Opel Astra Coupé Turbo

Opel heeft opnieuw een volbloed sportcoupé.

Toen de Calibra in 1997 verdween, zat Opel met een kater. Het merk, dat een lange coupétraditie had, bezat opeens geen sportcoupé meer. De nieuwe Astra Coupé Turbo brengt daar op het juiste moment verandering in: de Europese vraag naar trendy sportcoupés stijgt immers.

In 1999 werden in België 10.217 coupés verkocht (marktpenetratie: 1,93%). In 2000 steeg de marktpenetratie van de coupé tot zo’n 3%. Marketeers richten zich vooral op twee groepen: ten eerste de emptynesters die zich een extra pleziertje willen gunnen, en ten tweede de alleenstaanden (meestal mannen van 25 tot 40 jaar) met een passie voor betaalbare sportieve auto’s.

Vorig jaar werd de Astra Coupé gelanceerd. Bij de commercialisatie waren drie motoren beschikbaar: 115 pk (739.000 frank), 125 pk (764.000 frank) en 147 pk (789.000 frank). In het gamma ontbrak echter een loepzuivere sportauto. Met de Coupé Turbo brengt Opel nu opnieuw een sportauto op de markt voor een relatief lage prijs. Maar wie een roadster verkiest, wacht best op de Opel Speedster.

De nieuwe coupéversie werd uitgerust met een krachtige turbomotor die sportprestaties aankan. Het DSA ( Dynamic Safety) sportchassis kreeg een speciaal design, aangepast aan het motorvermogen. Andere aanpassingen: een hardere afstelling van vering en schokdempers, sportief ogende lichtmetalen velgen (zeventien duim); standaard op de Coupé Turbo zijn onder meer de krachtiger schijfremmen voor- en achteraan in combinatie met ABS en ESP (elektronisch stabiliteitsprogramma).

De nieuwkomer heeft zijn elegante design gemeen met de Calibra. Hij is dynamisch en heeft een uitgesproken hedendaagse wigvorm met een naar achter hellende daklijn. Strakke vlakken, zijruiten zonder sponningen en zwarte B-stijlen creëren een harmonieus zijaanzicht dat is afgewerkt met getint glas, elektrische buitenspiegels en beschermlijsten in koetswerkkleur.

De krachtbron is een afgeleide van de turbomotor uit de Calibra. Door de evolutie van de elektronica – die een verfijnd motormanagement toelaat – is de turbomotor, volgens Opels motoringenieurs, dé benzinemotor van de toekomst. Opel plant dan ook turbomotoren met een kleinere cilinderinhoud. Opels nieuwe turbomotor is zuinig en schoon. Het beruchte turbogat en de technische mankementen behoren tot het verleden.

Tijdens proefritten viel ons vooral de luxueuze afwerking van het interieur op, het motorkoppel vanaf 1950 tot 5300 toeren en de uitstekende wegligging in snelle bochten. De nukkige bokkensprongen bij een snelle rit op een hobbelig wegdek bevielen ons minder. Het rijcomfort lijdt hieronder, al doet het weinig afbreuk aan de sportieve kwaliteiten.

patrick op de beeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content