Russische elite versus ex-KGB’ers
Nu Vladimir Poetin heeft bewezen dat hij tot alles in staat is, ontstaat niet alleen voor Oekraïne en het Westen een beangstigende nieuwe realiteit. Ook de Russische elite is bang, en met reden. De staat die ze gretig heeft omarmd, kan snel instorten.
In de laatste decennia van de Sovjet-Unie werd een conventionele oorlog met het Westen als onwaarschijnlijk beschouwd. De leiders die Jozef Stalin opvolgden, wisten maar al te goed hoe de vorige oorlog was verlopen. En in het post-Sovjet-tijdperk had het hele idee geen zin meer. De Russen snakten naar een westerse levensstijl. Democratische hervormingen werden doorgevoerd in naam van de markteconomie en de convergentie met het Westen. Toen Poetin in 2000 aan de macht kwam, werd hij door Russen met geld gezien als een garantie voor consumentisme en buitenlandse reizen. Hij genoot de steun van de ontluikende middenklasse en het Westen.
Vanaf het einde van de jaren 2000 werd de confrontatie met het Westen een centraal element in het wereldbeeld van Poetin en de ideologie van zijn regime. In februari 2007 hield hij op de veiligheidsconferentie in München een strijdlustige toespraak, waarin hij de dominante positie van Amerika aanvocht en de heropleving van Rusland bepleitte. Het jaar daarop trok zijn leger Georgië binnen, officieel om de enclaves Abchazië en Zuid-Ossetië te verdedigen, maar eigenlijk om het land te waarschuwen voor zijn toenadering tot de NAVO.
De gewone Rus kon het allemaal weinig schelen. Vooral de welgestelden plukten volop de vruchten van de nieuwe openheid. Ze reisden in die mate naar het buitenland dat zij, vóór de pandemie, ‘s werelds op vijf na grootste geldschieters voor het internationale toerisme waren. Ze importeerden luxeartikelen, genoten van het nieuwe, kosmopolitische Moskou en kochten tweede huizen in Europa, variërend van bungalows in Bulgarije tot paleizen aan de Côte d’Azur. De middenklasse raakte gewend aan een open internet en comfortabele infrastructuur.
Dat verandert, nu Rusland weer een open oorlog voert en het land internationaal een paria dreigt te worden. In recente gesprekken met The Economist zegden zakenlui, diplomaten, economen en regeringsambtenaren dat ze nauwelijks de desastreuze gevolgen konden bevatten die een oorlog voor Rusland zou hebben, nog afgezien van de westerse sancties. De invoer van hoogtechnologische snufjes zou stilvallen, bedrijven zouden hun waarde verliezen, de toegang tot een groot deel van de wereld zou bemoeilijkt worden, elk greintje respect zou worden weggevaagd.
Ontsnappingsroutes
De Russische elite heeft lang geloofd dat zulke nijpende gevolgen een berekenende man als Poetin van een oorlog zouden weerhouden. Dat ze het verkeerd hadden, schokt hen diep. Ze zullen zich zelden in het openbaar uitspreken tegen de oorlog, en Poetin zal hen al helemaal niet raadplegen. Maar hun stem is belangrijk. Sommigen zijn professionals en technocraten, die de economie ondanks de welig tierende corruptie en het winstbejag op peil hebben gehouden. Ze hebben het financiële systeem gedigitaliseerd en gemoderniseerd, en steden opgeknapt en gemoderniseerd. Ondanks de sancties die Rusland in 2014 kreeg opgelegd na de annexatie van de Krim en de agressie tegen Oekraïne, hebben ze de schuld teruggebracht tot slechts 20 procent van het bbp, de inflatie teruggedrongen en voor 620 miljard dollar aan reserves opgebouwd. Anderen zijn zakenlieden, die erin zijn geslaagd te overleven en te bloeien, ondanks een verslechterend economisch klimaat en de plunderingen van de handlangers van Poetin. Veel van die mannen en vrouwen zijn nu op zoek naar ontsnappingsroutes.
Nu Rusland ten oorlog trekt, kan de elite veel van haar rijkdom verliezen, misschien zelfs alles.
In de loop der jaren hebben veel van hen politieke en morele compromissen gesloten. Sommigen vonden de onderdrukking van de politieke vrijheid niet leuk, maar ze hadden er ook geen bezwaar tegen. Anderen – hoge ambtenaren en handlangers van Poetin – konden enorme rijkdommen vergaren en die op Zwitserse bankrekeningen of de Londense vastgoedmarkt parkeren. Maar nu Rusland ten oorlog trekt, kunnen ze veel van hun rijkdom verliezen, misschien zelfs alles.
Beschavingsgevecht
Hun paniek is geen onverwacht neveneffect van Poetins oorlogszucht, maar maakt er juist deel van uit. De bereidheid van Poetin om bloed te vergieten, is niet alleen een bedreiging voor Oekraïne. Terwijl zijn systeem ooit werkte door de elites in te palmen, is het nu gebaseerd op hun angst.
De oorlog versterkt de macht van de siloviki, de politici en topambtenaren met wortels in en heimwee naar de veiligheidsdiensten van de Sovjet-Unie. Hoe moeilijker het is om naar het buitenland te reizen of er activa naartoe te brengen, hoe moeilijker het wordt om hun macht te ontwijken. Door de toegenomen spanningen kunnen de siloviki nog gemakkelijker onpatriottische standpunten de kop indrukken – zoals kritiek op de militaire uitgaven of de kelderende wisselkoers. Tijdens een oorlog wordt het gemakkelijker om te spreken over ‘landverraad’. Een deel van de angst bij de elite komt voort uit het besef dat hoe slechter het gaat met het land, hoe steviger de greep van de siloviki wordt.
De ideeën van de siloviki werden perfect verwoord door Nikolai Patroesjev. Het hoofd van de Russsische Veiligheidsraad is zoetjesaan de belangrijkste ideoloog geworden onder de voormalige KGB’ers die de Russische staat domineren. Rusland is verwikkeld in een beschavings- en geopolitiek gevecht op leven en dood, stelt hij. Het Westen probeert het land te vernietigen door “op agressieve wijze neoliberale waarden te propageren die in strijd zijn met ons wereldbeeld”.
‘Neutraliteit’ kan niet meer
De siloviki hebben al een tijdje de wind in de zeilen. Hun macht nam een hoge vlucht na de annexatie van de Krim in 2014 en groeide nog meer na de moordpoging op Alexei Navalny, de facto de leider van de oppositie, in 2020. Elke burgemeester en provinciegouverneur kan sindsdien getuigen dat politieke vergaderingen steevast worden bijgewoond door een regeringsgetrouwe ambtenaar of een vertegenwoordiger van de veiligheidsdiensten. Pogingen om veranderingen gedaan te krijgen, worden dan ook steeds meer gedwarsboomd.
Toen Navalny in 2007 op het politieke toneel verscheen, sprak hij over “een eindstrijd tussen goed en neutraal”. De onwil van een conformistische, gecompromitteerde elite om zich in die strijd te mengen, vormde volgens hem de basis van de stabiliteit van het regime. Dat de repressie zich nu steeds meer tegen die elite zelf richt, versterkt zijn punt. Ook de internationale reactie op de invasie van Oekraïne viseert uitdrukkelijk de Russische elite. Tot nu konden velen van hen zich beroepen op onwetendheid of onschuld. Zij waren het niet die een burgervliegtuig boven Oekraïne neerschoten, die demonstranten in elkaar sloegen, die Navalny vergiftigden, die mensenrechtenorganisaties het zwijgen oplegden. Maar nu de Russische agressie leidt tot duizenden doden en nationale schande, kunnen ze hun verantwoordelijkheid niet langer ontlopen. Voor sommigen weegt het risico om verantwoordelijk te worden gehouden voor de daden van Poetin nu zwaarder dan de voordelen van het dienen van het systeem. De ‘neutraliteit’ van de elite is moeilijker vol te houden, zelfs nu de toenemende macht van de siloviki meer druk op hen uitoefent om dat wel te doen.
Geïsoleerd, verveeld en oud
Dat kan het karakter van de Russische samenleving drastisch veranderen. In 2014 deed de annexatie van de Krim de straatprotesten tegen het regime van Poetin nog verwelken. Deze keer was de dreiging van een oorlog vereist, en uiteindelijk ook een invasie. En een opstandige elite die alleen door angst in het gareel wordt gehouden, zal de situatie in eigen land nog veel erger maken. Rusland kampt met een tekort aan zowat alle mogelijke arbeidskrachten, en steeds meer jonge en ondernemende mensen zien emigratie als hun enige optie. Het anti-Moskou-sentiment dat in veel regio’s al wijdverbreid is, zal waarschijnlijk alleen maar sterker worden. Een land dat zichzelf nog altijd als een deel van Europa beschouwt, heeft weinig op met een tactiek die het alleen maar afhankelijker van China kan maken.
De oorlog versterkt de macht van de siloviki, de politici en topambtenaren met wortels in en heimwee naar de veiligheidsdiensten van Sovjet-Unie.
Poetin kan de economische groei niet aanzwengelen, want dat vergt structurele hervormingen die de politiek zouden destabiliseren. Hij kan de braindrain niet keren, want daarvoor moet hij zijn veiligheidsdiensten intomen. Hij kan niet ingaan op de eisen van de jongeren of de regio’s, want dan moet hij opstappen. Als geïsoleerde, verveelde en ouder wordende leider, die almaar afhankelijker wordt van een klein groepje leeftijdsgenoten met eenzelfde KGB-achtergrond, geeft hij de voorkeur aan geopolitieke aanstellerij en oorlogsspelletjes, waarvan de resultaten zichtbaar zijn en onmiddellijk voldoening schenken. Hij is gewend te regeren door angst, niet door het cultiveren van gemeenschappelijke belangen. Hij is een fan van de 17de law of power van Robert Greene: “Houd de anderen in angst, cultiveer een sfeer van onvoorspelbaarheid.” Maar de 18de wet heeft hij niet onder de knie: “Bouw geen vestingen om jezelf te beschermen, isolement is gevaarlijk.”
In de weken voor de invasie zei Margarita Simonyan, de hoofdredacteur van de regeringsgezinde tv-zender RT, dat de dreigementen van Rusland “de economie van Kiev aan flarden hebben gescheurd. Een triviale zaak, misschien, maar wel een verheugende.” Wat ze niet zei, was dat de gevolgen voor de Russische economie ook zwaar zullen zijn, en dat het grootste deel van Rusland daar niet mee opgezet is. Ze willen meer wat goed voor hen is dan wat slecht is voor het Westen. Ze willen geen eeuwig vooruitzicht op oorlog, noch het soort staat dat daarmee gepaard gaat.
Trends brengt iedere week het beste uit de toonaangevende financieel-economische media in Europa.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier