Potsierlijke Belgische blunder
De Belgische ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie, Louis Michel ( MR) en André Flahaut ( PS), dreigden er afgelopen weekend mee de Amerikanen te verbieden om de nationale havens en het luchtruim te gebruiken. Een potsierlijke uitspraak. Hiermee verspeelt België zijn laatste politiek-strategische troef: die van historisch steunpunt in de militaire communicatielijnen. In Amerikaanse ogen is die houding onvergeeflijk.
Binnen de Europese militaire context is België een free rider, een land dat na de val van de Berlijnse Muur teert op het vredesdividend en dat de krijgsmacht aan zijn lot overlaat. Het Belgische leger zou, zoals professor Randall Lesaffer in deze Trends (blz. 44) opmerkt, in de weg lopen van de Amerikanen, mocht het in Irak opereren.
Dat uitgerekend het land dat de hoofdzetel van de Navo herbergt het voortouw neemt in de anti-Amerikaanse hetze, is een diplomatieke blunder. België moet zich in zijn internationale politiek laten leiden door belangen en minder door principes. De nieuwe geopolitieke orde vereist immers een voorzichtig manoeuvreren. Het optreden van de VS tegen Irak beëindigt de overgangsperiode tussen de koude oorlog en het nieuwe tijdperk van de Amerikaanse unilaterale machtspolitiek. De Navo, de Europese Unie en de Verenigde Naties zullen nooit meer zijn wat ze waren. Deze organisaties worden voortaan opgedeeld in twee kampen: het pro-Amerikaanse en de rest.
Het Amerikaanse optreden tegenover Irak is een uiting van brute kracht. Bruut, aangezien de Europese bezwaren worden genegeerd en het avondland wordt geschoffeerd. De ploeg rond George W. Bush hecht blijkbaar meer belang aan de stem van Israël dan – zeg maar – die van Frankrijk. “Voor mij telt alleen de Amerikaanse grondwet,” hoorden we verleden week een Amerikaanse toppoliticus (off the record) zeggen ter verantwoording van het militaire optreden. Dat klinkt grof in de oren van Europese adepten van het internationale verdragsrecht.
Men hoeft geen vredesduif te zijn om de Amerikaanse houding af te keuren. Ook binnen de Amerikaanse administratie en de militair-strategische denktanks neemt de kritiek toe op de theorie die wil dat Irak na de uitschakeling van dictator Saddam Hoessein een democratisch voorbeeld wordt voor het Midden-Oosten.
Alle humanitaire, juridische en strategische argumenten tegen de oorlog zijn eigenlijk een slag in het water. Het optreden van de VS mag dan wel bruut zijn, het is ook krachtig. De Amerikaanse militaire theorie gaat ervan uit dat het Pentagon wereldwijd tegelijkertijd twee conflicten kan winnen. Europa is niet eens in staat om efficiënt zijn vredestroepen naar conflictgebieden te transporteren.
Vanuit zijn militaire kracht is het logisch dat de VS minder oog heeft voor multilaterale fora en dat de tolerantiedrempel voor iemand als Saddam Hoessein erg laag is. Als je een hamer hebt, beginnen alle problemen op een nagel te lijken, verwijten Europese intellectuelen de VS. De Amerikaanse defensiespecialist Robert Kagan verwoordde onlangs in zijn magistrale analyse ‘Paradise and Power’ de andere kant van de medaille: “Als je geen hamer hebt, wil je dat niets op een nagel lijkt.” Amerika kan de keuze maken tussen een militair optreden of diplomatieke maatregelen. Oorlog is voor de VS, om uit ‘Vom Kriege’ van Carl von Clausewitz te citeren, een politiek instrument. Europa heeft, door militaire desinvesteringen, dat instrument uit handen gegeven.Hans Brockmans
Erik Bruyland n
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier