‘Staatsbon is vooral een pre-electorale show’
Hoe zouden de duizenden kmo’s en particulieren zich voelen die begin dit jaar geld stortten op de e-DEPO-rekening van de overheid?
Die rekening bood betere voorwaarden dan de spaarboekjes van de banken met de belofte dat het rentetarief maandelijks zou worden aangepast aan de marktrente. In april begrensde minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) die rente echter op maximaal 2,5 procent, terwijl de marktrente op dat moment opliep tot 3,1 procent. Zijn uitleg: we dreigden te veel geld op te halen, en dat is niet nodig om de staatsschuld te financieren.
Nu lanceert Van Peteghem met veel bombarie een staatsbon met een brutorente van 3,3 procent. Dankzij de verlaagde roerende voorheffing van 15 procent geeft dat een nettorendement van 2,81 procent. Waarnemers verwachten een heuse stormloop op de staatsbon. Dat de staat dat geld niet nodig heeft, is blijkbaar geen issue meer. Bovendien gaat er op de e-DEPO-rekening consequent 30 procent roerende voorheffing af, waardoor de nettorente-opbrengst beperkt blijft tot 1,75 procent. Een ontevreden lezer van Trends merkt terecht op dat de overheid zich in deze als een onbetrouwbare partner heeft gedragen die de regels tijdens het spel veranderde.
Vergelijking met Leterme-bon gaat niet op
De huidige staatsbon wordt, wegens het hoge rendement en de verlaagde roerende voorheffing, vaak vergeleken met de bon die Yves Leterme in 2011 lanceerde. Toen werd ons land aangevallen door de financiële markten, waardoor de rentelasten voor de Belgische staat razendsnel stegen. Door het signaal te geven dat België zijn staatsschuld bij de eigen bevolking kon financieren, slaagde Leterme erin de rust te doen terugkeren. Het doel achter de Leterme-bon was nobel: het land behoeden van een acute crisis van de overheidsfinanciën.
Bij de huidige staatsbon is vooral sprake van een pre-electorale show ten bate van minister Van Peteghem. Zijn partij, cd&v, dreigt bij de volgende verkiezingen veel kiezers te verliezen. Dat hij nu als de patroonheilige van de spaarder kan worden opgevoerd, is electoraal een niet te onderschatten troef. Op de VRT kreeg de minister dinsdagochtend een kwartier gratis reclamezendtijd om de rente op de staatsbon aan te kondigen als betrof het het winnende lot van Win for Life.
Oneerlijke concurrentie
Normaal verwacht je van een minister van Financiën dat hij ervoor zorgt dat de begroting op orde en de staatschuld onder controle is, en dat de fiscale koterijen afgebouwd worden. Niets van dat alles werd echter gerealiseerd. Wat deze minister van Financiën doet, is de voorzichtige spaarder ertoe aanzetten te beleggen in een schuldvordering op de staat met, op Italië na, de grootste overheidsschuld van Europa. Via een product waarbij het geld niet direct opvraagbaar is. Onder het moto: hoe meer geld er opgehaald wordt, hoe minder urgentie om de staatsschuld terug te dringen en het risico van een nieuwe rentesneeuwbal te bestrijden.
‘De rente op de staatsbon is marktconform, maar de halvering van de roerende voorheffing heeft een kostprijs’
Bovendien is er wel degelijk sprake van oneerlijke concurrentie. Ten eerste op fiscaal vlak: de staatsbon geniet van een verlaagde roerende voorheffing van 15 procent, terwijl die op gelijkaardige financiële producten (zoals een termijnrekening of de e-DEPO) 30 procent bedraagt. Ten tweede op reglementair vlak. Wie spaarproducten op de markt aanbiedt, moet voldoen aan de MiFID-wetgeving. Dat impliceert peilen naar de behoeften van de klant en zijn of haar financiële situatie in kaart brengen. Want de particuliere belegger moet worden beschermd. Bij een staatsbon is dat blijkbaar allemaal niet nodig. Complexe wetgeving lijkt alleen van toepassing op de privésector; als overheid volstaat het de wetten uit te vaardigen. Je vraagt je af waarop de toezichthouder FSMA wacht om zijn stem te laten horen.
Iemand betaalt de rekening
Ten slotte is het belangrijk te vermelden dat er niet zoiets als een free lunch bestaat. Iemand betaalt de rekening voor het electorale geschenk van Van Peteghem. In de mate dat de banken onder druk staan om de spaarrente te verhogen, zal dat de kredietnemer zijn. Kredieten zullen duurder worden, wat kan leiden tot minder investeringen en minder consumptie. In het slechtste geval zorgt de outflow van middelen ervoor dat de banken gaan panikeren en zich overstretchen in hun rentebeleid. Dat dat niet ondenkbaar is, bewijst de crisis bij de regionale banken in de Verenigde Staten.
Maar ook de belastingbetaler krijgt een deel van de factuur doorgeschoven. De rente op de staatsbon is marktconform, maar de halvering van de roerende voorheffing heeft een kostprijs. Stel dat er 10 miljard euro naar de staatsbon vloeit, dan bedraagt de rente-uitkering 330 miljoen euro. Daarvan zou de overheid in normale omstandigheden 100 miljoen als roerende voorheffing recupereren. Nu zou dat maar 50 miljoen euro zijn. Kortom: per miljard dat de staatsbon opbrengt, ziet de belastingbetaler 5 miljoen door zijn neus geboord.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier