Shoe Power uit Izegem
De meeste schoenfabrikanten uit het West-Vlaamse Izegem zagen zich de jongste decennia verplicht om de deuren te sluiten. Olivier Tanghe van Banaline denkt echter alleen maar aan uitbreiden. Tanghe, een gewezen rallypiloot, begon met import van schoenen, maar is vandaag uitgegroeid tot ontwerper, fabrikant en verdeler. Een verhaal over auto- en schoenpower.
In het kantoor van de baas, de 42-jarige Olivier Tanghe, staan ze op de kast. Een foto, enkele miniatuurtjes, een paar trofeeën. Neen, niks met schoenen te maken, wel alles met die andere passie van Tanghe: autorally. Zijn laatste Rally van Ieper reed hij twee jaar geleden. Zijn eerste toen hij zestien was. Al sinds de dood van zijn vader in 1986 zette hij het racen op een laag pitje, ook al lukte dat niet altijd. Tegenwoordig slaagt hij er beter in de kerk in het midden houden. “Ik moet wel. Er zijn al zoveel beurzen en buitenlandse trips. Op den duur ben ik nooit thuis.”
Trots laat hij het nieuwe bedrijfsgebouw zien, gelegen langs de ring van Roeselare. Een bestaand gebouw dat twee jaar geleden volledig werd hertekend door de plaatselijke architect Karel Van Assche, en werd heringericht met het oog op de diverse functies van het bedrijf: administratie, showroom, dispatching. Maar de wieg van het bedrijf stond niet in Roeselare, wel in Izegem. Waar schoenen jarenlang thuis waren.
Noodlottige brand
De firma Tanghe werd in 1927 opgezet door Oliviers grootvader Cyriel. Hij vestigde zich in Izegem, specialiseerde zich in het maken van damesschoenen en had goed driehonderd werknemers in dienst. Het waren de gloriedagen van Izegem en van Tanghe, want de firma exporteerde vrij snel, toen al naar Amerika. Een nieuwe uitdaging deed zich voor in 1960: vader Tanghe (die intussen in de zaak was gekomen) gooide zich op kinderschoenen. De merknaam Bana werd gelanceerd en in twee fabrieken in Izegem (de kinderschoenenafdeling Bana aan de Vaart, en de damesschoenendivisie Tanghe aan de Nederweg) hadden arbeiders de handen vol met produceren. In 1971 sloeg evenwel het noodlot toe: Tanghe Nederweg, zeg maar het hoofdkwartier toen, brandde compleet af. De firma moest een deel van het personeel ontslaan, en zag met lede ogen aan hoe verkoop en bijgevolg ook productie aan het slabakken gingen.
“Toen is beslist om de productie in Izegem stop te zetten en de wijk te nemen naar het buitenland,” zegt Olivier Tanghe, die met een MBA, specialisatie marketing, in de voetsporen van zijn overleden vader trad. “Mijn vader heeft dan voor import uit Italië gekozen, en is in zee gegaan met Wilfried Lauwers en ontwerper Alfredo Castagna, twee medewerkers die nu nog steeds de drijvende krachten zijn achter de kinderlijn.”
Tot midden de jaren tachtig leverde Banaline vooral aan grootwinkelbedrijven ( Torfs, Andrelux); een luttele 20% ging naar de detailhandel. Vandaag is die verhouding omgekeerd. Tanghe: “Na de dood van mijn vader hebben we resoluut de kaart van de upgrading getrokken. We maken nu mode, en voldoen ook aan die criteria: kwaliteit, look en prijs.”
Dat die upgrading makkelijk liep, wil Tanghe niet gezegd hebben. Uiteindelijk stoot je daar een deel van je omzetcijfer mee af zonder zeker te zijn van complete vervanging. “Maar we zagen het op lange termijn. In het begin hadden we het financieel moeilijk. We moesten onze klanten overtuigen dat wat we brachten anders en beter was. Dat we echte merken wilden brengen. De kinderschoenen waren één wereld, de damesschoenen een totaal andere.”
Voor die divisie heeft Banaline sinds 1985 Yves Lescrauwaet in dienst, die op zijn beurt samenwerkt met een designer in de buurt van het Spaanse Alicante, waar de dameslijn ook wordt geproduceerd.
Analyserende vertegenwoordigers
Vandaag staat de NV Banaline voor twee duidelijke divisies. Enerzijds de kidslijn Bana, anderzijds Epox en Faits Divers, twee dameslijnen. Telkens gaat het om exclusieve collecties, met een eigen imago en concept. Samen goed voor een omzet van 8,5 miljoen euro. Banaline NV werkt in totaal met zeventien personeelsleden, waarvan zes vaste vertegenwoordigers. De buitenlandse vertegenwoordigers zijn freelancers die op commissie werken.
Zo’n 3% van de omzet gaat naar gerichte reclame. Olivier Tanghe: “Wij maken reclame met de beste twee of drie modellen van het seizoen. In ruil vragen we dat de winkeliers een zo groot mogelijk collectiebeeld aankopen. Ik besef dat we een immense collectie hebben: 250 modellen in de kids, 160 in de dameslijn. Maar we vragen toch dat de winkelier met ons de stap waagt.”
Hoe Tanghe de markt op de voet volgt? Vooral via persoonlijke marktanalyses die het bedrijf uitvoert. “Eigenlijk vragen wij veel feedback van onze vertegenwoordigers en winkeliers. Onze vertegenwoordigers zijn meer dan de spreekwoordelijke porte-valises die twee keer per jaar bij de klant binnenvallen. Zij moeten weten wat er beweegt in de branche. Wilfried Lauwers en Yves Lescrauwaet zijn verantwoordelijk voor de collecties, maar zij analyseren ook de markt. Eigenlijk is de verkoopperiode zo ingekort – tot amper drie maand per jaar – dat vertegenwoordigers tussenin wel de tijd hebben om zich daar even over te buigen.”
Doelwit buitenland
In België ligt Bana in zo’n 210 winkels, de dameslijnen zijn te vinden in een 180-tal zaken. De betere detailhandel, zeg maar, en die koopt de collecties aan via vaste stands op de Brusselse Trademart of via de showroom in Roeselare. Via beurzen ( Midec Parijs, GDS Düsseldorf) en eigen vertegenwoordigers in het buitenland probeert de NV Banaline ook buiten de grenzen voet aan de grond te krijgen. Dat lukt aardig, want sinds twee jaar worden zowel Bana als Epox en Faits Divers in het buitenland verkocht.
Dit jaar zal de export een vierde van de totale omzet bedragen. “En de bedoeling is te groeien naar een fifty-fiftyverhouding”, aldus Tanghe. “Daarvoor hebben we ex- Kipling-man Arnold Demeulemeester aangetrokken. Hij maakte per land een marktanalyse, wat resulteerde in export naar Duitsland, Scandinavië, Groot-Brittannië en Frankrijk. In Denemarken hebben we met Bana een 25-tal klanten, in Groot-Brittannië liggen we volgende zomer bij evenveel winkeliers. Momenteel is Duitsland zeer lastig, want daar gaat de economie allesbehalve goed. Toch geloven we daar in een potentieel van zestig winkels.”
Olivier Tanghe breekt zich momenteel wel het hoofd over de productie – blijft hij daarvoor in Spanje, of liever alles in Italië? – en de prijzenpolitiek. “Gelukkig hebben wij weinig last van buitenlandse ketens, zoals in de mode H&M en Zara. Een schoen maken blijft een complexe bezigheid. Ik denk ook niet dat we voor een groei in bijvoorbeeld de outletstores moeten vrezen, iets wat de kleding nu fel meemaakt. Nogmaals: met creativiteit kunnen we het halen. Kijk, dit is een erg stresserende job, en wel omdat alle factoren constant wijzigen. Maar ik neem graag risico’s. Dit bedrijf is nog steeds mijn grootste hobby. Mijn passie.” Net als de rally allicht. Maar dat heeft Olivier Tanghe zelf niet gezegd.
Veerle Windels [{ssquf}]
“In Groot-Brittannië liggen we volgende zomer bij een 25-tal winkeliers.”
“Dit bedrijf is nog steeds mijn grootste hobby. Mijn passie.” Net als autorally.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier