“Achttien jaar kabinet was genoeg”

Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Topambtenaar Xavier De Cuyper moet de Belgische volksgezondheid en de marketingmachines van farmareuzen in balans houden. Het is iets als water met vuur verzoenen. En toch verkiest hij dat boven een politieke carrière.

De eerste honderd dagen van Xavier De Cuyper als gedelegeerd bestuurder van het nagelnieuwe Federaal Agentschap van Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) zitten er bijna op. In een notendop: De Cuyper is de man die ervoor moet zorgen dat u uw geneesmiddelen met een gerust hart kan kopen en innemen. Een hele verantwoordelijkheid, maar de ervaren kabinetard, wiens pad bij het FAGG werd geëffend door de toekomstige Boerenbondbaas Piet Van- themsche, toont in zijn eerste interview geen spijt. En dat ondanks de loodzware druk op het agentschap om de verpletterende achterstand in de registratie van geneesmiddelen weg te werken.

Hij liet er nochtans een potentieel zitje in het parlement voor schieten. “Als ik aan Didier Reynders de steun had gevraagd om naar de politiek over te stappen, zou ik die ook gekregen hebben. Maar 18 jaar op een kabinet was genoeg. Het was een mooie tijd, maar ik ben net 50 geworden en wil nu zelf ook iets realiseren,” zegt De Cuyper terwijl hij zich de perfecte gentleman toont; gastvrij en goedlachs.

De lancering van het agentschap en de overheveling van taken, personeel en fondsen van het voormalige – en logge – Directoraat-Generaal Geneesmiddelen, werd georkestreerd door de flamboyante Piet Vanthemsche. Die is vooral gekend als topman en gezicht van het Federaal Voedselagentschap en tegenwoordig als ondervoorzitter van de Boerenbond. Na de recht-voor-de-raapse aanpak van zijn voorganger is het nu de beurt aan de minzame en bedachtzame diplomaat De Cuyper. Een grotere stijlbreuk is nauwelijks denkbaar, maar De Cuyper zal zijn diplomatieke finesses broodnodig hebben om de machtige, mondige bedrijven en belangengroepen in de gezondheidssector te kunnen slaan en zalven.

Het bedaren van de gemoederen, intern en extern, gebeurt vaak rond de grote vergadertafel in zijn schaars aangeklede kantoor tegenover het Brusselse Zuidstation. Restanten uit zijn kabinetstijd, drie dozen, staan verloren in een hoek. Voorts herinnert een klein kunstwerkje over een gekke koe, een geschenkje uit Londen, hem aan de hectische periode van de gekkekoeienziekte. De Cuyper was immers een tijdje crisismanager bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

“Het was niet mijn bedoeling in de schijnwerpers te treden.”

“Piet Vanthemsche en ik hebben een totaal andere stijl. Ik heb altijd liever achter de coulissen gewerkt,” zegt De Cuyper. “Dat komt ook door mijn lange ervaring in kabinetten en mijn werk voor een rist verschillende ministers. Om dat werk goed te doen is onvoorwaardelijke loyauteit vereist, hoewel het natuurlijk ook mijn plicht was om mijn minister volledig en objectief te adviseren.

“Ik heb veel gesprekken gehad met Vanthemsche. Hij heeft vooral moeilijke dossiers op tafel gelegd, helemaal bovenaan dat van de informatisering. De nieuwe aanpak is uniek, maar achteraf bekeken misschien iets te ambitieus. Drie jaar geleden gebeurde de registratie nog op papier. Een dossier over een molecule vertegenwoordigde toen een kubieke meter papier. En dat terwijl we er zo jaarlijks honderden toegestuurd kregen. Wij wilden daarom alle dossiers informatiseren, maar dat systeem heeft duidelijk kinderziekten. Een jaar geleden waren er nog 20.000 dossiers die wachtten op evaluatie, wat voor de farma-industrie natuurlijk heel moeilijk ligt. Zij wil dat dit zo vlug mogelijk in orde komt.

“Ik heb me kandidaat gesteld voor deze baan. De voorbije vier jaar als kabinetschef van een vicepremier waren boeiend. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik kon werken met Reynders, misschien waren het wel de mooiste jaren van mijn carrière. Het was niet mijn bedoeling in de schijnwerpers te treden. Ik had mij voorgenomen op mijn vijftigste ofwel over te stappen naar de actieve politiek, als kandidaat-parlementslid, ofwel mijn carrière een andere wending te geven. Ik heb in samenspraak met Reynders gekozen voor het tweede. Dit geeft mij de kans iets op te bouwen. Mijn ervaring op het Federale Voedselagentschap ( nvdr – waar De Cuyper in 2002 crisismanager was) had mij daar zin in doen krijgen. Het managementaspect boeit mij, en volksgezondheid is de sector van de toekomst.”

“Het is niet omdat we rond de tafel zitten, dat het hier al meteen een bananenrepubliek zou zijn.”

“Welke eigenschappen mij bij deze job helpen? Ik ben van opleiding landbouwingenieur, dus een wetenschapper. Wanneer mijn medewerkers spreken over een molecule is dat voor mij geen Chinees. Een wetenschapper moet ook heel streng zijn in de analyse van een dossier. Ervaring uit de politieke wereld leert je wel onderhandelen, maar een dossier is een dossier. Het is ‘a’ of ‘b’, niet minder of meer.

