Verzekeraars moeten de eerste stap doen

Om te begrijpen dat de lage stand van de langetermijnrente een wurgende impact heeft op levensverzekeraars en andere langetermijnspaarders – zoals pensioenfondsen – hoef je geen Nobelprijswinnaar te zijn. Neem de gewaarborgde rendementen die levensverzekeraars volgens de wet op de aanvullende pensioenen (WAP) moeten aanbieden op groepsverzekeringscontracten: 3,25 procent op de bijdragen van de werkgever, en 3,75 procent op de bijdragen van de werknemer. Dat wordt aartsmoeilijk als de langetermijnrente onder de drie procent duikt, zoals nu.

Assuralia, de beroepsvereniging van de verzekeraars die actief zijn in ons land, houdt zich op de vlakte. De lage rente heet “voor het ogenblik” geen issue te zijn. Duidelijk cijfermateriaal en een deftige uitleg om die bewering te staven, zijn er niet. Assuralia zal het probleem onder de loep nemen als het probleem zich stelt, heet het. Tot zover de officiële uitleg. In werkelijkheid heeft Assuralia het probleem van de lage rente maanden geleden al te berde gebracht, in beperkte kring en achter gesloten deuren.

Waarom al die geheimzinnigheid? Het is toch niet de schuld van de levensverzekeraars dat de langetermijnrente op een historisch laag peil staat en daar wellicht nog een tijd zal blijven hangen? De financiële beleidsmakers hebben dat besloten, om de crisis in de reële economie te bezweren. De langetermijnrente wordt kunstmatig laag gehouden, dus kan het niet anders dan dat de bezworen problemen op een andere plaats in de economie de kop opsteken. Bij de langetermijnspaarders deze keer.

Wat staat er dan te gebeuren met de groepsverzekering? De kans is reëel dat levensverzekeraars de gewaarborgde rendementen van 3,25 en 3,75 procent niet kunnen garanderen voor nieuwe contracten. In principe moeten de werkgevers dan het verschil bijpassen. Zo’n verzoek zal hoogstwaarschijnlijk in het verkeerde keelgat schieten, aangezien de meeste werkgevers nu al maanden aan het spartelen zijn in uiterst woelige wateren. Het verschil dan maar niet bijpassen? De vakbonden zullen het graag horen.

Nee, dan kunnen de langetermijnspaarders de kwestie beter aankaarten bij de overheid, nu het nog niet te laat is. De levensverzekeraars op kop, want zij beheren de bulk van het aanvullende pensioenkapitaal van de Belgen. De minimumrendementen van 3,25 en 3,75 procent die de WAP waarborgt, moeten wellicht worden verlaagd voor nieuwe aanvullende pensioenplannen. Etienne De Callataÿ, de hoofdeconoom van Bank Degroof, opperde in Trends al het idee om de WAP-rendementen te koppelen aan de langetermijnrente, via een indexeringssysteem.

Een transparant debat zou het grijze, ondoorzichtige imago van de verzekeraars ten goede komen. Een duidelijke, en tijdige, uitleg aan de consument kan beroering vermijden. Blijven zwijgen, de problemen zich laten opstapelen, en wachten tot niemand de verzekeraars nog als betrouwbare gesprekspartner beschouwt? Dat is de ideale voedingsbodem voor onrust, en voor een volgende episode van de overheid als ultieme redder in nood – voor de verzekeraars deze keer. De ultieme doodsteek voor het aanvullende pensioen, kortom.

Door Celine De Coster

De kans is reëel dat levensverzekeraars de gewaarborgde rendementen van 3,25 en 3,75 procent niet kunnen garanderen voor nieuwe contracten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content