Profvoetballers: Top in sport, amateurs in geldbeheer
De Rode Duivels hebben de kwartfinale tegen Wales dan wel verloren. De Belgische spelers verdienden tijdens het EK toch 356.000 euro aan premies. Een bom geld. Gelukkig staan de private banken in de rij om het fortuin van die profvoetballers onder hun hoede te mogen nemen.
Er was de voorbije weken heel wat te doen rond de premies die de Rode Duivels tijdens het EK kunnen opstrijken. Voetballers als Eden Hazard en Kevin De Bruyne die de volledige EK-kwalificatiecampagne meemaakten, kregen al 264.000 euro bruto uitbetaald. Enkel en alleen voor hun deelname aan het EK krijgen de 23 Rode Duivels nog eens 200.000 euro van de Belgische voetbalbond, met extra’s voor elke overwinning of gelijkspel.
Voor de echte topspelers is dat een peulschil. Hazard verdient bij Chelsea 400.000 euro per week. Hij strijkt daarenboven 5 miljoen euro per jaar op door publiciteitscontracten, zoals zijn contract met Lotus Bakeries, berekende journalist Ludwig Verduyn voor de Lijst der Rijkste Belgen. De Bruyne pakt zo’n 320.000 euro per week bij Manchester City. Dat is veel geld voor mensen van 25 en 24 jaar. Hoe moeten ze die geldstromen beheren?
Dit zijn de tien rijkste Belgische voetballers:
1. Eden Hazard (vermogen: 45 810 000 euro)
2. Marrouane Fellaini (vermogen: 38 415 833 euro)
3. Vincent Kompany (vermogen: 34 352 166 euro)
4. Kevin De Bruyne (vermogen: 28 027 166 euro)
5. Thomas Vermaelen (vermogen: 24 420 833 euro)
6. Nicolas Lombaerts (vermogen: 22 362 500 euro)
7. Axel Witsel (vermogen: 17 217 500 euro)
8. Moussa Dembele (vermogen: 15 284 533 euro)
9. Romelu Lukaku (vermogen: 14 981 958 euro)
10. Thibaut Courtois (vermogen: 14 850 833 euro)
Optima en sporters
Drie jaar geleden nam Optima de ex-basketbalspeler Tomas Van Den Spiegel in dienst om topsporters aan te trekken. Hij werd het gezicht van de financiële planning voor sporters. Het bedrijf maakte grote sier met sponsordeals, zoals die met de tennisser David Goffin, die nog maar in april werd aangekondigd. Van Den Spiegel wilde niet bijdragen aan dit artikel.
Van Den Spiegel werkte samen met Matteo Balliauw, doctoraatsstudent aan de Universiteit Antwerpen, aan een enquête bij 120 voetballers uit de eerste klasse. Daaruit bleek dat een op de vier eersteklassevoetballers financiële problemen heeft. Door meer te sparen, investeringen in vastgoed en/of door een financieel adviseur in de arm te nemen, vermindert de kans op financiële problemen, volgens de studie. Het waren conclusies die Optima in de kaart speelden.
Optima staat vermeld als co-hoofdsponsor op de website van KV Oostende, naast Etixx en Groep Versluys, en het was vroeger sponsor van KAA Gent. “Je mag er gerust van uitgaan dat een aantal eersteklassevoetballers klant was bij Optima. Bij mijn weten geen echte toppers zoals de Rode Duivels”, zegt een kenner. Andere financieel adviseurs zullen die eersteklassevoetballers met open armen ontvangen.
Beleggen, gokken en voetballen
De generatie voetballers van Marc Degryse, Luc Nilis en Gilles de Bilde investeerde actief in individuele aandelen. Sindsdien liepen de Belgen een aantal grote beleggerstrauma’s op met Lernout & Hauspie, Fortis en Dexia en werd beleggen in aandelen veel minder populair.
Voetballers staan ook wel genoegzaam bekend als gokkers. Bij Luc Nilis ontaardde het gokken in het grote gokprobleem, waar hij een boek over schreef. Wendy Rommedahl zegt dat ze de voetballers die ze onder haar hoede heeft er weleens op moet wijzen dat beleggen niets met gokken te maken heeft. “Ik zeg altijd: “Als je wil gokken, dan ga je naar het casino voor een avond. Gokken doe je niet met je spaarcenten. Daarmee moet je beleggen voor de lange termijn en spreiden.” Ik raad ze dan ook niet aan op eigen houtje in individuele aandelen te beleggen. Soms willen die jongens weleens aandelen van Apple kopen, omdat ze in de producten geloven. Dan adviseer ik hun dat te doen dat met een premie die ze krijgen voor een overwinning bijvoorbeeld, maar niet met het potje dat ze aanleggen voor hun oude dag.”
Stijn Huygens voegt eraan toe dat Van Lanschot ervan uitgaat dat sporters kiezen voor discretionair vermogensbeheer, wat wil zeggen dat de bank hen alle beleggingsbeslissingen uit handen neemt. “Ze kunnen uiteraard ook voor adviserend beheer kiezen. De enige voorwaarde is dan dat ze er de nodige tijd, interesse en kennis voor hebben.”
Enkele dagen voor de eerste berichten over de problemen bij Optima Bank verschenen, kondigde de private bank Van Lanschot nog de start aan van een special desk voor Belgische profvoetballers en topsporters, onder leiding van Stijn Huygens. Een gelukkig of ongelukkig toeval. Van Lanschot was met Wendy Rommedahl, de vrouw van de Deense ex-voetbalster Dennis Rommedhal, al even bezig met financiële plannen voor topsporters in Nederland. Het is niet de eerste en zeker niet de laatste private bank die zich geroepen voelt vermogende sportlui te hulp te schieten.
Maatwerk
In 2000 pakte Bank Corluy (later overgenomen door ABN AMRO) uit met de aanwerving van de ex-voetballer Piet den Boer. “Ik was als directeur Private Banking bij Corluy verantwoordelijk voor de aanwerving van de voormalige topspits van KV Mechelen”, herinnert Frank Peeraer zich, die in 2001 samen met Jan De Punt de onafhankelijke verzekeringsmakelaar Fortuna Financial Group oprichtte. “Ik wist dat sporters hun geldzaken weinig professioneel lieten beheren. Wij hadden een fiscalist, een beleggingsspecialist en een dokter in dienst om die sporters te begeleiden.” Peeraer speelde in de jaren tachtig Europees voetbal met de eersteklasser SK Beveren en kent het voetbal- en het wielermilieu goed.
Den Boer begeleidt nog altijd sporters. “Ik werk sinds 1998 in de banksector, waarvan elf jaar voor ABN AMRO”, zegt hij. “De voorbije 15 à 20 jaar is de sportwereld erg veranderd. We spreken nu over heel andere bedragen dan in mijn tijd. Er zijn veel meer internationale transfers, die veel knowhow in fiscaliteit vergen.”
In maart kwam ook Tim Smolders, ex-Cercle Brugge, naar ABN AMRO. Hij ziet nog een belangrijke, recente wijziging in het voetballandschap. “Vroeger moesten sportmakelaars een borg storten voor ze een licentie konden krijgen. De FIFA heeft anderhalf jaar geleden de licentie afgeschaft. Nu kan iedereen optreden als makelaar en is het nog moeilijker voor sporters om te weten wie ze kunnen vertrouwen.”
ABN AMRO Private Banking lanceert _ net als Van Lanschot _ binnenkort een Sportdesk. De bedoeling is een allesomvattende aanpak te bieden, waarbij de sporter op elke vraag een antwoord of een doorverwijzing naar betrouwbare partners krijgt. Zowel bij ABN AMRO als bij Van Lanschot zijn ‘ontzorgen’ en ‘maatwerk’ sleutelwoorden.
Veel geld in korte tijd
Peeraer richt zich niet met een speciaal aanbod tot sporters. Hij telt wel topsporters onder zijn klanten, onder wie enkele ex-Optima-klanten. Voor Peeraer zijn die speciale desks voor topsporters vooral een commercieel verhaal. “Topsporters zijn een moeilijk te bereiken publiek. Ze leven in een cocon en denken dat alles rond hun sport draait. Je moet een voet tussen de deur krijgen. Optima was bijvoorbeeld commercieel heel sterk. Het legde potentiële klanten in de watten en ik denk dat voetballers daar extra gevoelig aan zijn. Eenmaal ze klant waren, liet Optima ze ook niet zomaar gaan. Aan die levensverzekeringen waren hoge uitstapkosten verbonden. Afhankelijk van de looptijd konden die oplopen tot 8 procent.”
“Ik behandel sporters niet anders”, stelt Peeraer. “Er was hier onlangs nog een man van 28 jaar, die door onverwachte omstandigheden 8 miljoen euro netto op zijn rekening had. Zijn situatie was vergelijkbaar met die van veel topsporters.”
Den Boer is het niet eens met Peeraer. Hij vindt dat sporters wel een speciale aanpak nodig hebben. “De carrière van een sporter is veel korter dan die van een ondernemer. Sporters lopen ook specifieke risico’s, zoals blessures. En je moet ook nadenken over wat zo’n sporter zal doen na zijn sportcarrière.” Volgens Peeraer geldt het adagio: “Hoe minder capaciteiten de sporter heeft om achteraf nog iets uit te bouwen, hoe voorzichtiger je moet omspringen met zijn geld.”
Ook Rommedahl vindt dat ze meer dan “een commercieel verhaal” heeft. “Wij denken mee met de sporter. Die jonge voetballers hebben die begeleiding echt wel nodig.” Huygens voegt nog toe: “Een andere privatebankingklant van gemiddeld 50 à 60 jaar begint aan successieplanning te denken. Daar zijn die gasten van 25 jaar niet mee bezig. Zij krijgen een ongelooflijke kans om op jonge leeftijd een groot deel van hun vermogen te beleggen voor de hele lange termijn en te laten renderen.”
“Wij hadden berekend dat we van elke 100 euro aan inkomsten 60 tot 70 euro opzij moesten zetten voor later”, zegt Rommedahl. “Een gemiddelde voetbalcarrière duurt vijftien jaar. Dat is een derde of een vierde van de tijd dat andere mensen actief zijn. Als je goed verdient, dan voel je niet dat je zoveel opzijzet.” Peeraer vindt dat topsporters minstens de helft van hun vermogen moeten bewaren voor later.
Vijf valkuilen voor voetballers van Wendy Rommedahl
“Mijn financiële achtergrond heeft ons heel goed geholpen”, zegt Wendy Rommedahl. Ze somt een vijftal valkuilen voor voetballers op.
1. Gebrek aan toekomstvisie:
“Die voetballers leven bij de dag. Ze denken niet na over hun toekomst. Ze hebben geen financieel plan. Ze zijn 35 jaar als ze op pensioen gaan. Wat gaan ze daarna doen? Ze moeten nog 40 jaar daarna kunnen rondkomen.”
2. Stoer doen in de kleedkamer:
“Die voetballers weten niet van mekaar hoeveel ze verdienen. Er zit er eentje te pochen over zijn dure wagen en de rest wil niet onder doen. Ze staan daar dan niet bij stil dan die ene misschien veel meer verdient en het zich beter kan permitteren.”
3. Iedereen wil wat van die voetballers:
“Die profvoetballers zijn publiek bezit. Iedereen weet dat ze veel geld verdienen en iedereen wil wat van ze hebben. Je moet kunnen omgaan met die druk en mensen kunnen afwijzen.”
4. Geen sterk team rond de voetballer:
“Het komt er vooral op aan om een team te bouwen rond die voetballer van mensen die hij kan vertrouwen. Het is pas wanneer die voetballer vrij is van zorgen dat hij kan focussen op zijn sport.”
5. Afwijken van de uitgestippelde koers:
“De koers uitzetten is belangrijk, maar af en toe bijsturen ook. Wij kwamen vroeger twee keer per jaar praten met onze adviseur en dan stel je het doel waar je naartoe werkt weer scherp.”
“Die jonge voetballers weten vaak niet eens hoeveel ze netto verdienen in een jaar”, meent Peeraer. “Lionel Messi mag dan de best betaalde sporter zijn, ik ben ervan overtuigd dat hij niet op de hoogte was van wat er met zijn geld gebeurde (Messi kwam al een paar keer in botsing met de Spaanse fiscus over belastingontduiking, nvdr). De spelregels zijn ook enorm gewijzigd de voorbije vijf tot tien jaar. Vroeger werden bussen ingelegd om couponnetjes te gaan knippen in Nederland en Luxemburg en daar sprak niemand van. Nu is er een fiscale nultolerantie.”
Risico’s nemen
“Sporters en spaar- en beleggingsproducten is een moeilijke combinatie”, zegt Stijn Francis, ex-voetballer en vennoot bij het zakenkantoor Stirr Associates. “Die topsporters willen dat alles snel en cool is. Ze willen ondernemen of ze geven 500.000 euro aan een kameraad, zodat die zijn eigen zaak kan starten. En dan kan het gebeuren dat ze die 500.000 euro aan het einde van hun leven tekortkomen. Als sporter weet je niets van de risico’s van kledingzaken, vliegtuigmaatschappijen, enzovoort. Met zo’n investeringen moet je pas beginnen als je ‘binnen’ bent.”
Als je tegen een profvoetballer zegt dat hij 20 procent van zijn vermogen op een spaarboek moet houden, krijg je een scheve blik
Peeraer denkt dat sporters zich sneller laten verleiden door riskante investeringen. “Onlangs kwam iemand langs die wilde investeren in een project met villa’s in Turkije. Soms raken ze enorm veel geld kwijt door één stomme belegging.” Rommedahl: “Ik merk wel in mijn kennissenkring – en daar zitten uiteraard veel voetballers tussen – dat ze gemakkelijker in iets tastbaars investeren, zoals een windmolen of vastgoed. Die beleggingsproducten van de bank zijn bij wijze van spreken maar vodjes papier. Het duurt even voor ze vertrouwen hebben in de bank, maar eenmaal dat vertrouwen er is, dan willen ze ook wel spreken over spaar- en beleggingsproducten. Je moet een goede spreiding hebben tussen roerende en onroerende goederen.”
Peeraer: “Als je tegen een profvoetballer zegt dat hij 20 procent van zijn vermogen op een spaarboek moet houden, krijg je een scheve blik. Ik weet niet of het te maken heeft met die winnaarsmentaliteit of omdat ze altijd veel geld zien binnenkomen, maar ze zijn doorgaans bereid veel meer risico te nemen dan andere mensen. Je moet dan echt op de rem gaan staan. Ze zouden zichzelf een veel dynamischer beleggingsprofiel aanmeten dan verantwoord is.”
VK: belastingparadijs voor voetballers?
“In het VK betalen voetballers minder belastingen dan in andere landen. Waarom denk je dat al die Belgische voetballers daar willen wonen en werken?”, zegt Peeraer. Hazard en enkele andere Rode Duivels die bij clubs in de Engelse competitie spelen, hebben Luxemburgse vennootschappen opgezet waardoor een deel van hun brutoloon – uitbetaald als portretrechten – een bijzonder gunstig fiscaal regime kan genieten (80% vrijgesteld van belastingen en 20% belast aan 21%). “Het is koosjer”, voegt Peeraer. “Clubs zoals Chelsea en Manchester hebben mensen in dienst om hun spelers financieel te begeleiden. Topsporters hebben vaak ook portretrechten en commerciële belangen in verschillende landen.”
