Wordt de bedrijfsrevisor gemuilkorfd?
Kan een bedrijfsrevisor tussenkomen in de interne audit? Als het van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen afhangt, is het uit met dergelijke praktijken. De Raad ontwierp een lijst van onverenigbaarheden, en wil een extern controleorgaan op het bedrijfsrevisoraat oprichten. Maar wil hij zo niet katholieker zijn dan de paus? We vroegen het aan Raad-voorzitter Jean-Paul Servais.
Nog deze maand buigt de ministerraad zich over twee ontwerpen van Koninklijk Besluit over corporate governance of behoorlijk bestuur. Het eerste gaat over de lijst van onverenigbaarheden, het tweede over de oprichting van een extern controleorgaan op het bedrijfsrevisoraat.
Eind oktober 2002 bracht de Hoge Raad voor de Economische Beroepen advies uit over beide teksten. Voorzitter en pitbullterriër van dienst is Jean-Paul Servais, sinds 1 november 2002 ook vice-voorzitter van de Commisie voor het Bank- en Financiewezen ( CBF). Deze voormalige kabinetschef van minister van Financiën Didier Reynders ( MR) hield bij de voorbereiding van de KB’s de pen vast, hoewel dat officieel de bevoegdheid is van minister van Economie Charles Picqué ( PS).
TRENDS. De onafhankelijkheid van de revisor moet verhoogd worden. Welke rol speelt de Hoge Raad in de besluitvorming daarover?
JEAN-PAUL SERVAIS (HOGE RAAD VOOR DE ECONOMISCHE BEROEPEN). “De Hoge Raad toetst de wettelijke en reglementaire bepalingen van het bedrijfsrevisoraat aan de verwachtingen van het publiek. Als overlegorgaan van sociale partners en academici adviseren wij de regering bij de concrete uitwerking van een deugdelijk bestuur voor het bedrijfsleven. Zo slaagden wij er anderhalf jaar geleden in om het voorstel te blokkeren van het Instituut der Bedrijfsrevisoren ( IBR) om een verschoningsprocedure in te voeren. Dankzij die uitzonderingsregel zou elke bedrijfsrevisor, die door onachtzaamheid een verbodsbepaling overtreedt, vrijgesteld worden. Gelukkig konden wij daar een stokje voor steken.
“Je moet voortdurend inspelen op de maatschappelijke evolutie. Wie had een decennium geleden ooit kunnen denken dat bedrijfsrevisoren actief zouden zijn in green auditing of green accounting? En twee jaar geleden had ik nog een discussie met een Britse confrater, die vond dat revisoren het best ook de boekhouding van het bedrijf zouden voeren. Dat is nu volkomen ondenkbaar geworden.”
Wat zijn de krachtlijnen van uw plan om de zogenaamde kloof met het publiek te dichten?
SERVAIS. “De autoregulering voldoet niet langer. Conform de Europese richtlijn en de Amerikaanse Sarbanes-Oaxley Act ( nvdr – de wet die het beleggersvertrouwen in de VS moest herstellen) stelt de regering daarom een lijst van zeven onverenigbaarheden voor de bedrijfsrevisor voor: geen beslissingen, geen boekhouding, geen uitwerking van technologische systemen, geen waardering van activa, geen tussenkomst in interne audit, geen afwikkeling van (fiscale) geschillen, en geen rekrutering.
“De vakbonden zouden daar graag een verbod op fiscale, sociale en herstructureringsadviezen aan willen toevoegen. Maar dat hoeft voor de meerderheid van de Hoge Raad niet. Wel dringt de Raad aan op een nauwkeurige omschrijving van het netwerk waarin de bedrijfsrevisor opereert, om te vermijden dat de Chinese Muren tussen de diverse audit- en advieskantoren niet louter uit papier-maché zouden bestaan.
“Zo hebben wij op eigen initiatief tien concrete categorieën van samenwerkingsverbanden op papier gezet, die tot onverenigbaarheden leiden. En daarnaast moet er volgens ons snel een extern toezichtorgaan worden opgericht. Zonder controleorgaan en sanctiemogelijkheden werkt de wet van 2 augustus 2002 over corporate governance niet. Daarom hebben wij nu op eigen initiatief en unaniem de werkwijze en financiering van dit comité vastgelegd.”
Is dit een kopie van de Amerikaanse wetgeving?
