Aangifte blijft lotto voor weduwen

Wie vorig jaar weduwe of weduwnaar is geworden, neemt ongewild deel aan een loterij. Het aankruisen van het juiste vakje op de aangifte van de personenbelasting die de komende weken ingediend moet worden, kan veel kosten of opbrengen.

“Belastingaangifte, dan toch een lottoformulier. Kruisje in het juiste vakje? Bingo! 5.000 euro”, twittert fiscalist Jef Wellens. De kritiek van Wellens slaat op de keuze die kersverse weduwen en weduwnaars moeten maken. Willen ze voor het laatste jaar waarin ze hun partner nog hadden gemeenschappelijk of als alleenstaanden worden belast? Moeten ze het vakje 1012 of het vakje 1013 op hun aangifte aankruisen? De fiscus maakt immers zelf niet de (meest voordelige) keuze. Het verschil tussen beide hangt samen met een verschillende belastingberekening. Zo genieten gehuwden van het belastingquotiënt, waarbij een deel van het inkomsten van meest verdienende naar de minst verdienende en dus van een hogere naar een lagere belastingschaal kan verschuiven. Voorts kunnen gehuwden de fiscale voordelen van een lening meer voordelig spreiden dan alleenstaanden. Alleenstaanden krijgen dan weer een hogere belastingvrije som als ze nog kinderen hebben. Ze mogen ook meer verdienen om de kinderen nog ten laste te hebben. Ten slotte is er een verschil in de belasting van uitkeringen. Recente weduwen en weduwnaars doen er dan ook goed aan de gevolgen van beide alternatieven te laten berekenen vooraleer ze hun aangifte insturen. Voor het jaar van overlijden moeten er trouwens steeds twee aangiften worden gedaan: een voor de langstlevende en een voor de nalatenschap van de overledene. En daarin moet de keuze worden gemaakt voor een gemeenschappelijke belasting, dan wel een belasting als alleenstaande. (Belga)