Nu beleggen in kunst? Of nu net niet?
‘Maternité II’, een schilderij van Paul Gauguin, ging begin deze maand bij het New Yorkse veilinghuis Sotheby’s voor 39,2 miljoen dollar of 30,4 miljoen euro onder de hamer. Eerder dit jaar had een verzamelaar ook al eens 104,2 miljoen dollar of 85 miljoen euro veil voor Picasso’s ‘Jongen met pijp’, dat daarmee het ‘duurste schilderij aller tijden’ werd. Tonen de veilingrecords van de jongste maanden aan dat kunst de ultieme belegging is? Of net niet?
Is kunst een goede belegging? In ieder geval is kunst geen belegging als een andere. Er komt een grote dosis passie en kennis bij kijken. Walter Lanssens, de Vlaamse voorzitter van de beursgenoteerde kunsthandel Artemis Fine Arts – het geesteskind van wijlen baron Lambert – vindt in ieder geval dat beleggers zich niet mogen laten verblinden door de topprijzen van de afgelopen maanden. Vooral ook omdat het middensegment van de markt duidelijk achterblijft op deze toppers die breeduit in de media worden uitgesmeerd.
Volgens Lanssens zit er achter de topprijzen een duidelijke logica: “Van bepaalde kunstenaars uit de negentiende en twintigste eeuw zijn de topwerken zo schaars dat sommige beleggers denken: ‘Dit is mijn laatste kans’. Daardoor worden de verhoudingen uiteraard scheefgetrokken. Iedereen spreekt nog over de 104,2 miljoen dollar die werd neergeteld voor de Picasso. Het bedrag van zowat 85 miljoen euro ligt bijna viermaal hoger dan de beurskapitalisatie van Artemis Fine Arts. Die schilderijen liggen dus niet in het bereik van iedereen. Daarbij stel ik me de vraag: Hoeveel zal iemand over twintig jaar nog bereid zijn te betalen voor dit werk? Wanneer de lucht ijl wordt, is het moeilijk om hoge prijzen te behouden. Een tekort aan liquiditeit schaadt de markt, met dalende prijzen als gevolg.”
TRENDS. Op een wat lager echelon deed de veiling van de Parijse galeriehoudster Mira Jacob redelijk veel stof opwaaien.
WALTER LANSSENS (ARTEMIS FINE ARTS). “Dat klopt, maar u moet weten dat de kwaliteit van het aanbod heel verschillend was. Deze was uitstekend voor de werken van Odilon Redon en Paul Delvaux, maar zwak voor de etsen van James Ensor. Een deel van deze collectie was immers al vóór deze veiling verkocht aan de musea van Straatsburg en Bazel. Opvallend was dat soms dure prijzen werden betaald voor werken van mindere kwaliteit. Dat heeft waarschijnlijk met de mediahype te maken.”
Kunt u dat illustreren?
LANSSENS. “Ik zal een aantal voorbeelden geven voor etsen van James Ensor: ‘Musiciens fantastiques’ (Tavernier 43) vond een koper voor 7440 euro, terwijl ‘Le Christ tourmenté par les démons’ (Tavernier 94) 5760 euro realiseerde en ‘De gulzigheid’ (Tavernier 124) voor 5040 euro van eigenaar verwisselde. Dat zijn bijzonder stevige prijzen als u weet dat Artemis Fine Arts deze etsen van een heel wat betere kwaliteit verkocht voor prijzen tussen 3000 en 4500 euro.”
Hoe kijkt u tegen de kunstfondsen aan die als paddestoelen uit de grond lijken te schieten?
LANSSENS. “Als u een vermogen van 1 miljoen euro bovenop uw huis hebt, kunt u een gedeelte daarvan – pakweg 15 % – in kunst beleggen. Koop in eerste instantie iets dat u graag ziet en met kennis van zaken. Betaal echter geen gekke prijzen. Dan kunt u zelf een klein art fund maken en hebt u daar het esthetisch genot van. Dat is beter dan geld toe te vertrouwen aan een kunstfonds.
“Trouwens, in de praktijk vallen de prestaties van de kunstfondsen wel eens tegen. Neem het fonds dat tussen 1989 en 1991 werd opgezet door Banque Nationale de Paris. Met de opbrengst werden werken van Franse impressionisten en Italiaanse tekeningen gekocht voor in totaal 22 miljoen dollar. Toen het fonds in 1998 werd geliquideerd, bedroeg het verlies 8 miljoen dollar! De voornaamste reden was dat het fonds de werken binnen tien jaar moest verkopen, een termijn die achteraf bekeken veel te kort was. Andere kunstfondsen hebben het moeilijk om het bedrag waarop aanvankelijk werd gemikt op te halen.”
Ziet u nog nadelen aan deze kunstfondsen?
LANSSENS. “Een aanzienlijk nadeel zijn de hoge werkingskosten. Er moeten immers commissies worden betaald, terwijl de personeelsleden van het fonds ook een wedde opstrijken. De selectiecomités moeten eveneens worden vergoed en het fonds rekent jaarlijks beheerskosten aan. Voorts zijn er de kosten van stockeren en verzekering. Bovendien hebben de beleggers die geld in een dergelijk art fund hebben gestopt in de tussenperiode geen enkel esthetisch genot en dat is normaal toch een van de drijfveren om in kunst te beleg- gen.”
De meeste kunstindexen tonen aan dat de kunstmarkt meestal in stijgende lijn gaat. Klopt dat?
LANSSENS. “Cijfers kunnen gemakkelijk verkeerd worden geïnterpreteerd. Cijfers zijn een hulpmiddel, maar mogen niet worden gebruikt als een criterium om een aankoopbeslissing op te baseren. Raadpleeg ook uw eigen bronnen. Daarenboven vergeten deze indexen dat er aanzienlijke kosten komen kijken bij de aankoop van een kunstwerk. Wordt een werk op een veiling afgehamerd op 100.000 euro, dan betaalt u daarboven nog eens 15 % of 20 % kosten. Daar komt soms nog volgrecht bij. Verkoopt u datzelfde werk later, dan worden van de hamerprijs 15 % kosten afgetrokken. Dat maakt dus dat de prijs al met 30 % moet stijgen om winst noch verlies te maken. Daarbij moet u nog eens de kosten van transport, verzekering, stockering en eventueel financiering rekenen. Bovendien is de vergelijking met beursindexen vaak vertekend, omdat aandelen ook dividenden geven, wat niet het geval is met kunst. Beschouw het esthetisch genot dat u krijgt als uw jaarlijks dividend.”
De kunstmarkt is onderhevig aan modeverschijnselen. Welke gebieden liggen momenteel goed in de markt en welke niet?
LANSSENS. “Moderne kunst uit de negentiende en twintigste eeuw presteert vandaag zeer goed. Dat geldt ook voor de hedendaagse kunst, al lijkt daar mogelijk een zeepbel in de maak. Ook art deco realiseert hoge prijzen.
“De markt van meubelen is dan weer zeer moeilijk en dat geldt zeker voor Franse meubelen. Religieuze kunst heeft het eveneens moeilijk en de prijzen van tin en koper zijn op een dieptepunt aanbeland. Een beetje onbegrijpelijk, omdat tinnen voorwerpen gemakkelijk te dateren zijn en toe te schrijven aan een bepaalde meester.
“Als koper van kunst is het vaak een goed idee om anticyclisch te beleggen. Zo ligt het negentiende-eeuwse realisme vandaag minder in de gunst, maar dat heeft wel het voordeel dat er goede zaken te doen zijn met de werken van een kunstenaar als Gustave Courbet. Wanneer u de keuze hebt tussen een minder werk van Rembrandt of een topwerk van een tijdgenoot van Rembrandt, geef dan de voorkeur aan het werk van die laatste.”
Kunt u enkele tips geven voor het kopen van kunst?
LANSSENS. “Kunst is niet gemaakt om mee te speculeren. De recente belangstelling van fondsen maakt me kritisch. Kennis maakt macht en dat geldt ook in de kunstwereld. Bezoek musea en veilingen, lees referentiewerken, praat met antiquairs. Het is bovendien van groot belang om u te specialiseren. U kunt immers niet alles weten. De kunstliefhebbers leggen wel een grote dosis creativiteit aan de dag. Zo ken ik verzamelaars die als thema hebben: Antwerpse kunst, zelfportretten van bekende kunstenaars – of meer voorspelbaar – de art-decoperiode, Chinees porselein of Franse meubels. Een buitenbeentje is een man die uitsluitend etsen en tekeningen koopt met doodshoofden.”
Etienne Langerwerf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier