Waarom sportweddenschappen aan een opmars bezig zijn
Nu het Europees Voetbalkampioenschap voor de deur staat, halen de aanbieders van sportweddenschappen hun grote kanonnen boven. Maar voor wie af en toe eens wedt en alleen zijn buikgevoel laat spreken, is het bijna onbegonnen werk om een winnaar op lange termijn te zijn.
U kunt tegenwoordig geen enkele sportmanifestatie meer volgen zonder dat u wordt overstelpt met reclame om op de uitslag te wedden. Als u daar ook maar enige interesse voor laat blijken, puilt uw mailbox een tijd later uit van de reclameberichten. De sector van de sportweddenschappen heeft met zijn goed geoliede marketingmachine als geen andere geprofiteerd van de populariteit van sport en de doorbraak van de smartphone. Zelfs tijdens een wandeling in de natuur kunt u een gokje op uw favoriete ploeg wagen.
Door de opmars van het internet zijn sportweddenschappen nog nooit zo populair geweest. In 2015 was er een groei van 4 à 5 procent, maar de groei van de onlinemarkt bedroeg gemiddeld 10 à 15 procent. Het aandeel van de sportweddenschappen is gestegen tot 20 procent van de Europese gokmarkt – met onder meer ook loterijen, speelmachines, bingo en onlinecasinospelen.
De sportmarkt kreeg begin mei een boost toen het onooglijke Leicester City kampioen werd in de Engelse Premier League. Bij de aanvang van de competitie hadden bookmakers een quotering van 5000 tegen 1 op de ploeg geplakt. Heel wat gokkers waagden aan het begin van het seizoen hun kans en streken achteraf monsterwinsten op. Hoewel verschillende aanbieders daardoor een flinke aderlating te verwerken kregen – er is sprake van een gezamenlijk verlies van 20 miljoen pond – was er geen betere reclame denkbaar voor de industrie. Ze kunnen weer de droom verkopen dat zelfs met een kleine inzet enorme kapitalen te winnen vallen.
Groter is beter
De voorbije jaren is de verwevenheid tussen de aanbieders van sportweddenschappen en de sport enorm toegenomen. In 2003 kwam in de vijf grote Europese voetbalcompetities – Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië en Spanje – slechts één shirtsponsor uit de industrie, vandaag zijn dat er meer dan veertig. In andere sporten voltrok zich een soortgelijke evolutie. Ook op de reclameborden langs het veld of in de reclame voor, tijdens en na wedstrijden hebben gokbedrijven een stevige voet aan de grond gekregen. Marketing is van groot belang in de gokindustrie. Er wordt maar liefst 25 procent van de inkomsten aan gespendeerd.
Veel gokbedrijven zijn beursgenoteerd – bij de meeste leveren sportweddenschappen het grootste deel van hun inkomsten op. Vroeger waren er nog veel meer, maar is er een enorme consolidatiebeweging aan de gang. Dat komt doordat de groei van de totale gokindustrie – behalve de sportweddenschappen – vertraagt. Dat hoopt de sector te counteren door schaalgrootte te creëren. Bovendien nemen de marketingkosten, de belastingen en de concurrentie toe, en is de wetgeving zowat overal flink aangescherpt. Veel aanbieders gaan op zoek naar synergievoordelen. Zo nam Ladbrokes in 2015 Gala Coral over voor 2,3 miljard pond, er was de fusie van Betfair en Paddy Power ter waarde van 6 miljard pond en de overname van Bwin.party door de private-equityspeler GVC. Groter is dus duidelijk beter.
Op de beurs hebben de meeste spelers er een mooi parcours op zitten. Vooral Unibet, dat bijna uitsluitend focust op onlinesportweddenschappen, bracht het er uitstekend van af. Ook groepen als GVC Holdings en Paddy Power Betfair, die succesvolle overnames realiseerden, scoorden goed. Enkel William Hill en Bettson vallen uit de toon. De resultaten van William Hill ontgoochelden onder meer door de toenemende concurrentie in de fysieke wedkantoren – in Groot-Brittannië alleen al zijn er 2370 – en hogere uitbetalingen op weddenschappen. Ook Bettson zag de groei van zijn kantoren afnemen.
Kaf en koren
Ook in België zijn er de voorbije jaren heel wat aanbieders van sportweddenschappen bij gekomen, vooral op het internet. Om de wildgroei een halt toe te roepen en het kaf van het koren te scheiden, is in ons land sinds 2011 een nieuwe kansspelwetgeving in werking getreden. Sindsdien moeten de aanbieders beschikken over een officiële vergunning van de Kansspelcommissie, die licenties toekent en de markt controleert. Enkel websites met een F1+-licentie mogen onlinesportweddenschappen aanbieden.
Vandaag hebben 21 aanbieders zo’n licentie. Dat zijn internationale spelers als Unibet en Tipico, en lokale spelers als de Nationale Loterij en Napoleon Games. Een lijst van alle goedgekeurde spelers staat op de website van de Kansspelcommissie. Belgen mogen enkel op die websites geld storten en spelen. Al wie zich op andere websites begeeft, is strafbaar. De Kansspelcommissie is geen leeuw zonder tanden, want het heeft Belgische spelers die buiten de lijntjes kleurden al stevige boetes opgelegd.
Er kan op zowat alle sporten worden gewed, van voetbal en tennis tot snooker en darts. Het gaat al lang niet meer alleen over wie gaat winnen of verliezen. U kunt zelfs inzetten op bepaalde deelaspecten van een wedstrijd, bijvoorbeeld welk voetbalteam de meeste corners krijgt of welke tennisser de meeste aces slaat.
Er is ook een enorme keuze in soorten weddenschappen. Zo zijn er enkelvoudige of meervoudige. Bij een enkelvoudige weddenschap zet u gewoon in op een bepaalde uitkomst. Bij een meervoudige zet u in op verschillende onderdelen van de wedstrijd. Als u ze allemaal juist hebt, worden de winsten met elkaar vermenigvuldigd. Hoe meer weddenschappen u juist moet hebben, hoe moeilijker het wordt te winnen. Als u één ervan fout hebt, krijgt u niets.
Kansen berekenen
De aanbieder geeft op alle weddenschappen die hij aanbiedt een quotering of notering (odds in het Engels). Die hangt af van de bedragen die spelers al hebben ingezet en van omstandigheden die de wedstrijd kunnen beïnvloeden, zoals de blessure van een speler, schorsingen en het vormpeil. Om die cijfers te berekenen heeft de aanbieder oddcompilers in dienst. Dat zijn wiskundeknobbels die alle parameters in berekeningen gieten en met de beste quotering voor de dag komen. Elk gokbedrijf interpreteert de gegevens lichtjes anders, zodat de noteringen van de verschillende aanbieders voor een wedstrijd kunnen uiteenlopen.
De quotering geeft de waarschijnlijkheid aan dat de uitslag wordt gehaald. Hoe dichter de quotering bij 1 zit, hoe waarschijnlijker. De notering geeft ook aan hoeveel keer u uw inzet kunt winnen. Op Unibet bijvoorbeeld krijgt u 11 keer uw inzet als België Europees kampioen wordt. Zet u in op Noord-Ierland, dan kunt u 501 keer uw inzet winnen.
Op alle noteringen neemt de aanbieder een winstmarge van enkele procenten. Zo boekt hij zijn winst. Een voorbeeld: stel dat onze landgenoot David Goffin in een tennistoernooi uitkomt tegen de Brit Andy Murray. De oddcompiler is van mening dat Goffin 60 procent kans heeft om te winnen en Murray 40 procent. Dan zou de notering 1,67 moeten zijn voor Goffin en 2,5 voor Murray. Als de tussenpersoon een marge van 5 procent neemt, schuift hij als noteringen 1,59 en 2,38 naar voren. Aan de hand van de formule (1/1,59) + (1/2,38) kan de marge worden berekend. De bedoeling is dat de aanbieder door de kansberekening en de winstmarge op zo veel mogelijk aangeboden wedstrijden winst boekt. Dat het systeem niet feilloos is, heeft de winst van Leicester City aangetoond. Soms moet de tussenpersoon op de blaren zitten.
Gewoon fun
Wedden op sport lijkt eenvoudig, maar dat is het niet. Er zijn enorm veel factoren die een wedstrijd kunnen beïnvloeden. Het aantal winnaars op lange termijn is dan ook niet dik gezaaid, maar toch laten heel wat mensen zich ertoe verleiden om het te proberen. Voor hen is een kleine industrie ontstaan met websites die winnende strategieën naar voren schuiven, advies geven over welke weddenschappen interessant zijn, analyseprogramma’s verkopen en cijferreeksen bestuderen. Ook de forums waar gokkers discussiëren over welke ploeg of sporter de beste papieren heeft, zijn niet bij te houden.
Om succesvol te zijn, moet een speler enkele vuistregels respecteren. Hij moet proberen zo weinig mogelijk te gokken en zo veel mogelijk berekende weddenschappen aan te gaan. Hij legt niet alle eieren in één mand, maar spreidt zijn risico’s zo veel mogelijk over verscheidene wedstrijden. En hij moet zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. Winnaars investeren veel in research, kansberekeningen en het bedenken van strategieën. De meesten specialiseren zich in één domein. Zo spraken we met een speler die al jaren focust op weddenschappen op de tennisser die de volgende game van een set gaat winnen. Hij spendeert uren om de statistieken van het opslagspel van spelers te ontleden en plaatst dan strategische weddenschappen tijdens wedstrijden. De man beweert dat hij winstgevend is, maar dat het voor hem bijna een volledige dagtaak is om de juiste weddenschappen te plaatsen.
Eén ding is zeker: voor wie af en toe eens wedt en zijn buikgevoel laat spreken, is het bijna onbegonnen werk om een winnaar op lange termijn te zijn. Om van de gevaren van verslaving nog maar te zwijgen – op elke website staat trouwens waar professionele hulp kan worden gevonden. Voor de meesten die zich geroepen voelen om eens een gokje te wagen, moet het dus gewoon fun blijven.
Francis Muyshondt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier