Wat is er veranderd?
Sinds 1 januari 2002 is ‘loopbaanonderbreking’ veranderd in ‘tijdskrediet’. Niet alleen de naam is anders, ook het systeem werd aangepast.
Sinds begin dit jaar vervangt het tijdskrediet het systeem van de loopbaanonderbreking. Dat werd in 1985 ingevoerd om voltijdse en halftijdse werknemers de kans te geven om het werk even stop te zetten. Het tijdskrediet moet ervoor zorgen dat de werknemers het beroeps- en gezinsleven beter kunnen combineren.
Het nieuwe systeem verschilt op enkele punten van het oude. Zo heeft iedereen uit de privé-sector recht op slechts één jaar tijdskrediet over de hele loopbaan. De sectoren en ondernemingen kunnen het tijdskrediet wel via een paritair comité of cao verlengen tot maximaal vijf jaar. Het tijdskrediet is een recht, maar de werking van het bedrijf mag niet in het gedrang komen. In ondernemingen met minder dan tien werknemers, is het akkoord van de werkgever nodig. Wanneer in een bedrijf meer dan 5% van de werknemers het tijdskrediet wil opnemen, dan beslist de ondernemingsraad wie eerst mag gaan. Er wordt voorrang gegeven aan werknemers die palliatieve zorgen willen verlenen of zwaar zieke gezinsleden willen bijstaan.
Minder lang, minder keuze
Werknemers die het tijdskrediet willen opnemen, hebben voortaan minder keuze. De loopbaan met een derde of een vierde verminderen, kan niet meer. In het nieuwe systeem kan de werknemer zijn loopbaan volledig opschorten, halftijds werken of het werk met een vijfde verminderen. Een nieuwigheid is dat de werknemer zijn anciënniteit moet aantonen voor hij het tijdskrediet kan opnemen. Jan Van Thuyne, adjunct-kabinetschef van minister van Arbeid Laurette Onkelinx (PS): “Een werknemer die zijn arbeidsprestaties een jaar wil opschorten, moet minimaal twaalf maanden gewerkt hebben. Hij of zij kan het tijdskrediet opnemen per minimumperiode van drie maanden, maximaal een jaar. Wie zijn arbeidsprestaties met een vijfde wil verminderen, moet de voorbije vijf jaar gewerkt hebben, waarvan het laatste jaar voltijds. Hij kan dan een dag of twee halve dagen per week thuisblijven. De minimumperiode bedraagt zes maanden, de maximale termijn is vijf jaar over de hele loopbaan.”
Voor vijftigplussers geldt een andere regeling. Zij kunnen hun prestaties verminderen met een vijfde of de helft, en dat tot aan de pensioenleeftijd. Jan Van Thuyne: “Dit recht moet voor minstens zes maanden opgenomen worden, maar is dus onbeperkt in tijd. De werknemers moeten wel een anciënniteit van twintig jaar hebben, waarvan de laatste vijf jaar bij dezelfde werkgever.”
Hogere vergoedingen
Sinds de invoering van de loopbaanonderbreking waren bedrijven verplicht om de afwezige werknemer tijdelijk door een werkloze te vervangen. Met het tijdskrediet valt die vervangingsplicht weg.
Ander positief nieuws is dat de onderbrekingsvergoedingen verhoogd werden. Een werknemer met meer dan vijf jaar anciënniteit, krijgt bij een volledige onderbreking 505,71 euro per maand. Werkte hij nog geen vijf jaar, dan ontvangt hij 379,28 euro. Wie zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vermindert, mag rekenen op 189,64 euro. Wie al langer dan vijf jaar aan het werk is, ontvangt 252,85 euro. Wie voortaan overweegt om vier vijfde te werken, zal maandelijks 75,86 euro op zijn rekening krijgen (zie tabel 1). Voor de vijftigplussers gelden andere vergoedingen. Zij krijgen 328,71 euro wanneer ze halftijds willen werken, en 126,43 euro als ze overwegen om de loopbaan met een vijfde te verminderen (zie tabel 2).
In een aantal gevallen komt boven op de federale uitkering ook een Vlaamse premie. De Waalse regering protesteerde echter tegen het Vlaamse premiestelsel. Verrassend, want de aanmoedigingspremies bestonden ook al in het systeem van loopbaanonderbreking. Volgens de Waalse regering zou door het premiestelsel een wanverhouding ontstaan tussen de verschillende gewesten. Door het beroep van de Waalse regering werd de uitbetaling van de Vlaamse premies gedurende maximaal 60 dagen geschorst. Werknemers die begin januari 2002 in het nieuwe systeem zijn gestapt, moeten voorlopig terugvallen op het federale krediet. Minister-president Patrick Dewael (VLD) heeft echter beloofd dat de Vlaamse betrokkenen na die periode de premies retroactief uitbetaald krijgen.
Melanie De Vrieze [{ssquf}]
De verplichting om een afwezige te vervangen door een werkloze, is weggevallen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier