Peking kondigde vorige week aan dat een nieuwe scholenbelasting op bedrijfsresultaten van kracht wordt vanaf januari 2012.
Die nieuwe belasting komt er bovenop een stedenbouwbelasting. In andere steden, zoals Sjanghai, Guangdong of Shenzhen zijn deze belastingen, geldig voor buitenlandse en Chinese bedrijven, al een tijdje van kracht. Belgische bedrijfsleiders in China relativeren de impact ervan, althans voor zij die de lokale markt viseren en geen export. Toch wordt produceren in China almaar duurder.
De opwaartse druk op lonen van arbeiders en het middenmanagement verontrust Belgische bedrijfsleiders meer. De twee procent scholenbelasting wordt berekend op het saldo van de BTW, dus op het verschil van de verschuldigde en de aftrekbare BTW. De impact ervan is klein, hoewel buitenlandse ondernemingen “minder flexibel zijn” dan Chinese in het zich ontrekken aan BTW-verplichtingen. Naast de scholenbelasting op gemeentelijk vlak, was er al een 3 procent scholenbelasting op nationaal vlak.
De stijging van minimumlonen weegt echter heel wat zwaarder door sinds recente wijzigingen in de sociale wetgeving. In Sjanghai bijvoorbeeld krijgen de bedrijven onaangekondigd een stijging met 25 procent van de minimumlonen te verwerken. In dat verband is recent ook heisa ontstaan rond de aankondiging dat buitenlandse werknemers zouden onderworpen worden aan de Chinese sociale zekerheid.
