‘Elektrische fiets is niet altijd fiscaal interessanter dan een bedrijfswagen’
“Meer belasting betalen op een elektrische fiets van de firma dan op een bedrijfswagen, dat kan toch niet de bedoeling zijn?”, vraagt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer zich af.
Het is lente. De fietser ontwaakt uit zijn winterslaap. Mountainbikes, racefietsen, elektrische fietsen en af en toe nog traditionele fietsen verschijnen opnieuw in het straatbeeld. Fietsen is gezond en wordt daarom al sinds jaar en dag gepromoot door de overheid, ook fiscaal. Maar helaas is er niet één regime, maar een hele waaier belastingregimes voor het fietspeloton.
Nemen we de klassieke fiets. Die biedt een hoop belastingvoordelen. Fietst u naar het werk, dan kunt u 23 cent per kilometer als beroepskosten inbrengen op uw belastingaangifte. U moet dan wel uw beroepskosten bewijzen en u mag niet gebruikmaken van het kostenforfait. 23 cent is niet veel, maar toch een stuk meer dan de 15 cent die u voor een wagen mag inbrengen. Krijgt u van uw werkgever een bedrijfsfiets ter beschikking, die u behalve privé ook voor uw woon-werkverkeer gebruikt, dan is dat voordeel belastingvrij. Dat is niet het geval voor een bedrijfswagen. Bovendien kan de werkgever zijn werknemer ook nog eens 23 cent belastingvrij toestoppen per kilometer die hij voor het woon-werkverkeer met de fiets aflegt. Dat kan zowel met een bedrijfsfiets als met een eigen fiets. Al die voordelen zijn bovendien cumuleerbaar.
Rijdt u met uw eigen fiets of met de fiets van uw baas 150 dagen per jaar naar het werk over een afstand van 10 kilometer enkele rit, dan kan u dat 690 euro belastingvrij opleveren (150 dagen x 10 kilometer x 2 ritten x 23 cent). Als u uw beroepskosten bewijst, ontvangt u een kostenaftrek voor datzelfde bedrag. De fiets biedt niet alleen voordelen voor de werknemer, ook de werkgever wordt er beter van. Als hij aan zijn werknemers faciliteiten aanbiedt om met de fiets naar het werk te rijden – zoals een bedrijfsfiets, een fietsenstalling of douches – dan kan hij die uitgaven aftrekken van zijn bedrijfswinst tegen 120 procent. Een aftrek van fictieve kosten dus.
Elektrische fiets is niet altijd fiscaal interessanter dan een bedrijfswagen
Maar dat fiscale voordeelregime geldt niet voor elke tweewieler met trappers. Dit is België. Waarom het eenvoudig maken als het ook moeilijk kan? Hoewel Van Dale een fiets omschrijft als elk “tweewielig voertuig dat door het trappen op pedalen wordt voortbewogen”, wordt een mountainbike of een racefiets fiscaal toch niet helemaal gelijkgesteld met een fiets. Zo gelden de vrijgestelde kilometervergoeding van 23 cent en de kostenaftrek van 23 cent per kilometer ook voor die categorie sportieve fietsen, maar als de werkgever een mountainbike of racefiets ter beschikking stelt, wordt dat voordeel belast als een loon voor de werknemer.
De vrijstelling van het voordeel van alle aard van een bedrijfsfiets geldt volgens de minister van Financiën enkel voor stadsfietsen en hybride fietsen, een soort tussenvorm tussen een stadsfiets en een mountainbike, maar niet voor mountainbikes en racefietsen. Dat is merkwaardig. De wet maakt dat onderscheid niet. Trouwens, het is ook arbitrair: een woon-werktraject kunt u evengoed afleggen met een mountainbike, bijvoorbeeld omdat de kortste weg tussen woon- en werkplaats over een bospad loopt.
En hoe zit het dan met de elektrische fiets? Er is alweer geen eenduidig antwoord. Ook hier maakt de minister een onderscheid tussen pedelecs, elektrische fietsen waarvan de snelheid begrensd is tot 25 kilometer per uur, en speed pedelecs, die snelheden tot 45 kilometer per uur halen. Enkel de pedelec is fiscaal een fiets en geniet alle fiscale voordelen van een fiets. De speed pedelec wordt fiscaal gelijkgesteld met een motorfiets. Gevolg: geen vrijgestelde kilometervergoeding, geen belastingvrij voordeel als bedrijfsfiets, geen kostenaftrek van 23 cent.
Er is zelfs geen belastingvermindering voor elektrische motorfietsen, omdat een speed pedelec niet zuiver elektrisch wordt aangedreven: het ding heeft ook pedalen. De speed pedelec valt dus uit de boot, terwijl die toch vlot over de toonbank gaat en vooral voor langere woon-werktrajecten het enige alternatief is voor de auto of de motor.
En als u dan toch naar uw werk fietst met zo’n snelle elektrische fiets van uw werkgever, dan is het niet uitgesloten dat u een hoger belastbaar voordeel aangerekend krijgt dan uw collega die zijn woon-werktraject nog aflegt met een traditionele bedrijfswagen. Meer belasting betalen op een elektrische fiets van de firma dan op een bedrijfswagen, dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier