Regulering mobiele communicatie is niet zaligmakend

De regulering en organisatie van mobiele operatoren is in ons land verbeterd. Nederland en Groot-Brittannië bezetten de eerste en tweede plaats. Zij scoren goed in regulering, maar dat is geen garantie voor meer marktefficiëntie.

België klom vier plaatsen in de rangschikking van ECTA, tot in de eerste helft van de tabel en zit nu in hetzelfde peloton als Finland en Zweden. Toezichthouder BIPT krijgt betere punten voor zijn ‘vooruitziende regulering’, maar strafwerk voor de kwaliteit van zijn ‘proces van marktanalyse’. ECTA, de organisatie van alternatieve operatoren telt onder meer KPN, BT en Vodafone als leden. Andere grote operatoren zoals Belgacom en France Telecom zijn lid van een concurrerende organisatie.

ECTA beoordeelde 22 Europese landen aan de hand van een lijst van 118 vragen op vijf domeinen: algemene institutionele omgeving, gemak van markttoegang, regulatorische processen van de toezichthouder, toepassing van de regulering door de toezichthouder, regulatorische en marktresultaten.

Twee weken geleden publiceerde de Europese Commissie haar eigen jongste voortgangsverslag over de eengemaakte elektronischecommunicatiemarkt. Wie die studie vergelijkt met het ECTA-rapport stoot op merkwaardige verschillen.

De regulatorische correctheid van Nederland en Groot-Brittannië leidt niet altijd tot een grote marktefficiëntie. Nederland heeft met 37,7 procent de hoogste breedbandpenetratie in de EU, na Denemarken (37,8 %). Maar Groot-Brittannië is slechts zevende in die klassering, met 29,8 procent. België is negende met 29,1 procent.

Daarbij komt dat BT, de dominante operator in Groot-Brittannië, volgens zijn jongste kwartaalverslag nog maar 55 procent van de bevolking bereikt met snelheden tot 20 mbps (ADSL2+) en daar amper 1,1 miljoen klanten voor heeft. Belgacom bereikte eind maart al 74 procent van de Belgen met het veel snellere VDSL2 en heeft daarvoor 450.000 klanten. Groot-Brittannië doet het wel aanzienlijk beter dan België in mobiel internet op pc met een penetratie van 6,7 procent, ver achter de Scandinavische landen, Portugal en Oostenrijk. België scoort een bedroevende 1,7 procent, Nederland zelfs nog minder.

Groot-Brittannië heeft volgens de Europese Commissie de zesde laagste mobiele gespreksafgiftetarieven van de EU, maar pas de zestiende laagste gemiddelde minuutprijs voor mobiele gesprekken. Die grote kloof tussen gereguleerde prijzen en de werkelijke prijzen toont aan dat het niet voldoende is om de gespreksafgiftetarieven fors te verlagen, zoals het BIPT nu wil doen, om lagere marktprijzen te krijgen. Nederland heeft trouwens lagere gespreksafgiftetarieven dan België, maar volgens de EU een iets hogere minuutkost.

B.L.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content