Nepgeld voor spijs en drank

Vanaf 1 april worden de voorwaarden inzake maaltijdcheques tegelijk strenger en soepeler.

Plaats van de actie: een kassa in een warenhuis. Een man plaatst verschillende producten op de rolband. Enkele bussen melk, een pakje koffie, een paar conservenblikjes, en – last but not least – een grote trommel waspoeder. Blijkt dat hij slechts enkele honderden franken cash op zak heeft. Maar niet getreurd. Uit zijn binnenzak haalt hij een chequeboekje te voorschijn. Geen gewone cheques, maar maaltijdcheques.

De kassierster is evenwel onverbiddelijk. Maaltijdcheques mogen alleen worden gebruikt ter betaling van verbruiksklare voeding. Wat volgens de voorschriften van het betrokken warenhuis wil zeggen dat men ze wel mag gebruiken voor de aankoop van foodartikelen, maar in geen geval voor non-food. De trommel waspoeder verdwijnt onverbiddelijk terug in het rek. De man moet eerst zorgen dat hij het juiste geld, bij heeft.

QUASI.

Waarmee meteen de kern van het probleem is aangeduid: maaltijdcheques zijn tegelijk geld en geen geld. Het is quasi-geld dat slechts voor beperkte doeleinden mag worden gebruikt. En dat oorspronkelijk alleen maar bedoeld was om tijdens de lunchpauze een maaltijd te gebruiken. Dat is trouwens de enige reden waarom de maaltijdcheques vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen en van belasting.

Maar, zoals men weet, is van die initiële bedoeling nooit echt veel in huis gekomen. Maaltijdcheques zijn in het verleden massaal gebruikt om aan werknemers en kaderleden een belastingvrij extraatje te gunnen. En dat het slechts nepgeld is, heeft de pret ook niet kunnen bederven. Vroeger kon men er immers (ongeveer) alles mee kopen. Bloembollen, autobanden, pindanootjes enzovoort.

VERBRUIKSKLAAR.

Sedert enkele jaren kunnen ze weliswaar alleen nog worden gebruikt om maaltijden te bekostigen of om verbruiksklare voeding aan te kopen. Maar blijkbaar wordt de notie verbruiksklare voeding in de praktijk niet al te letterlijk opgevat, en ziet men geen handelaars maaltijdcheques weigeren om de enkele reden dat de mosselen nog niet gekookt zijn, of omdat de koffie nog niet opgeschonken is. Maaltijdcheques zijn dus nog altijd betaalmiddelen waarmee op ruime schaal aankopen kunnen worden verricht.

Tot grote ergernis van de fiscus en van de RSZ die op deze manier veel geld aan hun neus zien voorbijgaan. Vandaar dat in het verleden herhaalde pogingen ondernomen zijn om het gebruik van de maaltijdcheques in te perken. Of beter gezegd, om de belastingvrijstelling en de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen voor te behouden aan die cheques die gebruikt worden voor wat ze dienen. Dat is dus om de hongerige werknemers tijdens de lunchpauze te spijzen.

AANTAL.

Alle beperkende voorwaarden waaraan de belastingvrijstelling en de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen in de loop der tijden onderworpen zijn, ademen diezelfde gedachte.

Neem bijvoorbeeld de voorwaarde dat het aantal toegekende cheques niet hoger mag zijn dan het aantal werkelijke arbeidsdagen. Die voorwaarde is logisch: om tijdens de lunchpauze een maaltijd te kunnen verorberen, heeft men uiteraard per werkdag slechts één maaltijdcheque nodig. Een werkgever die aan zijn werknemers meer maaltijdcheques geeft, verraadt zelf dat hij andere bedoelingen heeft. Idem voor de voorwaarde dat het aantal maaltijdcheques ook niet minder mag zijn dan het aantal werkelijke arbeidsdagen. Want als de maaltijdcheques effectief bedoeld zijn om de werknemers van de nodige spijzen en dranken te voorzien, dan moet men voor elke werkdag een cheque overhandigen. Anders vallen er slachtoffers wegens ondervoeding.

OGENBLIK.

De nieuwe voorwaarden die per 1 april van toepassing worden, gaan voor een stuk dezelfde richting uit. Zo bijvoorbeeld de voorwaarde inzake het ogenblik waarop de maaltijdcheques worden uitgereikt. Tot nog toe volstaat het dat de maaltijdcheques overhandigd worden uiterlijk in de maand die volgt op de maand waarvoor ze verschuldigd zijn.

Gezien de basisdoelstelling van de maaltijdcheques is dat uiteraard niet heel logisch: hoe kan men immers tijdens de lunchpauze een maaltijd bekostigen met maaltijdcheques die men pas de maand nadien effectief krijgt? Vandaar dat vanaf 1 april vereist zal zijn dat de maaltijdcheques iedere maand in één of twee keren aan de werknemers overhandigd worden.

TUSSENKOMST.

Andere beperkingen zijn, dat de maaltijdcheques die niet ingevolge een collectieve arbeidsovereenkomst worden uitgereikt, in ieder geval het voorwerp moeten uitmaken van een schriftelijke individuele overeenkomst. En dat de werknemer in ieder geval een tussenkomst moet betalen van minstens 44 frank (een voorwaarde die in het verleden al wel op fiscaal gebied gold, maar nog niet uitdrukkelijk ook op het gebied van de socialezekerheidsbijdragen van toepassing was verklaard).

REALISTISCH.

Van de gelegenheid wordt overigens niet alleen gebruik gemaakt om de regeling nogmaals strenger te maken, maar ook om ze op sommige punten meer realistisch af te stemmen op de noden van de gebruikers.

Zo bijvoorbeeld wat het aantal toegekende cheques betreft. Hoger is al gezegd dat het aantal cheques in principe moet overeenstemmen met het aantal werkelijke arbeidsdagen. Niet minder. Maar ook niet meer.

In de nieuwe regeling, zoals die vanaf 1 april van toepassing zal zijn, wordt dit nogmaals onderstreept: het aantal cheques moet gelijk zijn “aan het aantal dagen waarop de werknemer effectief arbeidsprestaties levert”.

Maar tegelijk sleutelt men aan de sancties die men oploopt als men deze voorwaarde niet naleeft. In de bestaande regeling is het “alles of niets”: als het aantal cheques niet overeenstemt met het aantal werkelijke arbeidsdagen, dan gaan de vrijstelling van belasting en de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen volledig verloren.

Blijkbaar gaat men er nu van uit dat deze sanctie te zwaar is. Niet elke cheque die te veel of te weinig wordt toegekend, wijst noodzakelijk op misbruik. Vandaar allicht dat de sanctie vanaf 1 april wordt afgezwakt; en beperkt wordt tot het saldo van de cheques dat te veel of te weinig wordt toegekend.

Voor de cheques die te veel zijn toegekend, ligt de sanctie voor de hand. Elke cheque in meer wordt voortaan als loon aangemerkt; en zal dus onder toepassing vallen van de socialezekerheidsbijdragen (en van de belasting).

Maar wat met het geval waarin er te weinig cheques overhandigd worden? De sanctie beperken tot het verschil in min, ligt niet voor de hand. Want dit wil zeggen dat men een sanctie gaat toepassen op cheques die niet zijn toegekend. Niettemin is het deze oplossing die men allicht in een onweerstaanbare opwelling van wetgevende creativiteit heeft uitgedacht: per cheque die de werkgever te weinig uitreikt, zal hij patronale sociale bijdragen verschuldigd zijn. Met als berekeningsbasis, de tussenkomst die hij normaal ten laste had genomen als hij de cheques wel had uitgereikt.

COMBINATIE.

Een andere versoepeling betreft de combinatie tussen maaltijdcheques en een eigen bedrijfsrestaurant. Verschillende bedrijven beschikken over een eigen bedrijfsrestaurant waar de werknemers tegen een sociale (lees: een verminderde) prijs een middagmaal kunnen gebruiken. De vraag is dan of deze ondernemingen ook maaltijdcheques (vrij van socialezekerheidsbijdragen en belasting) kunnen uitreiken.

Die vraag is omstreden. Zij ruikt immers naar onraad. Wie goedkoop in het eigen bedrijfsrestaurant kan eten, heeft immers geen maaltijdcheques meer nodig. Maar dat wantrouwen is hoegenaamd niet altijd gerechtvaardigd. Neem bijvoorbeeld een bedrijf mét eigen bedrijfsrestaurant dat twee kilometer verder nog een kantoor heeft. De werknemers die op dat afgelegen kantoor werken, kunnen weliswaar ook in het eigen bedrijfsrestaurant terecht, maar moeten zich daarvoor wel verplaatsen. Twee kilometer enkele rit. In die omstandigheden zou men bijvoorbeeld kunnen overwegen om aan die werknemers toch maaltijdcheques toe te kennen, waarmee ze dan in de directe omgeving van hun werkplaats een maaltijd (in een plaatselijk restaurant) kunnen nuttigen.

Mogelijk of onmogelijk? Nog niet zolang geleden hield de minister van Financiën voor dat een combinatie voor zijn part niet mogelijk was: het voorhanden zijn van een eigen bedrijfsrestaurant waar men tegen verminderde prijs maaltijden kan genieten, sluit het uitreiken van belastingvrije maaltijdcheques uit.

Maar in de regeling zoals die vanaf 1 april van toepassing wordt, lijkt een combinatie niet langer uitgesloten te zijn. Op voorwaarde althans dat de werknemers aan wie maaltijdcheques uitgereikt worden, niet van twee walletjes eten: de goedkope maaltijden die zij – in voorkomend geval – nog in het eigen bedrijfsrestaurant nuttigen, moeten zij effectief en integraal bekostigen met hun maaltijdcheques; door inlevering van een volledige cheque per gebruikte maaltijd. Zonder dat wisselgeld teruggeven wordt.

Jan Van Dyck is fiscalist.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content