Wat bezielt de verzekeraars?

De beurzen zijn het noorden kwijt. De afgelopen maanden koersten de aandelen op een woelige zee onvermoeibaar zuidwaarts. “Er zit extreem veel pessimisme in de koersen verrekend. Opvallend daarbij is het gedrag van de institutionele beleggers,” zegt Marc Janssens, vennoot bij de vermogensbeheerder Petercam. “Een aantal jaren geleden fungeerden bijvoorbeeld de verzekeraars nog als anker voor de beurs, nu accentueren ze de schokken. De verzekeraars hebben de verkoopgolf in gang gezet en de beurzen besmet met het syndroom van overshooting – overdrijvingen in positieve of negatieve zin. Dat kan een tijdje duren. Het grote gevaar daarbij is dat de kwakkelende beurzen ook de reële economie onderuithalen. Maar er staat veel cash op de rekeningen, wat een snelle beursommekeer mogelijk maakt, zoals in het begin van de jaren zeventig.”

MARC JANSSENS (PETERCAM). “In de opgaande fase heerste bij de fondsbeheerders van de verzekeraars de dictatuur van de relatieve prestaties. Ze wilden vooral voor elkaar niet onderdoen, en wilden op de eerste plaats de benchmark kloppen. Met als gevolg dat er op een irrationele manier geïnvesteerd is in een aantal sectoren. In de huidige neergaande fase verkopen de verzekeraars hun aandelen onder druk van de omstandigheden: de vereiste solvabiliteitsratio’s komen in het gedrang. Aandelen worden buiten gegooid om het eigen vermogen in verhouding tot het balanstotaal te versterken. Het gaat daarbij soms om aandelen die een rendement van 7% tot 8% bieden. Het vrijgekomen geld wordt in vele gevallen geparkeerd op een termijnrekening die momenteel hooguit 3,25% opbrengt. Dat is een verlieslatende strategie, want aan de verzekerden is een hoger rendement beloofd.

“In een overdrijvende markt heeft de belegger stalen zenuwen en veel geduld nodig. Maar geduld is voor de verzekeraars vandaag een schaars artikel, door de druk van de kwartaalresultaten en omdat aandelen tegen marktwaarde in de boeken van de verzekeraars moeten. Latente minwaarden komen meteen in de resultaten terecht en vreten het eigen vermogen aan zonder dat er een cash-out is geweest.”

Is het dan een goede zaak dat financiële instellingen hun aandelenportefeuilles boeken tegen marktwaarde?

JANSSENS. “Neen, aandelen boeken tegen marktwaarde – zoals dat onder meer vereist is door de International Accounting Standards – helpt de financiële sector niet vooruit. Samen met de druk van de kwartaalresultaten, leidt dit tot nog meer wisselvalligheid, terwijl de sector nood heeft aan stabiliteit en vertrouwen, bijvoorbeeld om spaargeld aan te trekken. Het huidige volatiele klimaat zet de banken aan tot voorzichtigheid en tot het beperken van de volatiliteit van de kwartaalcijfers.”

De latente meerwaardes in de obligatieportefeuille worden niet geboekt. Hebben de verzekeraars daar geen verborgen reserves?

JANSSENS. “Ja, maar wie de obligaties in portefeuille nu verkoopt en de meerwaarden int, teert op de toekomstige rentabiliteit. Want de verkochte sommen moeten vandaag worden herbelegd tegen een lagere intrestvoet. Het gaat dus om een afruil tussen winst nu of winst morgen. Maar waar men wel makkelijk overheen gaat, is de macht van de verzekeraars om de prijzen te zetten. Zijn er te veel schadegevallen, dan verhogen ze zonder al te veel moeite de premies. Die pricing power geeft ze heel wat operationele slagkracht.”

Zijn de koersen intussen dermate gezakt dat er overnames in de lucht hangen?

JANSSENS. “Een aantal bedrijven noteert tegen waarderingen die onder de prijzen liggen waarbij industriële transacties buiten beurs worden afgehandeld. Een aantal industriële transacties kan daarom een beursherstel inluiden. Als het stof gaat liggen, is er opwaarts potentieel. De koers-winstverhouding van de Bel-20 bedraagt nu 10 voor dit jaar, en 8,7 voor volgend jaar. En de winstcijfers van de bedrijven kunnen volgend jaar verbeteren, zelfs bij een stagnerende economie, omdat de bedrijven snoeien in de kosten. Tegen de huidige koersen gaat de beurs voor de Bel-20-bedrijven uit van een jaarlijkse nominale winstgroei van slechts 4,2% tussen 2003 en 2010, een toch wel pessimistisch uitgangspunt.”

D. K. [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content