Uitzendbureaus willen meer Poolse bouwvakkers importeren

De Belgische uitzendbedrijven ondervinden weinig last van Oost-Europese concurrenten die onze markt willen inpalmen met goedkope bouwvakkers. Ze willen een verdere liberalisering.

Polen mag dan al een jaar lid zijn van de Europese Unie, Poolse werknemers kunnen bij ons nog altijd niet zo-maar aan de slag (zie ook blz. 52). Tot eind 2006 wordt het vrije verkeer van werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten nog altijd beperkt. “Daar moet snel een einde aan komen,” zegt Herwig Muyldermans, directeur van Federgon, de federatie van HR-dienstverleners. “Dat mensen uit de nieuwe EU-landen nog altijd een arbeidsvergunning nodig hebben, is een achterhaalde situatie. Het probleem van de knelpuntberoepen wordt steeds acuter, dus we hebben die mensen echt nodig.”

Eenzelfde geluid horen we bij Randstad, de nummer één op de Belgische uitzendmarkt. “Wij zijn voorstander van verdere liberalisering,” zegt Randstads arbeidsmarktspecialist Jan Denys. “Laten we eerlijk zijn: de Polen doen hier het werk dat anderen niet willen of kunnen doen.” De huidige situatie leidt tot absurde toestanden, vindt Denys. Zo kunnen Poolse bedrijven als onderaannemer wel in België actief zijn, maar mogen Belgische bedrijven geen Polen aannemen. Uitzendbedrijven hebben daar intussen een oplossing voor gevonden: ze stellen Poolse arbeiders te werk die ook over de Duitse nationaliteit beschikken.

Wordt hiermee de deur niet opengezet voor sociale dumping? Denys: “Je mag niet vergeten dat de Belgische arbeidswetgeving van toepassing blijft. Van dumping is geen sprake, want je moet het minimumloon betalen. Het enige voordeel is dat voor de sociale bijdragen de regels van het oorsprongland gelden. Als je met Polen werkt, moet je dus sociale bijdragen betalen volgens het land van herkomst. Daar kan je wel financieel voordeel uit halen. Maar het kost ook geld om die mensen naar hier te halen en voor logies te zorgen.”

Zowel Denys als Muyldermans bevestigt dat er een aantal malafide bedrijven tot de Belgische markt probeert door te dringen. Hun impact in de uitzendsector is echter beperkt. “Toch moeten we voorzichtig blijven,” waarschuwt Muyldermans. “Vooral via allerlei detacheringsconstructies proberen bedrijven de wetgeving te omzeilen. Maar door de strenge reglementering blijft de bouwsector min of meer buiten schot.”

De relatief hoge drempel die in 2002 werd ingevoerd toen uitzendbedrijven in België toegang kregen tot de bouwsector, heeft blijkbaar effect gehad. Je kan als uitzendbedrijf niet zomaar uitzendkrachten naar een bouwwerf sturen. Om te beginnen, moeten de activiteiten in de bouwsector ondergebracht worden in een aparte vennootschap. De uitzendbedrijven zijn ook verplicht om de uitzendkrachten een opleiding te geven. “De Belgische topdrie (Randstad, Adecco en Creyf’s) heeft indertijd een akkoord afgesloten met de Bouwunie,” zegt Johan Sack, marketingmanager bij Creyf’s. “Daarbij engageerden we ons om aan de uitzendkrachten een opleiding van zestien uur te geven.”

Momenteel is een tiental uitzendbedrijven in de bouwsector actief. Samen stellen ze ongeveer 2000 uitzendkrachten tewerk (cijfers van 2003) en het aantal stijgt niet echt.

A.M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content