Warrants voor uw personeel

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Het Ninoofse softwarebedrijf Compex lanceert personeelswarrants. Net op een moment dat de aandelenmarkten het slecht doen en hoewel de onderneming helemaal geen plannen koestert om naar de beurs te trekken. Toch kent het initiatief succes.

Het Ninoofse softwarebedrijf Compex heeft vorige maand een ambitieus warrantsplan voor zijn personeel bekendgemaakt. Een vreemd moment, lijkt het. Warrants, die het recht geven om aandelen tegen een bepaalde prijs aan te kopen, zijn immers een instrument dat inspeelt op de stijgende koers van een bedrijf.

Het beursklimaat voor Vlaamse hightechbedrijven is de voorbije maanden, om het zacht uit te drukken, niet echt positief. Veel werknemers uit die bedrijven zagen de waarde van hun aandelen het voorbije jaar als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ambitieuze employee share option plans konden de verwachtingen niet inlossen. Compex is bovendien niet eens een beursbedrijf. Het kondigt evenmin een notering aan. De werknemers kúnnen dus niet speculeren op spectaculaire koersstijgingen.

“Spektakel?” sputtert Guido Beazar tegen. “Spektakel moet je bij ons niet zoeken. Saaiheid is zelfs een beetje onze troef. Personeelsleden die snelle winsten zoeken of Compex beschouwen als een tussenstap in een flitsende carrière, selecteren we eruit bij de aanwerving. De warrants zijn bedoeld voor mensen die geloven in onze politiek: een gestage groei, zo’n 20% per jaar, in een vooruitstrevende sector.”

Aandelen tegen gunstige voorwaarden

Van de honderd Compex-werknemers zijn er zo’n veertig in het buitenland aan de slag. Dat vergemakkelijkte niet bepaald de warrants-uitgifte. Paul Indekeu, chief financial officer van Compex: “Er zijn nogal wat verschillen in de wetgevingen die het werknemers mogelijk maken tegen gunstige voorwaarden aandelen van het bedrijf te verwerven.” Zo betaalt het Belgische personeel belasting als het de warrants verwerft. Eventuele latere winsten blijven onbelast, maar de fiscus behoudt de betaalde belasting als de warrants niet worden omgezet in aandelen. In Nederland dan weer komt de fiscus pas bij de lichting van de warrants om de hoek kijken.

Compex opteerde ervoor om één warranttype – namelijk van de Belgische overkoepelende NV – te lanceren. “Anders moesten we te veel middelen besteden aan administratie en ondersteuning,” aldus Indekeu, die voor de operatie de hulp inriep van een team rond advocaat Pieter De Koster (Allen & Overy Belgium). Het financiële luik werd dan weer gecontroleerd door Ernst & Young. De bedrijfsrevisor bepaalt immers de waardering van Compex. De directie en het personeel tekenden een wederzijdse vertrouwelijkheidsovereenkomst over de prijs van de warrants, maar Trends vernam uit goede bron dat het aandeel wordt gewaardeerd op 8,25 euro.

Geen verantwoording verschuldigd aan CBF

Omdat er 41.444 warrants (1,54% van het bedrijfskapitaal) worden toegekend, betekent dit dat Compex in deze veronderstelling 22,8 miljoen euro waard is. Guido Beazar bevestigt noch ontkent dit cijfer. Compex moet de waardering overigens niet onderwerpen aan de controle van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF). De warrants worden immers alleen maar verstrekt aan personeelsleden met één jaar anciënniteit (het aantal te verkrijgen warrants varieert volgens de functie).

Het gevolg is dat net geen vijftig Belgen over Compex-warrants beschikken. Dat aantal is de minimimgrens om te kunnen spreken van een publieke verspreiding van aandelen, die moet worden gecontroleerd door de CBF. “Dat liet ons toe snel te handelen,” aldus Indekeu. “Het is echt geen trucje om de controle te ontlopen. Als we volgend jaar een nieuwe uitgifte doen voor een groter aantal personeelsleden, zullen we plichtsgetrouw een prospectus indienen.”

De bedrijfsrevisor zal elk jaar trouwens een nieuwe evaluatie van de bestaande warrants doen. De warrants kunnen pas over vier of vijf jaar worden omgezet in aandelen.

“We zullen ze dan terugkopen, en waarschijnlijk opnieuw in omloop brengen voor nieuwe warrantsplannen,” aldus Indekeu. “Voorlopig is Compex niet beursgenoteerd, zodat we bij de aankoop verplicht zijn via de revisor een waardebepaling te organiseren.”

Beursgang niet voor morgen

Een beursnotering zit er voorlopig niet in voor Compex. “Niets is uitgesloten,” zegt Beazar. “Zo’n drie jaar was er een beter beursklimaat, en dachten we aan een notering. Er zijn de voorbije jaren al kleinere bedrijven dan Compex naar de beurs gebracht.” Dat gebeurde echter in de overtuiging dat die kleine bedrijven een groot potentieel hadden. Vandaag weten we dat de prognoses soms overdreven waren. Compex voelt zich niet geroepen enorme verwachtingen te creëren (hoewel een verwachte omzetstijging van 20% omzet per jaar meer dan bescheiden is).

Beazar onderscheidt “de agressieve roepers” op de beurs, die hoge risico’s nemen om omzet te creëren, en bedrijven die “bescheiden, maar met resultaat” een financieel sterk onderbouwde groei realiseren. “Klasseer ons maar bij de Roularta’s van deze wereld,” zegt hij met een knipoog naar de uitgever van Trends. “We willen de beleggers niet warm maken met sensatie. Maar wie weet, is er in de toekomst wel ruimte voor beursnoteringen van ondernemingen met een normaal verhaal.”

Vanuit financieel perspectief heeft Compex alvast geen enkele reden om snel voor een beursnotering te opteren. Er zijn bijvoorbeeld geen hoge sommen nodig voor investeringen of overnames. “Die worden niet gepland op korte termijn,” aldus Guido Beazar. “We staan huiverig tegenover overnames, omdat die veel managementtijd en -kosten vragen. En goede managers zijn zeldzaam in deze wereld. Ik sluit niet uit dat we externe producten zullen integreren, zonder de overname van beheersstructuren.”

Een beursgang is evenmin aangewezen om de solvabiliteit te versterken. Die oogt best aantrekkelijk met 118 miljoen frank eigen vermogen tegenover 93 miljoen frank vreemd vermogen op groepsniveau (1999). Deze sterke positie is een rechtstreeks gevolg van de investering in 1998 van 100 miljoen frank door NIB Capital, de Nederlandse kapitaalverschaffer die vandaag 14% van de aandelen bezit.

De balansen worden evenmin verzwaard met allerlei activa, omdat Compex conservatieve boekhoudingstechnieken hanteert. “Onze productontwikkeling wordt als een kost op de jaarrekening opgenomen,” grinnikt Beazar. “Ik weet dat sommige Vlaamse managers die kosten activeren, maar ik sta daar huiverig tegenover. Het zet de deur wijdopen voor moeilijk controleerbare constructies zoals bij dat bedrijf dat de voorbije maanden nogal vaak het nieuws haalde.”

Ook het wagenpark, de IT-apparatuur en het mooie bedrijfsgebouw in Ninove prijken niet aan de activa-kant. Die worden immers alle gehuurd, dus als kosten geboekt.

Laag personeelsverloop

Hoe reageert het personeel op deze vrij bescheiden aanpak van Compex? Het valt op dat in Ninove niet dat schreeuwerige sfeertje heerst dat we wel eens opsnoven in andere bedrijven aan de rand van een beursgang.

We peilden bij software-ingenieur Andy Leclercq, die zo’n 300 warrants heeft aangekocht. “Compex verschilt van andere hoogtechnologische ondernemingen omdat het een realistisch beeld van zichzelf schetst bij klanten én personeel,” getuigt hij. “Wij weten dat dit geen snel-rijkbedrijf is. Ik hecht meer belang aan de speciale sfeer bij Compex. Wederzijds vertrouwen, degelijkheid en correctheid zijn waarden die me aanspreken. Compex is ambitieus, zonder snoeverig te worden.”

Leclercq beseft dat hij bij een eventueel vertrek bij Compex zijn warrants kwijt is (een mogelijkheid die wettelijk niet verplicht is, maar in dit geval wel wordt toegepast). Concreet: als het bedrijf binnen vijf jaar drie keer zoveel waard is, verliest hij potentieel een winst van 200.000 frank. “Het warrantsplan is een wederzijds engagement,” beklemtoont hij. “Bovendien zie ik me zo snel nog niet vertrekken.”

Het personeelsverloop bij Compex is relatief laag voor een hoogtechnologisch bedrijf: 10% per jaar. Beazar hoopt dat cijfer nog verder in te dammen met de invoering van de warrants.

“Het initiatief is gebaseerd op wederzijds begrepen eigenbelang,” redeneert hij. Hij beklemtoont dat het warrantsplan minder een fiscaal voordelig verloningsinstrument is dan wel een element dat past in een breder human-resourcesbeleid.

Weg van het ouderwetse denken

“Ik wil weg van het klassieke, ouderwetse denken dat de macht aan de top van het bedrijf en de uitvoering ergens onderaan situeert,” stelt Beazar. “In een hoogtechnologische onderneming als de onze zijn het personeel en de knowhow cruciaal. Je moet er voorzichtig mee omspringen. Ons personeelsbeleid is dus minder een kwestie van gezag, leiding en toezicht, dan wel een vorm van partnership tussen de klant – Compex – en de leverancier – de medewerkers die tegen betaling diensten verstrekken. Met andere woorden: wij hebben geen monopolie op de knowhow van onze medewerkers. Je kunt de samenwerking niet afdwingen.”

Vandaar dat Compex, dat geregeld via enquêtes toetst of de lonen nog in de lijn van de markt liggen, zijn personeelsbeleid plaatst in de TIR-filosofie: Teamspirit, Integriteit en Respect. Beazar: “We gaan prat op onze cultuur, die streeft naar authenticiteit. Wij weren politiek – machtsdenken en het beschermen van de eigen winkel – uit ons bedrijf. Wij beloven geen dingen die we niet kunnen realiseren, niet aan het personeel en evenmin aan de klanten.” Dat klinkt misschien wat wollig en lijkt rechtstreeks uit een of ander MBA-handboek geplukt. Maar het concept werkt, blijkbaar.

Andy Leclercq: “Compex is een familiebedrijf in beide betekenissen van het woord. Niet alleen heeft de familie de meerderheid van de aandelen ( nvdr – 85% zit verankerd bij de stichters in een Nederlandse stichting), maar we zijn qua cultuur ook één grote familie. Met de warrants worden we als het ware aandeelhouders van ons eigen familiebedrijf.”

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content