‘Het motiveert me als een ander afziet’
Ronnie Leten, bestuursvoorzitter van Electrolux en Epiroc en voormalig CEO van Atlas Copco, vertelt over zijn passie voor de fiets.
“Bij mijn ouders thuis was het al voetbal en fietsen wat de klok sloeg. Mijn vader heeft nog als onafhankelijke wedstrijden gereden, en met nonkel Jef reed ik als jonge gast van veertien tijdens de grote vakantie met de fiets naar zee. Van Beverlo tot Wenduine, 184 kilometer. Dan overnachten, en met de fiets terug naar huis. Daar werd niet over gezeverd. Ik had later zin om zelf wedstrijden te rijden, maar ik zat op internaat en dat ging niet samen. Ik weet ook niet of ik goed genoeg was.
“Ik ben heel gedisciplineerd. Als ik iets wil, zal dat gebeuren. Door mijn werk heb ik de voorbije jaren wat gewicht gewonnen. Tien kilo wilde ik kwijt, nadat ik was gestopt als CEO van Atlas Copco. Eind dit jaar zijn die tien kilo eraf. Die discipline heb ik gekregen op het internaat, denk ik. Met fietsen heb ik die discipline gescherpt. Ik moest ook fietsen voor mijn gezondheid. Als kind had ik polio, en bewegen was goed.
“Fietsen is ook goed voor de mentale gezondheid. Het is een ongelofelijke uitlaatklep. Je komt in alle milieus, en je kunt eens praten over iets anders, en nadien gezellig samen een koffie drinken. Hier is het gewoon Ronnie voor iedereen, en ze weten allemaal wat ik doe. Uiteraard zaag je wel eens over het werk, maar dat doen de anderen ook.”
Afgesproken is afgesproken
“Ik heb jarenlang vanuit Mol elke zaterdagmorgen gefietst, van 7 uur tot ‘s middags. Dan had ik 150 à 170 kilometer op de teller. En op zondag reed ik opnieuw, met een groepje, of met Ria, mijn vrouw. Slecht weer telde en telt niet. Afgesproken is afgesproken, regen of geen regen, zomer én winter. Ook nu probeer ik elke dag te fietsen. Buiten, als het kan, al staat mijn oude fiets klaar op de rollen in de kelder, voor tv. Ik kijk dan naar het nieuws of een documentaire. Al doe ik dat niet graag, op rollen fietsen.
“Auto’s of dure wijn verzamelen zegt me niets, maar ik heb voor elk seizoen en voor elk gebeuren wel een fiets. Ik heb een Colnago op rollen, twee Ridley’s, een mountainbike van Scott, een crossfiets uit Zweden, en twee hybride stadsfietsen. Plus een tandem, om samen met mijn vrouw Ria te rijden. Een e-bike is niets voor mij. Nog niet.
“Ik had in Stockholm een spinningfiets op het appartement. Ik trainde daar ook voor de ronde van het meer van Vättern. Dat betekende 300 kilometer met 1800 meter hoogteverschil, met een gemiddelde van 37 kilometer per uur, en in pokkenweer. Ik schat dat we van de negen uur die we gefietst hebben, zeven uur regen hebben gehad. Maar ik doe dat graag. Het motiveert me als ik merk dat een ander afziet (lacht). En ik werd steeds beter naar het einde toe. Nochtans deed ik dat niet omdat ik behoefte had aan een extra sportieve uitdaging. Ik wilde dat doen om conditioneel volledig fit te zijn.”
All in the mind
“Te veel trainen is fout. Rust is net zo belangrijk om in vorm te blijven. Ook in je baan ben je veel scherper als je goed uitgerust bent. Je analyses zijn beter, je onthoudt de dingen beter, en je bent een betere leider. Zelf probeer ik altijd zeven à acht uur te slapen, en nooit minder dan zes uur.
“Ik heb van fietsen veel opgestoken dat nuttig is voor mijn professionele leven. Natuurlijk moet je conditioneel in orde zijn, maar de dingen worden gewonnen en verloren in je hoofd. Neem een wedstrijd waar iemand slag om slinger demarreert, en een ander aanklampt en uiteindelijk kraakt. Maar als die laatste misschien nog een halve minuut op de tanden had gebeten, had de eerste er misschien de brui aan gegeven. Om maar te zeggen, it’s all in the mind.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier