Samsonite vreest het recessiespook niet
De grootste kofferproducent van de wereld mikt steeds meer op de boomende Aziatische markt. Toch blijft het Europese hoofdkantoor in Oudenaarde van cruciaal belang.
Langs de assemblagelijn rijzen muren van rode koffers op. Opvallend veel vrouwen knutselen de onderdelen in elkaar. Wim Godefroid, directeur van de Samsonite-fabriek in Oudenaarde, neemt ruim de tijd voor een uitgebreid bedrijfsbezoek. Van het recessiespook dat sinds de voorbije zomer over de wereld waart, merkt de kofferproducent niets. Een grote herstructurering eind 2009, waarbij een vierde van het personeel verdween, is achter de rug. De fabriek wordt vandaag optimaal benut. In 2010 produceerde ze 593.000 koffers.
Bovendien zijn de halfjaarcijfers van de kofferproducent, die sinds juni op de beurs van Hongkong noteert, ronduit robuust. In alle markten is er een solide groei. De wereldwijde omzet steeg met ruim een derde in vergelijking met dezelfde periode in 2010. De omzet in Azië, met als koploper China, klom de helft hoger. Europa kende de zwakste groei, maar ook daar ging de omzet er nog steeds 23 procent op vooruit.
CEO Tim Parker toont zich optimistisch over de toekomst. “Volgens mij wordt 2012 een heel goed jaar voor de wereldeconomie”, zegt hij. “De wereldwijde handel blijft groeien. De Aziatische economieën zijn bijzonder sterk. En ik vermoed dat we wel oplossingen zullen vinden voor problemen met de overheidsschulden in de Europese Unie en de Verenigde Staten. Bovendien groeit de Amerikaanse economie, ook al is die groei erg broos. Dus momenteel zie ik consumenten niet minder uitgeven. Ze blijven reizen.”
Een heldere analyse of wishful thinking? Een risicofactor in het prospectus van de beursgang is de conjunctuurgevoeligheid van de kofferbusiness. Reiskoffers maken bijna driekwart van de omzet van Samsonite uit. En die reissector is erg gevoelig voor de conjunctuur. Maar de halfjaarcijfers van Samsonite onderschrijven de beweringen van de CEO.
De duistere prins
De goede cijfers mogen verrassen. De onderneming leek de voorbije jaren een vogel voor de kat. De Britse CEO Tim Parker werd eind 2008 aan boord gehesen. Een combinatie van vooral Royal Bank of Scotland en het investeringfonds CVC Funds kocht Samsonite toen voor 1,7 miljard dollar, inclusief schulden. De beursgang eind juni waardeerde de kofferproducent opnieuw hoger, op 2,6 miljard dollar.
Parker werd met de beursgang meteen 65 miljoen dollar rijker. Hij bezit nu nog 4 procent van de aandelen. Maar zijn komst liet ook duidelijk sporen van verbetering na. De 56-jarige Brit had in het verleden een imago van beenharde snoeier opgebouwd. Vakbondslui noemden hem ‘de duistere prins’. Bij de schoenenproducent Clarks sloot hij twintig fabrieken. Bij Samsonite verdween de helft van het personeel in de Verenigde Staten, in Europa een derde.
Maar de duistere prins toont zich een uiterst beminnelijke en charmante CEO tijdens het interview. “Het kenmerk van een goede manager is dat hij heel snel slechte beslissingen uit het verleden rechttrekt”, vindt Parker. De Brit maakte een einde aan de wildgroei van modieuze producten bij het bedrijf. De focus ligt nu op de twee sterke kernmerken Samsonite en American Tourister. In de eerste jaarhelft waren die merken samen goed voor bijna 93 procent van de omzet. Samsonite was met 77,4 procent de koploper. Het goedkopere merk American Tourister scoort vooral in groeimarkten als China en India.
Parker gaf de verantwoordelijken voor de werelddelen ook meer autonomie om beslissingen te nemen in marketing en productkeuze. “Goede koffers kan je wereldwijd slijten. De best verkopende drie productvariaties van Samsonite leveren 15 procent van onze omzet. Maar daarnaast heb je duidelijke regionale verschillen in smaak. Amerikanen willen hoekige koffers uit robuuste materialen, met grote handvaten. Europeanen zijn meer stijlbewust. Ze willen lichte koffers, gemakkelijk om te dragen. En ze houden van frisse, seizoensgebonden kleuren.” Bij de Chinese consument is het plaatje dubbel. In het goedkope segment verkoopt American Tourister als zoete broodjes. “Aan de andere kant van het spectrum heb je de heel rijke Chinezen. Zij willen echt de top van de top, koffers met leder of allerlei versiersels en toevoegingen.”
“Oudenaarde scoort goed”
Die topproducten maakt Samsonite grotendeels ter plaatse. In 2010 werd 94 procent van de 26 miljoen Samsonite-producten in Azië gemaakt, en dan vooral in China. “We werken al tien, vijftien jaar met onze Aziatische partners. De tijd dat de Chinese productie van lagere kwaliteit was dan de Europese is definitief voorbij.” De groeiende verschuiving van de productie naar lagelonenlanden blijkt uit de werkgelegenheid in Oudenaarde. Eind 2003 telde de vestiging nog 947 werknemers. Eind 2010 was dat aantal gekrompen tot 540.
Toch is de CEO opvallend lovend over de Belgische vestiging. “Oudenaarde is ons Europese hoofdkantoor. Er werken heel wat technisch geschoolde mensen. De werknemers zijn gemotiveerd en hebben een goede werkethiek. En de taalvaardigheid in België is doorgaans groot.”
Ook het prospectus voor de beursgang is positief over Oudenaarde. De onderneming huisvest ook het Europese distributiecentrum. Het prospectus prijst de goede verbindingen in België via de autowegen, het spoor en het water. De maximale levertermijn voor negentien Europese landen vanuit Oudenaarde bedraagt drie dagen. Dat is belangrijk voor de kleine zelfstandige winkel in bagagemateriaal, want die kan zich geen dure voorraden veroorloven.
Meer nog: Tim Parker wil uitbreiden in Oudenaarde. De afdeling onderzoek en ontwikkeling zoekt nieuwe mensen. “Maar we vinden ze moeilijk. Het gaat om mensen met zeer hoge technologische kwalificaties. Het is een probleem dat in heel Europa leeft.”
Het Europese onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in Oudenaarde bracht de voorbije jaren diverse kaskrakers op de markt. Het ontwikkelde bijvoorbeeld het materiaal voor de Cosmolite-koffer, die met zijn harde kofferwand toch bijzonder licht is. De productie van die bestseller gebeurt in het Hongaarse filiaal. De productiecapaciteit wordt er momenteel verdubbeld. Want dat blijft de harde werkelijkheid: een Hongaarse werknemer aan de assemblagelijn kost een kwart minder dan een arbeider in de Vlaamse Ardennen.
WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS
“De tijd dat de Chinese productie van mindere kwaliteit was dan de Europese, is definitief voorbij”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier