Waar waren de risk managers toen de bankcrisis begon?
Met stijgende verbazing lees en hoor ik wat er allemaal gebeurd is in de bankwereld. Eenvoudig samengevat: bijna alle grote (Amerikaanse) banken hebben zich blootgesteld aan volkomen onverantwoorde kredietrisico’s. Fondsen, beleggers, banken en verzekeringsmaatschappijen hadden geen aandelen maar bloedzuigers in hun portefeuille.
Af en toe word ik uitgenodigd op voordrachten over risk management. Die onderwerpen zien er dan altijd grondig, belangrijk en alomvattend uit. Met een risk manager in de buurt, is je bedrijf gewapend tegen de grote systematische fouten die je kunnen overkomen. En toch ligt een groot deel van de banksector min of meer uitgeteld op zijn achterwerk. De vraag ligt natuurlijk voor de hand: lagen alle risk managers in de banksector te slapen?
Zelf kan ik het antwoord op die vraag niet geven. Ik kan wel vermoeden wat er gebeurd is, omdat ik de algemene theorieën ken die kunnen verklaren waarom het management soms desastreuze beslissingen neemt.
Soms echter lacht het geluk de columnist toe. In The Economist van 9 augustus klapt zo’n risk manager uit de biecht en vertelt hij wat er echt is gebeurd. Om duimen en vingers bij af te likken, behalve natuurlijk als je bankaandelen hebt. In wat volgt, zijn de titeltjes van mij. De tekst is een mengeling van wat de risk manager vertelt en mijn ‘duiding’.
Waanzinnig zelfvertrouwen. Echt niet zien hoe het ooit stuk kan gaan.
De wereld leek rond januari 2007 zo goed als risicoloos. Hoe kon het krediet opdrogen als er meer fondsen dan ooit werden aangetrokken? Een liquiditeitscrisis leek zo goed als uitgesloten. Het enige dat echt telde, was ‘zaken doen’.
Vol zelfvertrouwen redeneren vanuit een fout model: onze wijk zal wel nooit overstromen, want bij de drie vorige overstromingen is telkens dezelfde (andere) wijk overstroomd.
De bankiers beschikten over de beleggingsproducten met de minste risico’s. De producten met meer risico zouden de schok wel opvangen. Plots begon de markt totaal anders te reageren dan ‘normaal’. Veilige producten werden minder waard en minder veilige werden meer waard. Vraag en aanbod waren tijdelijk verschoven en de risk managers hielden rekening met een maximale daling van 1 % van de ‘superveilige’ producten. Toen ze 20 % in hun maag gesplitst kregen, was het hek van de dam. Men was er bovendien naadloos van uitgegaan dat mocht er zich een probleem voordoen, men snel de verliezen kon afwikkelen. (Maar zodra de eigen wijk overstroomd is, kan je niet meer met je auto naar droge gebieden rijden!)
Er kwamen nieuwe producten die buiten de bekende zone vielen. Creativiteit en ‘out of the box’-denken zijn best leuk, maar let op als je dat doet in een sector die daar niet op gericht is.
De nieuwe beleggingsproducten vielen de facto tussen twee stoelen. Ze vormden geen markt-, maar ook geen echt kredietrisico. En omdat ze ontsnapten aan de klassieke managementsystemen, konden ze als een kankercel groeien. Niemand voelde zich echt verantwoordelijk. Iedereen dacht dat de ‘anderen’ het wel onder controle hadden.
Wie naar de bal kijkt, ziet de gorilla niet (op het internet staat een filmpje waar je moet kijken naar de bal, en waar een grote gorilla over het scherm wandelt. Bijna niemand ziet de gorilla… ).
Bankiers keken met volle aandacht naar de producten waarvan ze wisten dat ze risicovol waren. Want die gevaren kende men. Toen bij andere producten de verliezen zich begonnen op te stapelen, had niemand ze gezien…
Wie ‘er niet meer in gelooft’ is een conservatieve bureaucraat, die best opzijgeschoven wordt. Want die ‘heeft het nog altijd niet begrepen’.
De druk op het risk management werd enorm. Bankiers en handelaars zagen risk management enkel als stoorzender, als spelbreker. Het is natuurlijk net als het moeilijk wordt, dat je ondernemend moet zijn, nietwaar, dat je snel moet reageren. Risk managers waren zeurpieten die ‘er niets van snappen’. Bovendien pleegden ze broodroof. Als de handelaars niet mogen handelen, kunnen ze geen bonus verdienen. Risk managers moesten vooral leren constructief te denken (lees: goedkeuren zonder al te veel vragen te stellen).
Ook al hebben risk managers gelijk, ze krijgen daarom nog geen gelijk.
Het zinnetje dat de (anonieme) risk manager gebruikt, is zo knap dat we het even letterlijk voor u vertalen: “De traders waren minstens evenzeer in het harnas gejaagd door de manier waarop het werd aangebracht als door wat er werd aangebracht.” Wat ook helpt om risk managers te neutraliseren, is uit te leggen dat je wekenlang aan een deal hebt gewerkt, en dan de cijfers net een uur voor de vergadering geven.
Ik heb ooit een roman cadeau gekregen over oplichters. Eén zinnetje uit dit boek zal ik nooit vergeten: ‘je kunt enkel iemand oplichten die hebzuchtig is’. De banken hebben zichzelf opgelicht. Dat weze duidelijk. (T)
DE AUTEUR IS HOOFDDOCENT AAN DE UNIVERSITEIT GENT EN PARTNER VAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier