Toeristen zonder grenzen
De ideologieën kapseisden in de vernietigingskampen van Hitler, Stalin en Pol Pot. Uit die leerzame gruwel zou een nieuwe kosmopolitische mens opstaan. Voer voor een nieuwe utopie ?
De twintigste eeuw, die de ideologieën wilde uitkristalliseren tot een maakbare wereld, eindigt in mineur. Op het eerste gezicht lijkt er nochtans hoop als nooit tevoren. De mens leerde immers de Grote Woorden te wantrouwen en door de mist van de ideologieën opnieuw naar de naakte werkelijkheid te kijken. Vanuit zo’n ingesteldheid kan iets moois groeien, bijvoorbeeld een humaan, democratisch en multicultureel wereldbeeld. We moeten echter beter weten. Die moderne idee werd al lang weer ingeruild voor een zogeheten postmoderne versplintering. Alles werd gelijk, alle waarden werden inwisselbaar. In plaats van de gezonde persoonlijkheid, veranderde de mens dan ook geleidelijk in een ironicus en zelfs een cynicus. Al lijkt ook dat beeld te pessimistisch. In zijn jongste boek De verloren beschaving betoogt de populaire Franse filosoof en cultuurcriticus Alain Finkielkraut dat de ideologen opgevolgd worden door de humanitaire generatie. Deze generatie “wil een eind maken aan de ideologische periode waarin de geschiedenis van de mensen ondergeschikt was aan de logica van één enkele idee.” Het gevolg ? Het gedachtegoed wordt dan toch opnieuw ingepalmd, zij het deze keer door humanitaire organisaties, waarvan Artsen zonder grenzen als uithangbord en schoolvoorbeeld kan fungeren.
DE NIEUWE FILANTROPEN.
Laten we geen misverstand in het leven roepen. Finkielkraut heeft wel degelijk bewondering voor de grenzeloze inzet van de vele hulpverleners. Bijna vanzelfsprekend heeft de glorieuze Franse mopperaar (die hier vooral bekend werd met het uit 1987 stammende De ondergang van het denken) er ook fundamentele bedenkingen bij. Stelt hij, met een wat lang uitgevallen boutade die weerhaken bevat : “De humanitaire generatie houdt niet van de mensen (die zijn slecht te peilen), ze wil zich zo graag met hen bezighouden. Als ze vrij zijn, wordt ze bang van hen. Om al haar tederheid de vrije loop te laten en om voor hen te zorgen zonder dat ze hun lot in eigen hand nemen, wil ze dat ze gehandicapt zijn. Vroeger werd ze misleid door het fabeltje dat de mensheid op weg was naar een stralende toekomst, nu valt ze, om iedere onaangename verrassing te vermijden, terug op de onbetwistbare waarheid dat de mensheid lijdt.”
Nu de mens ontwaakt is “uit de roes van de grote Geschiedenis”, gaat hij aan het bemoederen. Een slachtoffer heeft immers altijd gelijk, aan welke kant hij ook staat, voor welke idee hij ook wilde strijden of juist van strijd afzijdig wilde blijven. Het doet er allemaal niet meer toe.
Alle goede bedoelingen ten spijt, kleeft ook aan die hulpvaardige houding bloed. “Voordat het Kwaad in alle gruwelijkheid duidelijk is geworden, zodat de verwarring, de complicaties en de onduidelijkheden worden weggenomen, houdt deze nieuwe filantropie zonder oogkleppen zich afzijdig. Daarna heeft ze wel wat anders aan het hoofd.”
Kortom, de nieuwe filantropen belijden een (te) gemakzuchtige moraal. Uiteraard moeten slachtoffers geholpen worden, maar is er dan niemand die nog durft te denken aan het voorkomen van het onheil ? Om te voorkomen, moeten keuzes gemaakt worden. Dat vergt een enorme inspanning, een moeizame analyse en een moedige stellingname. In een tijd die de waarden heeft weggewist, is dat moeilijk en zelfs verdacht. Misschien moet je politiek incorrecte oplossingen voorstellen. Neen, dank je, we schieten wel te hulp na de ramp. Overigens, wie een keuze maakt, kan zich vergissen.
WORLD WIBE WEB.
Ideologisch, politiek en ethisch beschouwd, is hoegenaamd niets nog eenvoudig. Finkielkraut is zelf de eerste om dat met veel paradoxaal aplomb toe te geven. Net nu we de zegepraal van de liberale democratie wilden vieren, werd het toneel “bestormd door luidruchtige naties met onuitspreekbare namen, die alle met hun eigen herinnering, hun eigen vreemde blazoen, hun splinternieuwe oude vlag en hun ondoorzichtige kunstmatigheid kwamen aanzetten.” Dat Blut und Boden-tribalisme schoot de multiculturele droom (geconcretiseerd door, bijvoorbeeld, Sarajevo) aan flarden.
Het bekrompen nationalisme doemt nota bene op in een tijd die alom wordt bezongen als de telematicarevolutie. Dankzij het world wibe web wordt de internationalisering onstuitbaar. Het nationale gevoel verzwakt, op de eerste plaats in het Westen, maar het vecht ook daar terug op een andere, geniepige manier, meer bepaald via industriële concurrentie en sport. Pierre Nora schreef het al in 1992 : gisteren werd het nationale gevoel collectief beleefd, vandaag gebeurt dat individueel en zelfs individualistisch. Vult Finkielkraut aan : het hedendaagse bejubelde kosmopolitisme is niets anders dan de mondialisering van het ik. In plaats van ideologen, zijn we toeristen geworden.
LUC DE DECKER
Alain Finkielkraut, De verloren beschaving. Contact, 159 blz., 660 fr.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier