Belg Wim Dejonghe bezegelt fusie tussen Allen & Overy en Shearman: ‘Ik ben waarschijnlijk optimistischer dan sommige advocaten’

Wim Dejonghe, hoofd van Allen & Overy © BELGA PHOTO GUY CORBISHLEY

De senior partner van het Britse advocatenkantoor Allen & Overy koesterde al lang ambities voor een trans-Atlantische fusie. “Ik ben waarschijnlijk iets optimistischer dan andere advocaten.” oen de fusiebesprekingen van New Yorkse advocatenkantoor Shearman & Sterling, dat in moeilijk vaarwater zat, met zijn trans-Atlantische rivaal Hogan Lovells in maart mislukten, wist Adam Hakki wie hij nodig had. Hakki, toen pas enkele dagen als senior partner in dienst bij Shearman, belde Wim Dejonghe. De Belg staat al jaren aan het hoofd van Allen & Overy, een van de grote Londense advocatenkantoren. Hij was er eerst managing partner en werd daarna Allen & Overy’s eerste buitenlandse senior partner.

Enkele weken zaten de twee samen in een kantoor in Manhattan, om een fusie van 3,4 miljard dollar uit te werken. Als ze wordt goedgekeurd, wordt ze een van de grootste die de sector ooit heeft gezien. Voor Dejonghe is de samenwerking met een Wall Street-kantoor de bekroning van een twee decennia durend project om de meest lucratieve juridische markt ter wereld te veroveren en zijn Britse rivalen in het stof te laten bijten. Voor Shearman biedt het een uitweg uit een turbulente periode van vertrekkende partners en moeilijke herstructureringen.

“Ik ken Shearman al heel lang. Hakki wist dat we geïnteresseerd waren”, vertelt de 62-jarige Dejonghe aan Financial Times. “Het eerste gesprek was tussen mij en hem. Na een aantal ontmoetingen dachten we: ‘dit kan eigenlijk wel werken’.”

Weken in een kamer

Shearman is een 150 jaar oud kantoor dat ooit advies verleende aan de top van het Amerikaanse bedrijfsleven. Met 907 miljoen dollar omzet vorig jaar en ongeveer de helft van de meer dan veertig kantoren van zijn overnemer, is Shearman veel kleiner dan Allen & Overy. Maar het staat al lang op Dejonghes lijstje met overnameprooien vanwege zijn kruisbestuiving in het bank- en financiewezen.

Beide kantoren hadden ook lessen geleerd uit eerdere mislukte fusies. Voor A&O mislukten in 2019 de besprekingen met het in Californië gevestigde O’Melveny & Myers. Die liepen vast na achttien maanden onderhandelen.

“We wisten dat we dood zouden zijn, als de besprekingen zouden uitlekken voordat we naar onze partners waren gegaan”, zegt Dejonghe. “Dus kwamen we overeen: de enige manier waarop we hun iets konden voorleggen, was om wekenlang samen in een kamer te zitten en alle details uit te werken.”

Shearman weigerde commentaar te geven.

Met een klein kernteam, waaronder adviseurs van de zwaargewichten onder de advocatenkantoren Simpson Thacher & Bartlett en Davis Polk & Wardwell, trokken Hakki en Dejonghe naar de kantoren van de investeringsbank Lazard in Manhattan, om tegen de zondag erop met een tot in de puntjes afgewerkte aankondiging te komen, compleet met een website, FAQ’s voor klanten en video.

Moderniserende kracht

Zijn voorganger, David Morley, looft Dejonghe voor de snelheid waarmee hij de Shearman-gesprekken heeft afgerond. Enkele weken volstonden. Morley leidde Allen & Overy acht jaar lang samen met Dejonghe, die toen managing partner was, tot 2016.  “Heel weinig mensen hadden dit kunnen doen, maar Wim houdt er al heel lang een duidelijke strategische visie op na”, zegt hij. “Wim is niet gisteren opgestaan met het idee dat het geweldig zou zijn te fuseren. Het kantoor is daar al minstens twee decennia over aan het nadenken en de opties aan het bekijken. Ze waren dus klaar om heel snel in actie te komen, toen deze kans zich aandiende.”

Morley en Dejonghe worden beschouwd als een moderniserende kracht bij A&O. In de nasleep van de financiële crisis timmerden ze jarenlang in New York en aan de Westkust van de Verenigde Staten aan de weg en dineerden ze met toplui van advocatenkantoren in Manhattan. “Sommigen wilden ons ontmoeten, anderen waren zelfs bang om met ons in een restaurant gezien te worden, voor het geval hun partners ons zouden zien of het in de pers zou komen”, herinnert Morley zich. “We vroegen hun niet om te fuseren. We wilden alleen maar relaties opbouwen en inzicht krijgen.” Dat betekent dat Dejonghe een “vrij goede Rolodex van Amerikaanse kantoren” had opgebouwd.

Moeizame groei in de VS

A&O heeft al lang kantoren in de VS, maar de groei liep er niet van een leien dakje. Net als zijn internationale rivalen had A&O moeite om door te breken op een markt die gedomineerd wordt door een groep zeer winstgevende Amerikaanse kantoren met meer middelen om sterpartners te betalen. De topfirma’s van Wall Street zijn doorgaans sterk gefocust, met slechts een handvol internationale kantoren en een pijplijn van lucratief private-equity- en financieel werk.

A&O en de andere Britse topfirma’s beschikken wel over uitgebreide wereldwijde netwerken, en bieden hun cliënten een veel groter aanbod aan diensten aan. Daardoor zijn zij voor veel ondernemingen one-stop-shops geworden. Ze zijn wel minder winstgevend dan hun Amerikaanse collega’s. Partners van Wall Street-kantoren, zoals Simpson Thacher en Davis Polk, namen vorig jaar gemiddeld meer dan 5 miljoen dollar mee naar huis, terwijl de partners van Wachtell Lipton Rosen & Katz meer dan 7 miljoen dollar opstreken. De partners van A&O daarentegen moesten het vorig jaar doen met gemiddeld 1,95 miljoen pond (2,4 miljoen dollar).

Tony Williams, een consultant die managing partner was bij Clifford Chance toen het in 2000 fuseerde met de Amerikaanse firma Rogers & Wells, zegt: “De sterke Amerikaanse economie heeft het de magische cirkel (de club van Londense topadvocatenkantoren, nvdr) in het afgelopen decennium niet gemakkelijk gemaakt. En de brexit heeft niet geholpen: het pond sterling staat nu op 1,23 dollar.”

“Elke grote firma heeft in de afgelopen dertig jaar geprobeerd voet aan de grond te krijgen in Amerika”, zegt een voormalige belangrijke partner van A&O. “Een fusie is altijd de meest logische manier geweest om dat te doen, maar het is extreem moeilijk zoiets te doen slagen. De Amerikaanse topkantoren zijn altijd veel winstgevender geweest, wat voor hen een bewijs is voor uitmuntendheid.”

“Shearman heeft de afgelopen jaren wat problemen gehad, en plotseling was er een kans op een match”, voegt hij er nog aan toe.

Fusie van gelijken

De grote verschillen in de beloning van vennoten zadelden de Britse kantoren op met een concurrentieprobleem, dat nog werd verergerd door de sterkere dollar. Daarom bouwde A&O onder Dejonghe zijn remuneratiestructuur, waarbij partners werden betaald op basis van hun diensttijd, geleidelijk aan af, om zijn toptalent meer te betalen.

Voor Dejonghe, die door een andere voormalige partner wordt omschreven als “charismatisch en ondernemend”, zijn overzeese fusies, waar het combineren van twee verschillende culturen van vitaal belang is voor succes, geen onbekend terrein. De bedrijfsjurist en vader van vijf zonen kwam bij A&O toen het zich verbond met een deel van het Brusselse kantoor Loeff Claeys Verbeke, dat Dejonghe als managing partner leidde.

Net als dat samengaan is de Shearman-deal volgens Dejonghe een “fusie van gelijken”: “Je kunt niet tegen je toekomstige collega’s zeggen: ‘we nemen jullie over’. Zo werkt het niet.”

Fietsen tegen de wind in

Om managing partner bij A&O te worden, moest Dejonghe de Belgische kasseien en de vele wielerwedstrijden achter zich laten. Hij is een veteraan van amateurwedstrijden, zoals de Etape du Tour en de Ronde van Vlaanderen. Nog altijd fietst hij elke dag naar het kantoor van A&O in Spitalfields.

“Ik heb jarenlang met hem gefietst, bergop en bergaf”, zegt Morley. “We plaagden hem altijd dat hij goed was op het vlakke. Hij antwoordde dan dat je in België altijd tegen de wind in fietst. We maakten altijd grapjes; het was een soort metafoor voor de manier waarop we samenwerkten.”

“Hellingen zijn eerlijk gezegd niet mijn favoriet”, geeft Dejonghe toe. “Geef mij maar de Ronde van Vlaanderen.”

De deal met Shearman wordt waarschijnlijk een uitdaging van een heel andere soort, en mogelijk het hoogtepunt van zijn vijftien jaar aan de top. Dejonghe is optimistisch: “Ik heb altijd vooruitgekeken. Ik ben waarschijnlijk iets optimistischer dan sommige advocaten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content