Naar een Atlantische scheiding?
Bepaalde trends aan beide zijden van de oceaan ondermijnen het vijftig jaar oude partnership tussen Noord-Amerika en Europa. Wanneer die uitdagingen het strijdtoneel van rivaliteit worden en de ene zijde de kans krijgt om een overwicht te behalen op de andere, dan wordt de wereld een minder vreedzame, minder stabiele en minder voorspoedige plek.
Wat zijn die krachten die Europa en Amerika uit elkaar beginnen drijven? Eén element is de mate waarin het zwaartepunt van Amerika zich verlegt naar het westen. Californië heeft al lang New York ingehaald als de drukst bevolkte Amerikaanse staat. British Columbia speelt een steeds belangrijker rol in Canada. Silicon Valley en Microsoft bevinden zich allebei aan de Westkust. Japan blijft een economische reus, ondanks de recente troebelen. En China vormt voor de VS tegelijk de grootste opportuniteit als markt en de grootste potentiële rivaal als supermogendheid.
Handel.
Momenteel vormen handelsgeschillen de meest directe aanleiding voor een verbreking van de transatlantische betrekkingen. Pogingen van Amerika om een extraterritoriale jurisdictie aan te wenden, roepen bij de Europeanen wrevel op. De Europese houding in verband met de import van bananen uit de Caraïben en van met hormonen behandeld vlees, wekken scherpe reacties in Noord-Amerika. Het zal steeds moeilijk blijven die handelsrelatie te beheren, omdat de commerciële belangen ver uit elkaar liggen. Regeringen worden steeds meer ingeroepen om hun ondernemingen bij te staan. Conflicten zijn onvermijdelijk.
De bedreiging voor het Atlantisch partnership vanuit Europa is even onheilspellend en wordt aangedreven door de drang naar Europese integratie. Dat wordt ten dele ingegeven door het verlangen om een Europese rivaal voor de VS-macht in het leven te roepen. Gedeeltelijk, want niet iedereen die voorstander is van een eengemaakt Europa is ook anti-Amerikaans.
Ten tijde van het referendum over het Verdrag van Maastricht in 1992, gebruikten de campagnevoerders voor de ja-stem een affiche waarop een Amerikaanse cowboy met zijn boots de wereld verpletterde. Het opschrift luidde: ” Faire l’Europe, c’est faire le poids.” President Mitterand was nog spitser: “Frankrijk weet het nog niet, maar we zijn in oorlog met Amerika. Een permanente oorlog, een oorlog van levensbelang, een oorlog zonder doden. Ze zijn inderdaad erg hard, die Amerikanen, ze zijn vraatzuchtig, ze willen de alleenheerschappij over de wereld.” Onlangs nog noemde de Franse minister van Buitenlandse Zaken Hubert Vedrine de VS een hypermogendheid. Heel wat voorstanders van de euro wensen dat die munt de dollar zou evenaren als een internationale monetaire reserve.
Binnen bepaalde grenzen en op voorwaarde dat beslissingen in consensus genomen worden, valt er wel wat te zeggen voor een gemeenschappelijk buitenlands beleid van de Europese Unie. Maar samen met de mogelijkheden voor zo’n actie stijgen de kansen op een conflict met de VS. De Europese landen volgen, bijvoorbeeld, een ander beleid dan de VS inzake Cuba, Israël, Irak en Libië.
Beheersing.
Totnogtoe kon men die verschillen beheersen zonder de fundamentele harmonie van de alliantie te verstoren. Maar men kan zich makkelijk situaties indenken waarin die verschillen acuut worden. Wat als Europa een fundamenteel andere houding zou aannemen in verband met de transfer van spitstechnologie naar China?
Het gevoeligst ligt nog de toekomst van de militaire betrekkingen tussen Europa en Noord-Amerika. Gedurende vijftig jaar vormden die de hoeksteen van het partnership, ondanks de verwikkelingen die veroorzaakt werden door het feit dat niet alle Europese Navo-leden ook lid zijn van de EU en niet alle EU-lidstaten leden zijn van de Navo. De West-Europese Unie (WEU), die alle relevante landen omvat, bood de organisatorische structuur om het partnership in stand te houden en te bevorderen.
Ten gevolge van een initiatief van de Britse regering zal de WEU nu opgeslorpt worden door de Europese Unie. De Britse regering ondertekende een overeenkomst met Frankrijk, waarin militaire samenwerking tussen de twee landen voorzien wordt, zowel “binnen als buiten” de Navo. Andere overeenkomsten verwijzen naar de opbouw van een autonome Europese defensiecapaciteit. Dit kan zware implicaties hebben voor het Atlantische partnership.
Groot-Brittannië.
De rol die Groot-Brittannië speelt bij de promotie van dat initiatief, roept vragen op. Het is een rol die de Britten niet langer zouden kunnen spelen als ze uit de Unie zouden stappen, zoals soms bepleit wordt. Maar zelfs binnen de Unie kan Amerika de rol van de Britten niet langer voor vanzelfsprekend aannemen.
De Koude Oorlog hield beide oevers van de Atlantische Oceaan bij elkaar. Elke spanning en wrijving verbleekte bij de sovjetdreiging. De bedreiging bestaat niet meer, velen denken dat er risico’s genomen kunnen worden. Die opvatting is verkeerd en oppervlakkig, maar is ongetwijfeld wijdverbreid in Europa. Indien partnership vervangen wordt door rivaliteit en rivaliteit uitgroeit tot vijandigheid, dan verliezen zowel Europa als Amerika. Sommigen zeggen dat Europa nooit zal kunnen wedijveren met Noord-Amerika en dat pogingen daartoe gedoemd zijn te mislukken. Ik ben het daarmee eens. Maar pogingen om zo’n rivaliteit in het leven te roepen, schaden het partnership.
Heel wat problemen waarmee de wereld na het tijdperk van de Koude Oorlog te kampen heeft, kunnen het best overwonnen worden wanneer Europa en Amerika samen handelen. Kosovo is daarvan een voorbeeld.
Ieder voor zich?
Wanneer Europa en Noord-Amerika, in plaats van samen te werken, de problemen voor eigen doeleinden trachten uit te buiten en ze het voorwerp maken van rivaliteit en vijandigheid, dan zou de rest van de wereld daar erg onder te lijden hebben. Wat als bijvoorbeeld Taiwan en China tegen elkaar ten strijde trekken? Zullen Europa en Amerika dan aan dezelfde kant staan? Wat indien Europa en Amerika het oneens zijn over een of ander geschil in de Balkan?
Om het Atlantisch partnership in stand te houden, is een aanzienlijke inspanning nodig om ervoor te zorgen dat de beleidslieden zich bewust zijn van de gevaren. Vaak kan de transatlantische dimensie – de noodzaak om het partnership te bevorderen – niet de doorslaggevende factor vormen voor beslissingen. Maar als ze niet over het hoofd gezien wordt en als degenen die een verantwoordelijke positie innemen vastbesloten zijn om alles in het werk te stellen om de spanningen te minimaliseren en de schade te beperken, dan kan het gevaar afgewend worden. Zonder zulke inspanningen bestaat de kans dat het Atlantisch Partnership, net op het moment dat het zijn grootste voorspoed kent, gedoemd is om uit elkaar te drijven.
michael howard
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier