Speculatie legt Congolese mijnbouw lam
De Congolese mijnbouw valt stil omdat de mijnuitbating in handen is gekomen van niet-professionele avonturiers en beursspeculanten. Een lage koperprijs ten gevolge van de mondiale economische crisis en een dalende vraag uit China als schuldige aanwijzen, is een slecht alibi. Dit argument staat haaks op de historische realiteit, die aangeeft dat koperuitbating in Katanga nog rendabel is bij een kostprijs van 1200 dollar per ton. Met 3200 dollar per ton schommelt de koperprijs ruim boven die kritische grens en zijn de marges niet catastrofaal.
De ware reden waarom de mijnuitbaters er de brui aan geven, is dat hun beurskoersen in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar met 90 tot 98 procent gedaald zijn. Deze ad-hocmijnbouwbedrijven beschikten niet over de financiële slagkracht, noch over de technische expertise om het gigantische mijnencomplex van het vroegere staatsmijnbedrijf Gécamines efficiënt op gang te trekken. Jarenlang hebben lokale ngo’s en een audit van International Mining Consultants (IMC) in 2003 dit tevergeefs aangeklaagd. Ze botsten op tegenstand van de Wereldbank, van de Amerikaanse, Britse en Belgische regeringen (onder meer in het zogenaamde Belgische Contactpunt voor de naleving van de OESO-gedragsregels). De pijnlijke realiteit van vandaag geeft de ngo’s en IMC gelijk.
De ad-hocmijngroepen waren voor hun financiering afhankelijk van speculatiebubbels op de beurzen van Londen en Toronto. Om hun beurskoersen kunstmatig op te krikken, kondigden ze met de regelmaat van de klok reuzenplannen aan. Gevestigd in fiscale paradijzen, gokten ze op snel gewin. De CEO’s en bestuurders van die bubbelbedrijven maakten grote sier. Sommigen kochten persoonlijke zakenjets. Ze hoopten de mijnen – die ze voor een habbekrats ingepikt hadden van de machthebbers in Kinshasa en Lubum-bashi – tegen een goed prijsje te verzilveren bij gevestigde mijnconcerns zoals BHP Billiton en Anglo American. Dat kaartenhuisje is in elkaar gezakt.
Glencore Internationaal AG controleert nu Katanga Mining, waarvan de Belgisch-Congolese zakenman George Forrest de belangrijkste aandeelhouder was. De Zwitserse trader hoopt via Katanga greep te krijgen op de prijszetting van kobalt. Als belangrijkste speler in de kobaltwereldmarkt kon Gécamines vroeger die rol spelen.
“De Congolese regering zou dit debacle moeten aangrijpen om terug te keren naar het oorspronkelijke relanceplan voor Gécamines van het begin de jaren negentig”, zegt een kaderlid van Gécamines die niet bij naam genoemd wil worden. Daarin werd geopteerd voor een privatisering van het management, niet van de activa. De internationale gemeenschap stemde echter in met een ontmanteling van Gécamines zonder openbare aanbestedingen en in duistere omstandigheden. Aasgieren maakten een zootje van Congo’s belangrijkste inkomstenbron.
E.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier