Roebel iets minder troebel

De financiële markten lossen hun wurggreep op Rusland. Het Kremlin betaalde een zware prijs, maar heeft wellicht veel erger voorkomen.

De Russische roebel was vorige week een van de meest opvallende stijgers op de valutamarkten. De voorbije maanden stond de roebel nog onder grote druk. De centrale bank verloor maar liefst 200 miljard dollar aan reserves (dat is ongeveer 12 procent van het bbp) in haar gevecht tegen muntspeculatie en kapitaalvlucht. Rusland is sinds september uit de gratie gevallen van de buitenlandse beleggers, een gevolg van de fors lagere olieprijzen, het gewapende conflict in Georgië en het verder oplopen van de wereldwijde risicoaversie na het Lehman-debacle.

De massale kapitaalvlucht brengt pijnlijke herinneringen naar boven aan de roebelcrisis in 1998. Toen dwong de combinatie van fors lagere olieprijzen en turbulenties op de internationale financiële markten de regering tot een moratorium op haar buitenlandse schuld. De Russische gezinnen zagen hun zuurverdiende spaarcenten in rook opgaan. De roebel verloor meer dan 70 procent van zijn waarde en de inflatie steeg in 1999 tot meer dan 120 procent. Die pijnlijke ervaringen verklaren allicht waarom de overheid de munt hardnekkig bleef ondersteunen, terwijl in de meeste opkomende economieën de centrale banken hun munt lieten verzwakken. Het vertrouwen in de roebel is na 1998 nooit volledig hersteld en bij een te abrupte verzwakking dreigden de Russische gezinnen hun spaartegoeden en deposito’s massaal op te vragen en om te wisselen in harde dollars, met alle gevolgen van dien voor de bankensector.

Rusland beschikte dankzij de enorme olie-inkomsten van de voorbije jaren bovendien over de nodige reserves om de munt te (kunnen) ondersteunen. Maar het werd al snel duidelijk dat bij een olieprijs onder de 50 dollar de roebel fors overgewaardeerd was. Zonder substantiële verzwakking dreigde Rusland al vroeg in 2009 weer een aanzienlijk tekort op de lopende rekening te moeten financieren op de woelige internationale kapitaalmarkten. In november begon de centrale bank met een geleidelijke devaluatie van de munt (in de praktijk werd de wisselkoersband verbreed). Aanvankelijk gebeurde dit in stapjes van 1 procent, in januari volgde een laatste, forsere devaluatie van 10 procent.

De recente versteviging van de roebel lijkt erop te wijzen dat het vertrouwen in de roebel stilaan terugkeert. Critici wijzen erop dat Rusland meer dan een derde van haar ini-tiële reserves heeft opgeofferd om uiteindelijk de roebel toch bijna een kwart te laten verzwakken (tegenover een referentiemand van 55 procent dollar en 45 procent euro). Het blijft de vraag of bij een snellere devaluatie of een volledig loskoppelen van de roebel Rusland niet in een (veel) diepe(re) financiële crisis was terechtgekomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content