OUTPLACEMENT

Misverstanden opruimen

Bij de onafhankelijkheid van de Britse kolonies werden massa’s ambtenaren gerepatrieerd. Om hen te reïntegreren in het vaderland, werd een dienst opgericht om hen te helpen bij het vinden van een gepaste job. Mettertijd werd er ook training in sollicitatietechnieken gegeven. Deze activiteiten kregen de naam outplacement opgekleefd. Pas in 1985, zes jaar nadat Franse en Nederlandse bureaus het outplacen of uitwerven voor het eerst in een professionele vorm op het Europese vasteland introduceerden, dook het in België op. Zowat tegelijkertijd schoten een vijftal bureaus uit de grond, hetzij als bijhuis van een buitenlandse groep, hetzij onder impuls van iemand die de praktijk in de VS had bestudeerd. Eén van de pioniers in deze contreien is Marc Embo. Zopas schreef hij Outplacement in de praktijk, een uitgave die zowel de theorie, de wettelijke omkadering als de praktijk belicht. De auteur richt zich zowel naar de personeelsdirecteur als de werkzoekende.

“Dit boek is ontstaan uit frustratie,” vertrouwt Embo ons toe. “Frustratie omdat ik dagelijks moet vaststellen dat men een te beperkt idee heeft van wat outplacement voor de onderneming en het human resources management kan betekenen. Men ziet immers outplacement nog te zeer alleen als een dienst aan de ontslagen werkzoekende.” Embo houdt een pleidooi om het uitwerven te integreren als een volwaardig instrument van het human resources-beleid om de bezetting te optimaliseren en flexibeler te maken. Pas op de tweede plaats is het een tool om een ontslag professioneel aan te pakken.

In zekere zin is het boek ook een signaal naar de overheid en de vakbonden. Beide hebben het fenomeen op zijn zachtst uitgedrukt argwanend begroet. Aanvankelijk dreigden ze met een veto omdat arbeidsbemiddeling tegen betaling in België verboden is. In Vlaanderen is die dienst exclusief voorbehouden aan de VDAB. Voor de uitwervers kwam het erop aan duidelijk te maken dat outplacement een begeleiding en geen arbeidsbemiddeling is. Daarmee is meteen één van de hardnekkige misverstanden opgeruimd : een outplacer zoekt geen job voor een ontslagen werknemer, hij zorgt alleen voor opvang en training in het zoeken naar een betrekking. Voor de ontslagen werknemer gebeurt dit bovendien op vrijwillige basis.

Die stellingname impliceert wel dat retail outplacement (waarbij niet de werkgever, maar de werkzoekende het outplacement betaalt) in België uitgesloten is. De uitwervers hebben zich daarbij neergelegd, al blijkt uit volgend citaat dat ze de hoop niet helemaal begraven hebben : “Nochtans vragen sommigen zich af waarom dit niet zou kunnen. Immers, een kaderlid dat ontslag heeft gekregen, met een mooie gouden handdruk, aan wie het bedrijf weigert in outplacement te voorzien, kan voor professionele begeleiding, waarvoor hij bereid is te betalen, nergens terecht.”

Nu betalen enkel welwillende werkgevers de dienst. Het outplacementbureau strijkt een honorarium op van ongeveer 15 procent van het brutojaarsalaris. Voor groepsoutplacement kunnen verschillende afspraken gemaakt worden.

LDD

Marc Embo, Outplacement in de praktijk. Roularta Books, 119 blz., 950 fr. Ook verkrijgbaar via Media Club : 051/266.332.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content