Europese depositogarantie nog niet voor nu

De Duitse bondskanselier Merkel en minister van Financiën Olaf Scholz © reuters
Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Sinds vorige week toont Duitsland iets meer genegenheid voor de plannen voor een Europees garantiefonds voor spaargeld, maar de Duitse minister van Financiën verbond er wel strenge voorwaarden aan.

Eind vorige week was het financiële hoogmis aan het Schumanplein. Donderdag kwamen de ministers van Financiën van de eurozone samen in de Eurogroep. Vrijdag kwamen die van de 28 lidstaten bijeen in de Europese Raad van ministers, kortweg de Ecofin-Raad. Gezien de dames en heren elkaar slechts om de maand spreken, haspelden ze heel wat thema’s af in die twee dagen, gaande van publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling, vereenvoudigde btw-regels voor kmo’s, klimaatfinanciering en de Europese kapitaalmarktenunie.

Deur op een kier

Het belangrijkste nieuws kwam aan de vooravond van de Eurogroep, bij monde van de Duitse minister van Financiën Olaf Scholz. Voor het eerst sinds lang zet Duitsland de deur op een kier om op Europees niveau verder te onderhandelen over een Europees depositogarantiestelsel voor het spaargeld van Europeanen. Dat garantiesysteem is een cruciaal element om de Europese bankenunie verder af te krijgen. Sinds de crisis leven Europese spaarders, waarvan de Belgische de meest fervente exemplaren zijn, in de veronderstelling dat al hun spaarcenten tot 100.000 euro per rekening gegarandeerd zijn door de Europese overheden. In woord is dat het geval. Woorden kosten immers niets. Maar in daad ligt die geruststellende luchtspiegeling op Europees vlak al jaren op apegapen. Elke lidstaat heeft zijn eigen garantiestelsel en garantiefonds, maar de middelen daarin zijn vaak ontoereikend. Zo beschikt het Belgische garantiefonds over reserves van 3 miljard euro waar het aanspraak op kan maken in geval van nood. Ruim onvoldoende om in een systemische crisis de 270 miljard aan Belgisch spaargeld te dekken. Vandaar het idee voor een overkoepelend Europees stelsel en fonds waarmee de lidstaten hun risico’s bundelen en elkaar verzekeren.

In 2015 kwam de Commissie met een eerste voorstel om de staatsgarantie op spaarcenten Europees te regelen. Wetende dat zulke abstracte esoterische concepten gebaat zijn bij een goed bekkende afkorting heeft ze het beestje EDIS genoemd, of languit European Deposit Insurance Scheme. EDIS zou de ontbrekende derde pijler onder de Europese Bankenunie moeten worden, naast een eengemaakt bankentoezicht en het eengemaakte afwikkelmechanisme waarmee falende banken zonder veel nevenschade failliet kunnen gaan. In toezicht is de Europese vuist het stevigst gebald. De afwikkeling van banken staat nog niet op punt, maar is aanzienlijk gevorderd.

Maar EDIS blijkt moeilijk van de grond te komen. Vooral Duitsland, geruggensteund door andere Noord-Europese lidstaten, ziet zo’n collectieve verzekering voor Europees spaargeld niet zitten. Het risico dat zo’n verzekeringsfonds moet uitrukken om spaarders van omvallende banken te redden is namelijk groter in Italië, Cyprus of Portugal, dan in Duitsland, Nederland of Oostenrijk.

EDIS moet een overkoepelend herverzekeringsfonds worden waar alle erkende nationale depositogarantiestelsels aan deelnemen. Als de ene lidstaat zijn spaarders moet vergoeden voor een failliete bank, zou ze daarvoor uit het EDIS-fonds kunnen putten. Voor alle duidelijkheid, de Europese banken moeten met hun eigen centen dat herverzekeringsfonds vullen. De hooivorken kunnen dus in de schuur blijven. Het is evenwel niet de Commissies bedoeling in een klap al dat beschermingsgeld voor de Europese spaarder op tafel te leggen. Dat verzekeringsmechanisme zou in fases worden ingevoerd. Het doel is wel dat EDIS tegen 2024 alle Europese spaarders tot 100.000 euro dekt. In de Verenigde Staten dekt de Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC) alle Amerikaanse spaarders tot meer dan 200.000 euro.

Sinds vorige week toont Duitsland dus iets meer genegenheid voor de EDIS-plannen, maar Scholz verbond er wel strenge voorwaarden aan waardoor banken hun kapitaalbuffers zouden moeten opkrikken en hun blootstelling aan Europees staatspapier indammen. Controversiële voorstellen waar elk van de aanwezige ministers van Financiën haar of zijn mening over had. De voorzitter van de Eurogroep Mario Centeno hoopt allicht dat de nieuwe Duitse opening schot brengt in wat de Commissie normaal gezien eind dit jaar had willen afronden.

Digitale btw-kloof wordt gedicht

Voorts besliste het Europees Parlement in zijn plenaire vergadering over een nieuwe verordening die lidstaten beter in staat stelt btw te innen op e-commerceactiviteiten. Jaarlijks lopen de lidstaten zo’n 5 miljard euro aan btw-inkomsten mis die blijven hangen in de digitale mist der onlinehandelsplatformen. Dat is vooral het geval bij niet-Europese goederen die online worden verkocht. De Amazons, E-bays, bol.com’s en andere digitale marktplaatsen moeten daarom beter alle verkopen registreren van goederen die van buiten de Europese Unie komen zodat de lidstaten er de juiste btw op kunnen innen. Die 5 miljard is een belangrijke eerste stap in het dichten van de Europese btw-kloof die jaarlijks meer dan 130 miljard euro bedraagt.

Daarnaast reikte het Europees Parlement een helpende hand uit naar de ontslagen werknemers van Carrefour in ons land. Het Parlement gaat akkoord 1,6 miljoen euro uit het Europees Fonds voor de Aanpassing aan de Globalisering (EFG) uit te trekken voor de ondersteuning van 400 ontslagen Carrefour-werknemers. Alleen moeten de lidstaten die financiële steun nog goedkeuren. Het EGF komt uit de beleidskoker van Belgisch EU-Commissaris Marianne Thyssen.

Commissie nog altijd niet volledig

Verder lijkt de benoemingensaga van de Europese Commissie maar te blijven duren. In de eerste ronde had het Europees Parlement de Franse, de Hongaarse en de Roemeense kandidaten terug naar huis gestuurd. Gisteren werden de vervangers door de Europarlementariërs op de rooster gelegd. De Roemeense Adina-Ioana Valean en de Fransman Thierry Breton hebben allebei groen licht gekregen en krijgen respectievelijk Transport en de Interne Markt als voornaamste bevoegdheid. De Hongaar Oliver Varhelyi is nog niet zeker van zijn post op Europese Uitbreiding en moet een herexamen doen. Daarmee is Ursula von der Leyen nog altijd niet zeker of ze op 1 december officieel van start kan gaan.

It’s the unity stupid

Terwijl Charles Michel zich volop voorbereidt op zijn rol als Europees President, neemt zijn voorganger Donald Tusk met veel aplomb afscheid. Hoe dichter de Pool bij het einde van zijn mandaat komt, hoe vranker hij spreekt. Zo ook in zijn speech die hij afgelopen woensdag in Brugge voor het College of Europe gaf. In zijn (lezenswaardige) uiteenzetting schuwde Tusk de Europese taboes niet. Zo schopte hij tegen de schenen van de groten: “Duitsland en Frankrijk zijn groter dan Malta of Litouwen, maar daarom hebben ze niet meer gelijk.” Of nam hij Emmanuel ‘mister Europe‘ Macron op de korrel die volgens Tusk onterecht op de rem ging staan over de toetreding van Noord-Macedonië en Albanië.

Tusks voornaamste lessen uit zijn jaren als voorzitter van de Europese Raad vallen samen in twee woorden: compromis en eenheid. Die twee zaken zijn volgens de Poolse politicus cruciaal om de Europese belangen te verdedigen en te bestendigen. Om zich daar dagelijks van bewust te blijven heeft hij in zijn kantoor de slogan “It’s the unity, stupid” opgehangen. Benieuwd of hij die zal achterlaten voor Charles Michel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content