With love from Belgium

Ze is vrijgevochten, zelfstandig, creatief en kunstzinnig, open-minded, jong van hart, lichtjes uitdagend, ondeugend zelfs. Maar toch blijft ze ietwat afstandelijk, terughoudend, afwachtend. Ze geeft zichzelf niet bloot, ook al geeft ze zich bijna bloot. De Portugese Celia is het gezicht (en het lichaam) van Marie Jo. Om het nu eens niet te hebben over de prijsvorken van de contantmarkt. Maar over de sensualiteit van Belgische lingerie. With love from Schellebelle.

TEKST : HENK VAN NIEUWENHOVE / FOTO’S : ERIK TANGHE

De slogan With love from Belgium werd ooit uitgevonden om Belgisch witloof in the States te promoten. Maar zou net zo goed kunnen dienen om de lingerie van Schellebelle over de wereld bekend te maken. Voor zover dat nog nodig is. De laatste vijftien jaar heeft het bedrijf Van de Velde, dat de lingeriemerken Marie Jo, L’Aventure en Prima Donna op de markt brengt, een indrukwekkende vlucht genomen, die zeer recent geleid heeft tot een introductie op de beurs. Marie Jo, het luxepaardje van de collectie (remember Celia !), hoeft in kwaliteit niet onder te doen voor het Italiaanse La Perla en is marktleider in een tiental Europese landen op gebied van luxelingerie. Het bedrijf heeft vestigingen in Hongarije en Tunesië en werkt met onderaannemingen in Frankrijk en China. De omzet bedroeg vorig jaar 1,8 miljard frank, met een jaarlijkse groei van 17 %. De waarde van het bedrijf wordt geraamd tussen 3,8 miljard en 5 miljard frank. Maar laten we het in dit artikel vooral over de essentie van de zaak hebben : die kleine niemandalletjes die zo elegant, geraffineerd en sensueel zijn dat ze menig man (en vrouw) het hoofd op hol hebben gebracht. Het tactiele contact, het aanraken alleen al van de glanzende zijde en het fijnste Leavers-kant, is een aansporing tot de liefde en neemt de laatste remmingen weg.

Schellebelle

zou een dorp als een ander zijn, ware het niet dat hier het hart van de korsettennijverheid (en in het zog daarvan : de lingerie) te situeren valt. Het Oost-Vlaams Scheldedorp, met zijn 4000 inwoners, heeft ooit meer dan 50 ateliers gehad waar korsetten van de allerbeste kwaliteit gestikt werden. Waarom Schellebelle ? De liefde zit er voor iets tussen, wat dacht u. In de 19de eeuw werden korsetten ook en vooral door mannen gedragen en behoorden zelfs tot de militaire uitrusting. Om het buikje in te snoeren ? Om er stoer uit te zien ? Wie zal het zeggen ? De kolonel van het leger liet duizenden korsetten maken in de kloosterschool van Herzele, kwam dus vaak in de buurt en werd verliefd op een meisje van Schellebelle. Hij trouwde met haar en begon zelf een atelier van korsetten. De start was gegeven van een bloeiende nijverheid.

De korsetten verdwenen. Maar twee grote lingeriefabrikanten zijn overgebleven : naast Van de Velde is er ook nog DéWé. Het is trouwens in het atelier van DéWé dat grootmoeder Margaretha Van de Velde als naaister begonnen is. In 1919 begon zij als zelfstandige een “eenvrouwszaak”. In 1924 werd een oude schoenfabriek gekocht waar de activiteiten werden verder gezet. Samen met haar man Achiel Van de Velde die de kunst van het ondernemen verstond, bouwde ze de zaak steeds uit, zodat ze stilaan bedrijfsallures begon te krijgen en 50 werknemers telde aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog zou het bedrijf pas echt een hoge vlucht nemen. Naast korsetten werd het gamma uitgebreid met beha’s en slipjes, panty’s, gaines en combinés. Het personeelsbestand evolueerde tot 200 in 1960 ; 270 in 1973. En toen sloeg de crisis toe. De sector werd door elkaar geschud. Terwijl vele concurrenten gingen besparen en goedkopere producten vervaardigen, koos Van de Velde juist voor de omgekeerde weg : de crisis te lijf gaan met creativiteit en kwaliteit. Van de Velde volgde het spoor van de Italiaanse fabrikanten en les nouveaux créateurs uit Frankrijk. De concurrenten kwamen een na een in ademnood. Van de Velde hield stand en bleef groeien, mede dankzij het commerciële en economische inzicht van de tweede generatie, de gebroeders William en Raoul Van de Velde. De derde generatie Karel en Herman Van de Velde en neef Luc Laureys hebben daar nog een grote dosis creativiteit en ‘berekende durf’ aan toegevoegd. En toen kwam Marie Jo…

Marie Jo

heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de spectaculaire ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar. Een sprookje, een succesformule, haast zonder weerga. Begin jaren ’80, toen de economische toestand langzaamaan begon op te klaren, was Van de Velde klaar om hoge kwaliteit en creatief design te leveren, en daarmee Europa te veroveren. Marie Jo werd eerst in Duitsland en Zwitserland gelanceerd, nadien volgden België, Nederland, Scandinavië en alle andere Europese landen. In 10 jaar tijd vertienvoudigde (!) de omzet.

In 1990 nam Van de Velde ook de Duitse onderneming Prima Donna over, in 1867 opgericht en wellicht de oudste korsettenfabriek in Europa. Het merk is vooral gespecialiseerd in luxueuze beha’s en corselets voor grote maten en cups. Een traditie die wordt verder gezet met gloednieuwe creaties. Recent werd ook gestart met een meer jonge en avantgarde lijn, L’Aventure, die het spectrum nog moet uitbreiden, steeds in de sector van de luxelingerie. Van de Velde stelt momenteel meer dan 800 mensen tewerk. Waarmee nogmaals bewezen wordt dat delokalisatie niet noodzakelijk arbeidsvermindering betekent. “Integendeel”, zegt Luc Laureys. “Dankzij de vestigingen in Tunesië en Hongarije kunnen we concurreren op wereldvlak en hebben wij ook de tewerkstelling in België kunnen opvoeren.” De productie-eenheid in Schellebelle is de laatste 15 jaar gegroeid tot 420 werknemers.

Het bedrijf

barst letterlijk uit zijn voegen. Als een beha die een maatje te klein is. Er moet weer geïnvesteerd worden in de uitbreiding van de gebouwen. Van de Velde is een ‘vrouwvriendelijk’ bedrijf. Op enkele uitzonderingen na de drie bedrijfsleiders bijvoorbeeld zijn alle werknemers vrouwen. Zij hebben allicht meer voeling met het product. “Wij kunnen alles, behalve passen”, geeft Luc Laureys toe. Dat passen gebeurt door de werkneemsters die de prototypes dragen en uittesten, alvorens ze in productie gaan. Een paar millimeter kan heel wat schelen in comfort. Op de ontwerpafdeling werken twee stilisten. Twee keer per jaar worden nieuwe collecties voorgesteld rond een drietal thema’s. Een goede serie gaat 2 tot 4 jaar mee en verkoopt 100.000 stuks. Er zijn klassiekers die het nog doen na 20 jaar. Maar de verkoop is voor 80 % afgestemd op nieuwigheden. Het moeilijke van het ontwerp is dat men naast het creatieve, rekening moet houden met technische aspecten. Het is verwonderlijk dat de grote namen van de modewereld hun handen hebben afgehouden (bij wijze van spreken) van de lingerie. “Juist omdat het zo moeilijk is vanwege de hoge graad van techniciteit”, zegt Liesbeth Van de Velde, verantwoordelijk voor de technische ontwerpen.

Lingerie is een vak apart. Je moet met zoveel factoren rekening houden. Zo moet een slipje ook de binnenkant mooi zijn, want het wordt niet alleen gedragen, maar het wordt ook uitgedaan, als onderdeel van het liefdesspel bijvoorbeeld. De touché van de stof is belangrijk, om het in vakjargon te zeggen. A propos : wat zijn de nieuwigheden die we mogen verwachten ? Liesbeth : “Qua kleuren worden alle tonen van bruin weer in : licht en donker bruin, tabak, camel. Qua materialen zal er in de nieuwe collectie met fluweel gewerkt worden.”

Elk ontwerp van beha wordt in 4 of 5 maten geconcipieerd, met telkens 4 of 5 cups. Het volstaat niet om de maten proportioneel aan te passen, maar je moet telkens bijsleutelen : een millimeter hier, een millimeter daar. Voor elke maat en cup is het zoeken naar de grootste gemene deler. Wanneer het ontwerp op punt staat, worden technische draaiboeken gemaakt, die zowel in China als in Schellebelle gebruikt kunnen worden en een identiek resultaat moeten geven. De pasvorm en het draagcomfort zijn van het grootste belang. Dat verklaart ook waarom lingerie vervaardigen zo arbeidsintensief is en haast uitsluitend manueel kan gebeuren. Het is ondenkbaar voor elk model, elke maat, elke cup een industriële lijn te ontwikkelen. Bovendien is kant een levend product, dat met de grootste omzichtigheid behandeld moet worden.

Na het creatieve proces wordt het nieuwe model door de textielingenieur op zijn haalbaarheid bestudeerd. Kan het wel geproduceerd worden ? En aan welke prijs ? De commerciële dienst waakt over de verkoopbaarheid. Het hele proces is een samengaan van creativiteit, techniciteit, rentabiliteit en commercialisering.

Van het grootste belang is de kwaliteit van de grondstoffen. Men kan kant kopen van 100 frank per lopende meter, maar ook van 2000 frank. Van de Velde werkt uitsluitend met de beroemde Leavers-kant uit Frankrijk en de beste broderie uit Zwitserland en Italië. Voor de meterwaren wordt o.m. een beroep gedaan op de elastische stoffen van Liebaert uit Deinze, die een wereldreputatie hebben. Alle binnenkomende materialen worden zorgvuldig gecontroleerd. Met de computer worden de patronen uitgetekend : het komt erop aan uit een meter stof zoveel mogelijk stukjes te halen die als een puzzel in elkaar passen. Alles wordt uitgetekend door de plotter en de robot, die rechtstreeks verbonden is met de computer, snijdt de stoffen. De kant wordt gestanst met pneumatische persen.

In het stikatelier worden alle stukken geassembleerd. Dat gebeurt met klassieke naaimachines. Er staan er zo’n 160 in het atelier. Om een beha te maken, zijn er gemiddeld 40 bewerkingen nodig ! Voor een body is dat nog meer. Een echt monnikenwerk, vergeef me de uitdrukking. Alles wordt nadien stuk voor stuk zorgvuldig gecontroleerd. De stukken die in de buitenlandse filialen vervaardigd zijn, komen allemaal naar Schellebelle om gecontroleerd en van daaruit gedistribueerd worden. Twintig procent van het personeel houdt zich uitsluitend bezig met controle van de stoffen en de eindproducten !

Bescheidenheid siert.

Marie Jo heeft zich altijd onder de exclusieve merken als La Perla gepositioneerd. Maar is dat geen valse bescheidenheid ? “Op gebied van materialen en productietechniek staan wij naast La Perla”, zegt Luc Laureys. “Qua pasvorm zijn we zelfs beter. Maar we situeren ons in een ander prijsniveau. De prijs is een verkoopargument, een raison d’être voor La Perla, maakt deel uit van de exclusiviteit. Zij doen heel veel aan naam-investering. En kunnen extreme risico’s nemen op gebied van de creativiteit.” Kan er sprake zijn van een Belgische lingerie-stijl ? “Neen. Wel van een Europese stijl. Onze rechtstreekse concurrenten in de luxelingerie zijn de Franse merken Aubade en Lise Charmel. Hoewel de Fransen sterke merken hebben en toch vrij protectionistisch of chauvinistisch denken, krijgen we daar toch stilaan voet aan de grond. Onze sérieux is ons verkoopargument. Van de Amerikanen hoeven we niets te vrezen. Europa heeft de meeste creativiteit en de beste kwaliteit in stoffen. De Amerikaanse materialen zijn onvoorstelbare rommel.”

Worden er nog korsetten gemaakt ? “Toch wel, zij het op heel beperkte schaal.” Komt er ooit nog een revival van het korset ? “Ik geloof het niet : het insnoeren is niet meer van deze tijd. Maar misschien komt er ooit een modisch korsetje. Wat wel een revival beleeft, is het corsage, dat is de lange beha met maagstuk.” Body’s en jarretellen doen het ook goed ? “De modieuze versie van de body is een belangrijk product geworden. Het gaat op en neer : ooit was het 30 % van onze omzet, nu zo’n 12 %. Vijf, zes jaar geleden was het erg in als bovenkleding, maar dat heeft voor gevolg gehad dat een ander soort fabrikanten er zich mee ging bemoeien. De echte lingerie-body is een blijvende waarde. En datzelfde geldt voor de jarretellen : een klein maar leuk accessoire.” Denkt u dat de wonderbra een tijdelijke modegril is ? “Zeer zeker. We hebben er ook eentje gemaakt, vooral onder druk van het cliënteel én de verkoopafdeling. Maar in ons aanbod blijft het marginaal. Weet u trouwens dat de wonderbra een zeer oude beha is, die in Canada van onder het stof werd gehaald. Een interessant product, maar niet onze roeping. Wel heeft de wonderbra invloed gehad op het modebeeld. Zo doet de zgn. balconet beha het weer zeer goed : dat is een beha die de buste wat meer benadrukt, op een balkon plaatst als het ware.” Er zijn toch minder aangename beroepen dan lingeriefabrikant ? “Ik hoor u al komen. Laat het mij zo uitdrukken dat het zeer voldoening gevend is creatief werk te leveren in een sector die de mensen ook nog plezier kan bezorgen.” En wat zou grootmoeder ervan denken als ze zou terugkomen ? “Ze is in 1971 overleden. Ik denk dat ze verbaasd zou zijn. In de eerste plaats over de omvang die het bedrijf aangenomen heeft. Maar ook over de dingetjes die we op de markt brengen. Zij is begonnen met klassieke korsetten. Toen was het de bedoeling het lichaam in te snoeren, eventueel in een acceptabele vorm te gieten, maar ook te verbergen. Vandaag willen we niets meer verbergen, maar integendeel de schoonheid accentueren.”

De Portugese Celia is sedert jarenlang het gezicht van Marie Jo. Zij toont een geraffineerd ensemble met prachtig kant- en broderiewerk. De fotografie is van Hans Coopmans.

Margaretha Van de Velde : hoe het allemaal begon.

Marie Jo L’Aventure : nieuwe stijl.

Herman Van de Velde, Luc Laureys en Liesbeth Van de Velde in frivool gezelschap in Schellebelle.

Een vrouwvriendelijk bedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content