Pedro Matthynssens

‘Een goede bank maakt gezonde winsten’

Pedro Matthynssens Columnist

Midden maart kopten de Nederlandse kranten dat hun landgenoot Ralph Hamers de top van de apenrots der bankiers had bereikt. Die eer viel hem te beurt na de overname van Credit Suisse door UBS. Hamers stapte al in 2020 over naar UBS, een Zwitserse bank die twee keer zo omvangrijk is als de Zwitserse economie. Nederland herinnert zich Hamers vooral als de man die in 2020 na een rel over zijn salaris als een dief in de nacht vertrok bij ING. In ons land staat hij bekend als de harde saneerder van ING België. Hamers’ triomf bij UBS was van korte duur. Eind maart schreven dezelfde kranten dat hij na tussenkomst van de Zwitserse overheid en regelgever vrijwel meteen plaats had moeten maken voor een Zwitser.

Bankiers hebben bij het grote publiek doorgaans niet de beste reputatie. Dat bewijst het neologisme ‘bankster’, een samentrekking van ‘bankier’ en ‘gangster’ die we danken aan de bankencrisis van 2008. Een recenter neologisme is ‘graaiflatie’, dat verwijst naar de opstoot van inflatie en de hoge winsten van sommige bedrijven. De ECB tempert de inflatie met een hogere rente, waardoor de banken meer geld verdienen op kredieten en op het geld dat ze bij de ECB parkeren. De roep om een minimumrente op deposito’s op te leggen en zo de winst van banken te drukken, klinkt steeds luider.

Dat klanten zich storen aan de hoge winsten van hun bank, is niet verrassend, maar die winstmarges hoeven niet aanstootgevend te zijn. Een goede bank maakt gezonde winsten. Wanneer wordt vermoed dat een bank niet winstgevend is, halen klanten hun geld meteen weg uit vrees het te verliezen, en dat blijkt voor elke bank fataal. Het gemak van digitale transfers verhoogt de snelheid waarmee zo’n kaartenhuisje kan instorten.

Onlangs nog gingen vier banken over de kop. Het nieuws dat Silicon Valley Bank 2 miljard dollar armer was geworden, bracht de bal aan het rollen. De waarde van de beleggingen in obligaties daalde door de stijgende rente, er ontstond paniek onder de klanten en in een oogwenk werd 42 miljard dollar weggesluisd. Twee dagen later was de bank een vogel voor de kat. Ook Signature Bank en First Republic moesten eraan geloven, nadat respectievelijk 16 en 100 miljard dollar was weggevloeid. Bij Credit Suisse leidde het verlies van 61 miljard Zwitserse frank ertoe dat de Zwitserse overheid UBS vriendelijk verzocht Credit Suisse over te nemen.

In financiële crises laaien de emoties wel vaker hoog op bij de politici en de burgers. De grootbanken en de bankiers worden als de grote zondebokken weggezet. De winst van een financiële instelling kan velen een doorn in het oog zijn, maar zodra iets misgaat, is ze een druppel op een hete plaat. En er kan nogal wat misgaan. Bij extreme veranderingen in de rente is er een punt waarop elke financiële instelling kraakt.

De centrale banken bewandelen nu een zeer smal pad tussen inflatiebestrijding en zorg voor de banken. In Europa ligt een economische recessie op de loer, wat ook een impact heeft op de gezondheid van onze banken. Bovendien is een cyberwapenwedloop aan de gang. Niet alleen de banken maar ook hun cliënten worden platgebombardeerd met aanvallen. Een succesvolle cyberaanval is nefast voor het vertrouwen van klanten in hun bank. En als klanten hun bank niet meer vertrouwen, dan weten we wie aan het kortste eind trekt.

Politici en economen willen de banken nu een minimumrente op deposito’s opleggen, zogezegd om graaiflatie tegen te gaan. Dat is kortzichtig en populistisch. In de huidige precaire omstandigheden moeten bankiers en hun aandeelhouders de vrijheid hebben om hun geldkoffers aan te vullen. Sterker nog: het is hun morele plicht. Of verkiezen we het scenario waarbij de overheid straks weer banken moet redden met belastinggeld of tijdens nachtelijke onderhandelingen matchmaker moet spelen tussen banken?

De auteur is CEO van Vanbreda Risk & Benefits en voormalig managing director en partner van Boston Consulting Group

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content