München in wisselend tempo

München lijkt immuun voor de crisis. Toppers als Allianz, Siemens en BMW houden de stad in goede vorm. Wie een halve dag vrij heeft, kan van twee extremen proeven: met een fietsriksja de binnenstad verkennen en dan de wondere wereld van BMW in duiken.

Ik houd van surrealisme”, zegt Ben Lange. De freelance acteur vult zijn vrije dagen als riksjarijder. Zijn bedrijfje Pedalhelden peddelt toeristen door de binnenstad van München. En die heeft wel een surrealistische toets. Lange rijdt ons langs de oevers van de Isar en stopt bij kerels die surfen over een golf in de rivier. “München is de enige stad waar je in het centrum kan surfen.”

De Pedalhelden loodsen je in een half tot anderhalf uur langs de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad. Van de Alte Pinakotek langs het fantastische Museum Brandhorst, genoemd naar de vermogende familie van kunstverzamelaars. Maar evengoed langs de Königsplatz waar Adolf Hitler veel van zijn speeches hield en scheerlings voorbij het Haus der Kunst, waar de notie Entartete Kunst werd gelanceerd, ook al door de nazi’s. In de Engelse Tuin houdt onze riksja halt. “Dit is het grootste stadspark ter wereld”, legt Lange uit. “Groter zelfs dan Central Park in New York.” Dat verdient bubbels. Uit de zitting van zijn riksja diept Lange een fles champagne op.

Het valt ons vooral op dat het 1,3 miljoen zielen rijke München zeer welvarend is. Dat heeft het onder andere te danken aan de aanwezigheid van enkele grote concerns als Siemens, Allianz en BMW. Maar ook FC Bayern München- en Oktoberfestbezoekers doen hier veel euro’s rollen. De Maximilianstrasse baadt in het licht van de etalages van luxewinkels.

Beleveniswereld

In dat plaatje past ook de BMW Welt aan de Olympiaplatz, net buiten het centrum van de stad. Adrenaline, mannelijkheid, hoge toerentallen en heftige cilinders zijn er samengebracht in een grandioos stuk architectuur van de veelgeprezen Wolf Prix. Met zijn als wervelwind opgevatte glasconstructie, verpakt in 4000 ton staal, kreeg Prix in 2008 de European Award van het vermaarde Royal Institute of British Architects.

Maar het gaat de bezoekers vooral om wat er ín BMW Welt te zien is. Met zijn 2,5 miljoen komen ze jaarlijks naar hier. Ze komen genieten van de slagzin van de BMW Group: Freude am Fahren. Onze gids Inga straalt ook die Freude uit. Ze toont ons zowel de architectuur als de inhoud van het gebouw: motoren en auto’s van BMW, maar ook van Mini, Rolls-Royce en Husqvarna.

De Rolls-Royce Phantom kan de onze worden vanaf 350.000 euro. Of toch niet, horen we van Thomas Muderlak, de manager van BMW Welt. “Dit is een multisensuele beleveniswereld, geen ordinaire verkoopplaats. Hoe hard je ook aandringt, we zullen je telkens opnieuw naar je lokale dealer doorverwijzen.” Slimme image branding dus: bezoekers vergapen zich aan zo veel blinkend staal, zo veel interactiviteit, zo veel sfeer.

Uitleveringscentrum

Een van de hoofdredenen voor deze in 2007 geopende ‘belevingswereld’ ligt echter elders. Muderlak wijst ons op het belang van het ‘uitleveringscentrum’. Dat is een afdeling waar BMW-kopers van over de hele wereld persoonlijk — en met de nodige show — hun exemplaar in ontvangst kunnen nemen.

“Elk jaar komen er zo’n 20.000 naar München om hun auto persoonlijk op te halen”, verklaart Muderlak. “We geven ze een rondleiding in BMW Welt, maar ze bezoeken ook het hiernaast gelegen BMW Museum en kunnen binnenlopen in de fabriek aan de overkant, waar we de 3-reeks bouwen. En we verwennen de klant met eten en drinken.”

Maar het zijn vooral fiscale redenen die klanten — opvallend veel Amerikanen en Canadezen — lokken en van dat uitleveringscentrum een eclatant succes maken. “Die klanten krijgen een voorlopige Duitse nummerplaat, waarmee ze dan een tour door Europa kunnen maken”, zegt Inga. “In pakweg Amsterdam kunnen ze hun auto dan achterlaten. Ze vliegen terug naar Amerika en kunnen nadien hun auto — met de boot overgebracht — als tweedehandse auto invoeren. Dat scheelt een pak aan belastingen.” Slimme jongens, die Duitsers.

Snoepwinkel

Met plezier lopen we nog even het BMW Museum binnen. We herbeleven een stuk van onze autofiele kindertijd, staren naar een oude M6, bewonderen de eerste vliegtuigmotoren van BMW. Het bedrijf begon tussen de twee wereldoorlogen als fabrikant van vliegtuigmotoren, schakelde dan over op motorfietsen en voegde er pas later auto’s aan toe. We genieten opnieuw van de architectuur van het gebouw. Node verlaten we de snoepwinkel. Een kille metro brengt ons terug naar het centrum van de stad, naar de realiteit van een Zuid-Duitse stad die met hard werken haar centen verdient.

ART DE ZITTER – FOTOGRAFIE: THOMAS DE BOEVER

“Dit is een multisensuele beleveniswereld, geen ordinaire verkoopplaats” Thomas Muderlak, BMW Welt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content