Bonte, een jonge veilingmeester in Brugge, uitgerekend op 26 maart, net na Tefaf, de allereerste veiling met louter Chinese stukken houdt, is echt geen toeval. Laat de Chinezen maar komen.
THIJS DEMEULEMEESTER
Chinezen kopen hun eigen patrimonium terug, maar ook dat van ons.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier