TRADERS- MACHINISTEN

Locatie : Johannesburg.

VAN COÖPERANT TOT ONDERNEMER.

Camille Vermoesen was 30 jaar lang coöperant in Zaïre en algemeen direkteur van de Belgische scholen in Shaba. In 1982 begon de oud-leraar een eigen houtkapbedrijf in Kasaï, dat boomstammen exporteerde via de Kasaï-rivier en via de Zaïrese spoorwegmaatschappij SNCZ Gécamines beleverde. “In 1990 werd alle transport onmogelijk, zowel naar het noorden waar de rivier niet meer uitgebaggerd werd als naar het zuiden waar de spoorweg om tal van redenen in onbruik viel, ” vertelt Vermoesen. En zoals vele landgenoten zocht hij dan maar zijn geluk in Zuid-Afrika.

Vanuit Johannesburg schakelde Camille Vermoesen met zijn nieuwe tradingfirma Altimin over op de oliebevoorrading van SNCZ, de diamantmaatschappij Miba in Kasaï en de kopermaatschappij Gécamines in Shaba/Katanga. Ten einde raad, omdat Miba met maandelijks minder dan 700 m3 diesel dreigde stil te vallen, huurde Vermoesen begin ’93 Iljoesjins om per vlucht 30.000 liter dieselolie naar Mbuyi Mayi over te vliegen.

In augustus ’93 deed de Vlaming het Zuidafrikaanse Spoornet een voorstel : met Zuidafrikaanse lokomotieven de 850 in Zaïre geblokkeerde Spoornet-wagons terughalen. De Zuidafrikanen wilden zich niet meer alleen in het Zaïrese moeras wagen. Ze zagen maar al te graag iemand opduiken die het land grondig kende.

SOUTHERN RAIL.

Met Altimin richtte Spoornet in februari ’94 Southern African Associates op. Vande Ghinste en Danimpex, twee vanuit Kaapstad opererende Belgische traders werden mede-aandeelhouders in Southern Rail : dit is de werkmaatschappij die Spoornet de garantie gaf dat ze met de inzet van zeven Zuidafrikaanse lokomotieven en onder begeleiding van Zaïrese militairen de achtergebleven wagons zou terugbrengen en de OCS-spoorweg tussen de Zambiaanse grens en Kasaï op gang zou trekken. De Belgische traders bespraken hun plan om de diamantstreek uit haargeografische afzondering te halen ook met de machthebbers in Kinshasa.

Uiteindelijk slaagde Southern Rail erin de duur van het goederentransport op de 1168 km tussen Sakania aan de grens met Zambia en Mwene Ditu, op een honderdtal km van Mbuyi Mayi (zie kaart), te verminderen van 60 dagen tot maximum één week. De Belgisch-Zuidafrikaanse traders konden opnieuw tonnen voedsel en materieel naar Miba, hun belangrijke klant, sturen.

Zegt Vermoesen, die het projekt met 20 expats leidt vanuit zijn villa in Johannesburg en regelmatig met experten op en af vliegt naar Zaïre : “De noodzakelijke rehabilitatie van de spoorweg kan niet zonder buitenlandse financiering, maar daarvoor moet men ophouden dit dossier te politizeren. Dit is een sociaal projekt, dat cruciaal is voor de heropleving van Kasaï en Katanga. Het normale ritme van OCS ligt op ruim één miljoen ton per jaar. Om break-even te zijn, moeten we maandelijks 4 à 5000 ton aankunnen. Dat kan gemakkelijk oplopen tot 30.000 ton als de regering-Kengo Southern Rail de uitbating van de OCS- en de SFE-lijn toevertrouwt. Bovendien liggen in Kinshasa mogelijke privatizeringsscenario’s ter studie. “

En daar wringt het schoentje, want inmiddels nam de regering-Kengo ook Transurb met Comazar bij de hand. Transurb is evenwel bereid samenwerkingsformules met Southern Rail te onderzoeken. “Op voorwaarde dat wij als professionals de leiding krijgen, ” zegt Patrick Claes.

CAMILLE VERMOESEN (SOUTHERN RAIL) De verlamde spoorweg weer op gang getrokken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content