SERVAIS. “Neen, integendeel. Wij bereiden wij al sinds 1999 een hervorming van het bedrijfsrevisoraat voor. De Amerikaanse president George Bush schoot pas deze zomer in actie. Op het eerste gezicht lijkt de Amerikaanse wet strenger, maar dat is niet zo. Belgische bedrijfsrevisoren mogen al sinds 1953 geen financieel advies aan hun cliënteel meer geven, en de Hoge Raad beschikt al sinds 1985 over de bevoegdheden van hun Public Oversight Board.”
Waarom moet er dan nog een tweede toezichtsorgaan komen? Is dat geen overregulering?
SERVAIS. “De Hoge Raad adviseert het parlement en de regering over de doctrine van de economische beroepen. Maar met een staf van 1,5 personeelsleden en 7 externe leden, die om de maand vergadert, zijn we niet uitgerust om klachten in te dienen. In theorie kúnnen we dossiers naar het parket doorschuiven, maar we missen daarvoor de nodige informatie.
“Daarom hebben we een extern toezichtorgaan nodig dat bij het Instituut der Bedrijfsrevisoren alle nodige gegevens kan opeisen. Met andere woorden, een orgaan dat instaat voor de dagelijkse controle over de onafhankelijkheid, de deontologie en de honoraria van de revisoren. Naast a priori controle – waarbij de bedrijfsrevisor op voorhand de toelating moet krijgen om bepaalde activiteiten te vervullen, in het jargon ‘ rulings’ genoemd – moet het comité straffen kunnen uitdelen tegen de falende revisoren. Controle a posteriori, dus.
“We konden die bevoegdheden niet aan de Hoge Raad toevertrouwen, want dan had men ons verweten voor de eigen winkel te pleiten. Maar het is wel heel belangrijk dat beide organen complementair zijn, en een sterke band met elkaar hebben. En je hebt er natuurlijk middelen voor nodig. Daarbij stellen we een jaarlijks budget van 240.000 euro voor, gefinancierd door het IBR en de onderworpen ondernemingen zelf. In de praktijk betekent dat de aanwerving van twee à drie universitairen.”
Volgens gewezen CBF-voorzitter Jean-Louis Duplat, vandaag vennoot van de auditfirma Ernst & Young, is het eigenlijk een taak voor de fiscale parketten.
SERVAIS. “Meneer Duplat is al dertien jaar geen magistraat meer. Justitie heeft al achterstand genoeg, om nu ook nog de beurs- en financiële delicten op te volgen. Het parket heeft andere prioriteiten. Het kan alleen individuele dossiers strafrechterlijk afhandelen, terwijl de behoefte aan administratieve sancties groot is.
“Met de nieuwe bevoegdheden van de CBF en de oprichting van een toezichtorgaan voor de revisoren hebben we nu de keuze tussen administratie en strafrechtelijke ingrepen. Dit is geen Belgische uitvinding. Het systeem bestaat ook al in Frankrijk en in de VS. Wel blijft het IBR verantwoordelijk voor het opstellen van de technische normen, de opleiding, de erkenning van de titel en de confraternele controle – uitgezonderd op de onafhankelijkheid van de revisor. De Hoge Raad beschermt het algemeen belang en het maatschappelijk verkeer.”
U sprak vroeger altijd over ‘soft law’, waarbij enerzijds de Commissie voor Boekhoudkundige Normen en anderzijds de Hoge Raad het wettelijke kader invullen. Nu past u toch de techniek van de ‘hard law’ toe, door alles in detail te beregelen. Worden we niet ‘katholieker dan de paus’?
SERVAIS. “Bij nieuwe ontwikkelingen op het snijpunt van publieke en privé- aangelegenheden, moet je de eerst de sector zelf de kans geven de problemen op te lossen. Zo kun je de aanbevelingen van de CBF, de Beurs van Brussel en het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) uit 1996 beschouwen als een eerste poging tot corporate governance in België.
“Maar als die autoregulering niet lukt – wat duidelijk het geval is, gezien de recente boekhoudschandalen in binnen- en buitenland – is het de taak van de overheid om op te treden, conform de adviezen van de Hoge Raad. Nu beschikken we over wettelijke bepalingen om een aantal ongelukken in de toekomst te vermijden.”
Eric Pompen [{ssquf}], eric.pompen@trends.be
Een lijst van onverenigbaarheden én een extern controleorgaan moeten nieuwe schandalen met revisoren vermijden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier