5 jaar vrij aanvullend pensioen voor werknemers bracht niet veel zoden aan de dijk

Deze week is het exact vijf jaar geleden dat het vrij aanvullend pensioen voor werknemers (vapw) is ingevoerd. Het is een van de manieren waarmee werknemers een extra potje voor hun pensioen kunnen opbouwen. Ellen Van Grunderbeek van Acerta neemt het onder de loep.

Waarom is het vapw ingevoerd?

ELLEN VAN GRUNDERBEEK. “De voornaamste reden was om het aanvullend pensioen, ook wel de tweede pijler genoemd, verder te democratiseren, om werknemers een extra optie te geven om te sparen voor hun pensioen. Het was vooral gericht op werknemers die via hun werkgever nog geen of een beperkt aanvullendpensioenplan hadden. Er zijn ondertussen enkele sectorale aanvullendpensioenplannen bij gekomen en de bijdragen in die plannen evolueerden ook. Er is dus wel wat vooruitgang geboekt, zij het in kleine stapjes.”

Hebben veel werknemers een vapw opgestart?

VAN GRUNDERBEEK. “Nee, niet zo heel veel. We merken dat het fiscaalvriendelijke pensioensparen, de zogenaamde derde pijler, veel beter bekend is. Ook omdat sommige werknemers dat in hun cafetariaplan terugbetaald kunnen krijgen. Het vapw blijft daartegenover het onbekende kleine broertje.”

Verwacht u dat het de komende jaren nog sterk zal groeien?

VAN GRUNDERBEEK. “Ik denk het niet. De overheid blijft ook inzetten op de verbreding en verdieping van aanvullende pensioenen. Steeds meer werknemers bouwen via zulke plannen een aanvullend pensioen op. De niche voor het vapw zal daarmee steeds kleiner worden.”

Kan een werknemer een vapw aangaan als zij of hij ook al een aanvullendpensioenspaarplan heeft?

VAN GRUNDERBEEK. “Ja, dat kan, maar dan wordt het maximale jaarlijkse spaarbedrag voor het vapw verminderd met de opgebouwde reserves (bijdragen en rendement) in het pensioenplan van de laatste twee jaren. Al raden wij aan om zeker eerst het maximale bedrag aan fiscaalvriendelijk pensioensparen te halen.”