“Ik ben ook heel kalm, wat een groot verschil is met Piet Vanthemsche (lacht). Dat is nuttig bij zo’n zwaar probleem als dat van de informatica. Panikeren heeft geen zin, integendeel. Wat natuurlijk helpt, is mijn ervaring in het beheer van grote instellingen zoals het departement van landbouw, en dat dan nog in moeilijke omstandigheden, en mijn rol bij de oprichting van het Voedselagentschap. Misschien werk ik soms wel op de zenuwen van actoren die minder geduld hebben, maar ik speel altijd open kaart met hen.

“Wat mijn managementstijl betreft: mijn aanpak lijkt misschien een beetje trager in het begin, maar op middellange termijn is dat zeker positief. Ik ben een man van het overleg, zeker intern, maar ook met de ‘stakeholders’. Ik luister veel en hou van participatief management. Ik probeer altijd te bekomen dat mijn medewerkers zich kunnen identificeren met het project. Dat vraagt een beetje tijd, maar op termijn is dat duurzamer dan snel beslissen zonder tegenspraak te dulden. Voor alle duidelijkheid: ik ben blij dat Piet Vantemsche hier vóór mij actief was. Hij heeft een aantal dingen fundamenteel kunnen veranderen. En ik heb nooit iets negatiefs gehoord over zijn stijl. Natuurlijk heeft men naar aloude gewoonte wel geprobeerd sommige van zijn beslissingen door mij te laten herzien. Goed geprobeerd, maar het is niet omdat we rond de tafel zitten, dat het hier al meteen een bananenrepubliek zou zijn.”

“Ik heb liever dat de mensen zelf overtuigd raken dat zij de wet overtreden.”

“Een van onze opdrachten is het controleren van reclame voor geneesmiddelen in de media. Dat mag alleen in vakbladen. Heel recent was er een probleem met Plug TV ( nvdr– een Franstalige Luxemburgse jongerenzender en dochtermaatschappij van RTL-TVi) waar je via een wedstrijd een borstoperatie kon winnen. Juridisch gezien is het duidelijk: dat mag niet. Desondanks probeer ik toch een compromis te zoeken in plaats van meteen met een proces-verbaal te zwaaien.

“Ook geschenken aan artsen onderzoeken wij. Ik ben daarbij voor zelfregulering. We moeten opletten met boetes. Dan worden er gemakkelijk advocaten ingeschakeld. En wie heeft daar, buiten die advocaten, baat bij? Ik heb liever dat de mensen zelf overtuigd raken dat zij de wet overtreden. Ik heb al dikwijls brieven geschreven naar artsen om te melden ‘ik weet dat u naar een exotisch land bent geweest, betaald door firma x’. Dat is een waarschuwing. De volgende keer krijgen ze een sanctie. Het bedrijf wordt onmiddellijk gesanctioneerd.

“De laatste weken regent het berichten over inbeslagnames van namaakgeneesmiddelen en de ongebreidelde verkoop van dopingproducten via internet. Of de gezondheid van de Belg nu sterk wordt bedreigd? We hebben een van de beste gezondheidssystemen. Nulrisico bestaat niet, maar men moet alles doen om het risico voor 99,9 procent te elimineren. Ik kan proberen maximale zekerheid te geven voor de geneesmiddelen hier, maar voor wat gebeurt in het buitenland heb ik natuurlijk geen bevoegdheid. En zeker op de wereld van het internet hebben wij geen impact. Dat is écht een probleem, dat geef ik grif toe. Wat wij in dat verband misschien nog niet genoeg doen, is communiceren met de burger. Ik kan nu alleen de veiligheid verzekeren als zij een product verwerven via de normale kanalen van de apotheken. Maar we moeten ook leven met de nieuwe realiteit van het internet. Er is nu een Koninklijk Besluit klaar om bestellingen van geneesmiddelen via internet mogelijk te maken, maar wel via apotheken. En wij werken ook aan geïnformatiseerde doktersvoorschriften, dus met elektronische handtekening.”

“Wij werken veel samen met justitie, het parket, de douane en met de politie om vooral in de havens van Zeebrugge en Antwerpen of in de luchthaven van Zaventem te controleren. Soms stoten wij op verboden import van producten, maar we hebben er geen flauw idee van of dat dan 50 procent van die illegale leveringen vertegenwoordigt, of slechts 10 procent.

“Op Europees vlak trekken wij op met andere agentschappen en inspectiediensten voor geneesmiddelen en met de douane. Op wereldvlak is er nu zelfs een forum over fraude en namaak van geneesmiddelen, samen met de Amerikanen, Rusland en Japan.

“We werken ook samen met de FOD Economie en andere sectoren die worden geplaagd door namaak. De verkoop van geneesmiddelen of van een wagen via internet is weliswaar niet hetzelfde en ook de gevolgen voor de volksgezondheid zijn heel verschillend, maar we kunnen het niet alleen aan. Staatssecretaris voor de strijd tegen fiscale fraude Hervé Jamar heeft zeker oog voor de geneesmiddelen. De resultaten zijn positief, maar het blijft gissen. We beschikken nauwelijks over cijfermateriaal.”

Bert Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content