Stijn Françis vindt dat onzin: “De belastingdruk in het VK is ongeveer 47 procent, en dus niet veel minder dan in België. De Britse fiscus laat inderdaad het gebruik van “image rights” toe, in beperkte mate. Het gunstige belastingregime voor de portretrechten in Luxemburg is echter afgeschaft, met een overgangsregeling. Dit is ook meteen de reden waarom enkele Rode Duivels hun “image rights”-companies in Luxemburg aan het liquideren zijn. Ze stonden toevallig ook allemaal op het zelfde adres, blijkbaar.”
Financiële kennis
Smolders gaf de brui aan zijn studies industrieel ingenieur om voltijds profvoetballer te worden bij Club Brugge. Het is iets wat wel vaker gebeurd. Den Boer wil de mythe ontkrachten dat voetballers niet goed opgeleid zijn: “Vroeger werden voetballers na hun sportcarrière sowieso “sigarenboer”, zoals wij de eigenaars van tabakszaken noemen in Nederland, maar tegenwoordig zijn er heel wat sporters die moeilijke studies vervolmaken, terwijl ze aan topsport doen. Het gemiddelde niveau van opleiding ligt bij profvoetballers en andere topsporters veel hoger dan 10 of 15 jaar geleden. We mogen die sporters niet onderschatten.”
Rommedahl is een andere mening toegedaan. “Ik kan niet vergelijken met tien jaar geleden, maar ik heb niet echt het idee dat er veel hoogopgeleide profspelers zijn. Daar is tijdens een profcarrière gewoon geen tijd voor. Die profspelers kunnen vaak in het buitenland veel geld verdienen. Ze spelen internationale toernooien en zijn soms weken aan een stuk van huis. Sommige studeren wel achteraf nog.”
Francis stipt aan dat de private banken de profvoetballers niet zomaar in de watten leggen. “Het zijn heel interessante klanten. De marges van de private banken worden dunner en dunner. Een gemiddelde privatebankingklant is 50 jaar of ouder. Die sporters verwerven op jonge leeftijd een groot vermogen, die dat geld op heel lange termijn kunnen beleggen en daar kunnen de banken de volgende 50 jaar – elk jaar – wat op kunnen verdienen”.
De jurist heeft ook weet van minder koosjere praktijken bij buitenlandse banken, die gebruik maken van het gebrek aan interesse voor en het gebrek aan kennis van beleggingsproducten van sporters. “Ik ken banken – maar niet in België – die 3 procent instapkosten aanrekenen aan voetballers, terwijl ze aan hun andere privatebankingklanten 0,75 procent of zelfs geen instapkosten aanrekenen.”
Clubs, managers en makelaars
Aan fiscale optimalisatie doen wij niet. Er zijn managers die raad geven, maar de meesten verwijzen door naar experts
Heel wat voetballers doen een beroep op de sportersvakbond Sporta voor de verwerking van geldzaken zoals de belastingaangifte, zegt Dirk De Vos, nationaal verantwoordelijke van Sporta. “Aan fiscale optimalisatie doen wij niet. Er zijn managers die raad geven, maar de meesten verwijzen door naar experts. Daardoor ontstaat mogelijk een nauwere band tussen de sporter, de makelaar en de financieel expert. Er zijn heel wat legale en extralegale voordelen in de sport. Het hangt vooral af van de marktwaarde, wat een speler al dan niet kan bedingen bij de clubs. Hoewel sommige clubs aan begeleiding doen, voornamelijk voor de jeugd, zijn er weinig die informatie, laat staan ondersteuning, bieden voor het beheer van geldzaken.”
We vroegen aan David Steegen, de woordvoerder van RSC Anderlecht, wat de club voor de spelers doet. “Wij zorgen voor een goede sociale omkadering, maar wij doen niet aan financiële begeleiding. Stel dat er een speler uit Afrika komt, dan zullen we die zeggen waar hij een bankrekening kan openen of hoe hij een huis kan zoeken. We verwijzen hem dan door naar een bank waar de club mee werkt, of naar iemand die we kennen en vertrouwen. We waken over het sociaal welzijn van onze spelers, zodat ze optimaal presteren. We zorgen er ook voor dat jonge spelers, waarvan we denken dat ze het kunnen schoppen tot profvoetballer, de opleiding kunnen afmaken waar ze interesse en kunnen voor hebben, of dat nu ASO, TSO of BSO is. We hebben met verschillende scholen een regeling daarover afgesloten. Dat zorgt voor een mentaal evenwicht. Voor financiële begeleiding kunnen ze bij hun makelaar, bij hun ouders of bij financieel experts terecht. Het enige wat wij op het gebied van financiën voor de spelers regelen is de groepsverzekering zoals voorzien in de cao van de eersteklassevoetballers. Niets anders.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De Vos legt uit dat de voetbalclubs in eerste klasse verplicht zijn 40 procent van het basisloon en de wedstrijdpremies in een groepsverzekering te storten. “We hebben nog geprobeerd een sectorpensioenfonds te starten voor de voetballers, maar dat lag moeilijk. Elke club heeft zijn eigen sponsors en wil zijn eigen verzekeraar daarvoor inschakelen. We hebben ook geprobeerd een collectieve hospitalisatieverzekering in te voeren via de cao, maar ook dat is tot op heden niet gelukt.” De groepsverzekering wordt uitgekeerd in het jaar dat de voetballer 35 wordt, op voorwaarde dat hij op dat moment geen profvoetballer meer is. Hij betaalt daarop 20 procent belasting plus gemeentebelasting en riziv (3,55%) en een solidariteitsbijdrage (2%).
Francis vraagt zich af of clubs niet standaard doorverwijzen naar een van hun sponsors. “Er zijn heel wat financiële instellingen die sponsordeals hebben afgesloten met sportclubs en het is niet altijd even transparant wat in die deals inbegrepen zit”, waarschuwt hij.
Ook Van Lanschot doet doorverwijzingen. Huygens: “De bedoeling is dat de voetballers met al hun vragen bij ons terechtkunnen. We hebben het liefst dat ook de manager die de contracten afsluit bij de clubs, erbij betrokken is. Wij kunnen hun zeggen bij welke advocaten, accountants, of verzekeringsmakelaars ze terechtkunnen voor vragen in verband met hun vermogen. Voor alle duidelijkheid: wij zijn onafhankelijk en hebben er geen financieel voordeel bij als we mensen doorverwijzen naar een andere expert. Dat is hoogstens een wisselwerking. Zij zullen misschien ons ook al eens aanraden aan hun cliënten, omdat we van elkaar weten dat we goed werk afleveren.”
Als de Rode Duivels het EK winnen, dan verdienen ze elk 704.000 euro bruto, ofwel 60 procent van de prijzenpot. Ex-CEO van de Belgische Voetbalbond, Steven Martens, verdedigt in onderstaand fragment het premiesysteem (vanaf 6:15). Hij legt uit dat op het moment dat de premies werden onderhandeld niemand nog naar de Rode Duivels kwam kijken en hij de spelers echt moest warm maken voor de nationale ploeg. “If you pay peanuts, you get monkeys. Als je wil dat spelers gemotiveerd blijven, dan hoort dit erbij.”
Die onafhankelijkheid is bij de officieuze financieel adviseurs niet altijd gegarandeerd. “Er zijn sportmakelaars en -managers, die aanbrengvergoedingen opstrijken wanneer zij hun klanten in de richting van een bepaalde accountant sturen”, weet Francis. “Maar de meeste makelaars zijn gewoon niet bezig met de financiële begeleiding van hun pupillen. Dat is ook hun kerntaak niet, ze hebben er niet de juiste achtergrond voor en ze kennen ook de financiële toestand van hun klanten niet altijd.”
Onze gesprekspartners hebben allemaal weet van goede en slechte voorbeelden, maar willen die niet bij naam noemen. De startende profvoetballers zullen met andere woorden hun licht moeten opsteken in de kleedkamer om te weten welke makelaars en managers malafide zijn en welke te goeder trouw.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier