Marathonman

Met zijn eigen atletiekcarrière was het te snel afgelopen. Nu organiseert hij marathons en behartigt de belangen van 160 atleten, onder wie Haille Gebrselassie en Marleen Renders: marathonman Jos Hermens.

Morgen is er de Memorial Van Damme en in september zijn er de Olympische Spelen. Voor Jos Hermens (51), ex-wereldrecordhouder op de twintig kilometer, breken er weer spannende tijden aan – zij het niet als atleet.

Hermens was in de jaren zeventig het typevoorbeeld van de kleurrijke, keihard trainende sporter waarop moderne marketeers gek zouden zijn. Hij profileerde zich met boude, linkse uitspraken én met verbluffende wereldrecords op – onder meer – de twintig kilometer. Hij deed mee aan de Olympische Spelen van 1972 en 1976 en was de ‘aanstaande wereldrecordhouder’ op de marathon. Maar hij werd het nooit, want ineens had hij geen achillespezen meer. Ze waren domweg opgelost door de cortisone-injecties die hem waren toegediend. Dat was het einde van Jos Hermens, atleet, maar het begin van Jos Hermens, ondernemer.

Zijn achillespezen mochten dan verdwenen zijn, de passie voor het langeafstandslopen bleef. Hermens ging aan de slag bij Nike, toen nog een beginnend sportschoenenfirmaatje. Hij verkocht de schoenen letterlijk vanuit de achterbak van zijn auto en in de vroege jaren tachtig werd hij hoofd van de promotieafdeling. Tot 1985, toen hij voor zichzelf ging werken en Global Sports Communications uit de grond stampte. Vanaf een even spreekwoordelijke als bestaande zolderkamer diende hij atleten van advies dat hij zelf moest ontberen in zijn sportieve gloriedagen: train niet te veel, loop jezelf niet kapot, pas op je lichaam.

Zijn aanpak sloeg aan onder atleten, bij uitstek solisten. Hermens bouwde een stal op die in omvang en kwaliteit kan wedijveren met de gerenommeerden ter wereld. Hermens adviseert intussen 160 atleten uit 26 landen, onder wie toppers als de Duitse sprintster Grit Breuer en de Roemeense middenafstandsloopster Gabriela Szabo en marathonmannen als Shadrack Hoff (Zuid-Afrika), Worku Belóla (Ethiopië) en Ismael Kirui (Kenia). Maar Hermens’ oogappel is zonder twijfel de langafstandsloper Haille Gebrselassie.

In België

wist Hermens dankzij een jarenlange vriendschap marathonloopster Marleen Renders te strikken. Hij had wel meer Belgen onder contract willen nemen, maar een onuitgesproken gentlemen’s agreement met Wilfried Meert, de paus van de Belgische atletiek, bindt Hermens beneden de Moerdiijk aan handen en voeten.

Inmiddels heeft Global Sports Communications tien werknemers in vaste dienst, wat fors is voor een sport die niet bepaald bekendstaat om de miljonairsomzetten. Over omzet en winstcijfers wil Jos Hermens het trouwens niet hebben: “Ik denk niet bedrijfsmatig. De hele zaak is een uit de hand gelopen hobby. Ik vertrek van de sport, van de atleet. It’s a people’s business. Eventuele winst investeer ik weer in de atleten. Wil ik het echt zakelijk doen, dan moet ik de helft van mijn atleten schrappen. Het probleem van ons bedrijf is: we nemen er mensen bij, maar we kunnen natuurlijk geen mensen uit onze stal gooien. Ons beleid is gericht op carrières van tien jaar of meer, niet van één of twee jaar.” En plots geeft hij dan toch wat cijfers: “Kijk, als een atleet 500 dollar per wedstrijd verdient, krijgen wij daar 15% van. Dat is 75 dollar en daar gaat de schoorsteen natuurlijk niet van roken. Dus je moet een balans vinden tussen de toppers, die behoorlijk veel verdienen en de mensen die zo goed als niets verdienen. Maar ja, wie ben ik om een atleet de wacht aan te zeggen als hij voor een wedstrijd nog een paar 100 dollar kan vangen, terwijl het gemiddelde inkomen in Ethiopië en Kenia misschien 30, 40 dollar per maand is? Hoe kan ik dan zeggen: ‘Kom maar niet meer.’ Vaak is het zo dat een heel dorp afhankelijk is van de inkomsten van de atleet. Ons streven is hen niet met lege handen naar hun land terug te laten keren, hoe weinig ze ook verdienen.” En Hermens gaat vrij ver in dat streven: vanwege de luttele inkomsten die vooral startende atleten hebben, betaalt Global Sports Communications nogal wat retourtickets Addis Abeba-Schiphol. Maar echt medelijden hoeven we met Hermens nu ook weer niet te hebben: zijn toppers brengen genoeg geld in de kas van Global Sports Communications.

Daarnaast startte Hermens begin 1994 ook Global Sports Marketing, een bedrijf dat wedstrijdorganisaties de public relations, marketing en sponsorwerving uit handen neemt. In 1996 werd Hermens imperiumpje aangevuld met Global Sports Events. Die tak organiseert hele wedstrijden, zoals de Amsterdam Marathon. In België is Hermens co-organisator van de atletiekmeeting van Hengelo en levert hij atleten voor de Memorial Ivo Van Damme en competities als de Cross Cup.

De idee hele wedstrijden op touw te nemen, is vooral voortgekomen uit de internationale successen die Hermens al twintig jaar boekt als medeorganisator van de Rotterdam Marathon. Ooit begonnen met het budget voor één wereldtopper, heeft Rotterdam het inmiddels niet alleen geschopt tot het grootste eendaagse sportevenement van Nederland: de marathon geniet over de hele wereld aanzien.

Maar het zijn vooral de atleten die aandacht, veel aandacht vragen. “Daarbij zijn er de Afrikanen die vergeten hun visum op te halen, te laat komen, niet op de persconferentie verschijnen, dat soort grappen.” De drukte impliceert dat zijn mobiele telefoon met gek makende regelmaat weerklinkt, dat er lawines e-mail op zijn laptop verschijnen en dat zijn aanwezigheid op twaalf plaatsen tegelijk vereist lijkt. Hermens: “Ik werk altijd tachtig uur per week. Ik begin ‘s ochtends rond 9.00 uur en ga vaak door tot 23.00 uur ‘s avonds. Ik ben 45 weekeinden per jaar in het buitenland om races te bekijken en atleten te zien en te ontmoeten. Noem dat gerust acquisitie.”

Ondanks de groei van het bedrijf houdt Hermens zich nog altijd met de details bezig. “Het leukst aan mijn werk vind ik carrièreplanning. Heel belangrijk, want dat is eigenlijk de marketing van de atleet. Wat zijn z’n sterke en zwakke punten, hoe zet je hem in de markt? Dat kan ik natuurlijk niet bijhouden van honderdvijftig man, maar van de toptwintig doe ik dat wel. Ik bezoek veel wedstrijden en daar zie ik ook de nieuwe talenten. Ik overleg alles met de mensen hier: hoe gaan we het aanpakken, hoe komt de atleet over bij de mensen en hoe komt hij over bij de pers? Maar het allerleukst is jonge mensen van achttien, negentien jaar te begeleiden tot hun dertigste, vijfendertigste. Dan zie je niet allen hoe ze zich ontwikkelen als atleet, maar ook als mens. Ze slurpen kennis op en groeien uit van jochies uit kleine Afrikaanse dorpen tot echte wereldburgers.”

De langafstandsloper

Haille Gebrselassie, de 27-jarige Ethiopiër die op de vijf en tien kilometer al sinds jaar en dag heer en meester is, vertegenwoordigt vooral in zijn persoonlijke leven alles wat Hermens zelf ook werd toegedicht. Hermens is ervan overtuigd Gebrselassie op een dag president van Ethiopië wordt: “De mentaliteit van de jongen vind ik geweldig, het is echt een enorme eer met hem te mogen werken. Hij is warm, heeft uitstraling, is intelligent. Hij staat altijd voor iedereen klaar en lijkt een vooruitziende blik te hebben.”

Hermens weet zeker dat zijn pupil Gebrselassie in de toekomst het wereldrecord op de marathon zal breken. En het zal niet zijn door er een paar lullige secondjes vanaf te knabbelen, nee, het zal om bruut minutenwerk gaan.

De Spelen van Sydney zijn een terugkerend thema bij vrijwel alle belangrijke wedstrijden dit seizoen. Terwijl tijdens andere jaren op dikbetaalde records wordt gejaagd en de atletiekcarrousel om hoge startgelden draait, liggen de kaarten dit jaar volledig anders. Hermens: “Dit seizoen is a-typisch voor ons, door die Olympische Spelen. We zien dat atleten voorzichtiger zijn, minder wedstrijden lopen, eerder onderkennen dat ze niet in de juiste vorm zijn en dan teruggaan naar Afrika voor een hoogtestage. Het is daardoor een beetje een rommelig jaar. Financieel is het ook wat minder. De Spelen vinden plaats in september, dus er vallen behoorlijk wat wedstrijden weg. Bij een Wereldkampioenschap heb je nog het prijzengeld, dat heb je bij de Spelen natuurlijk ook niet. Voor atleten zijn er geen kermiskoersen zoals voor wielrenners. De Spelen kunnen onze spelers wel gunstige contracten opleveren. Schoenfabrikanten en andere sponsors leggen graag wat extra geld neer voor een olympisch kampioen.”

Hermens gaat ervan uit dat zijn stal op de Spelen twaalf medailles zal winnen, net zoals vorig jaar op het WK. “Toen hadden we net zoveel als Duitsland. Het zou leuk zijn als we Duitsland dit jaar konden kloppen. Maar waar het mij werkelijk om gaat, is dat de atleten zelf successen boeken. Als iemand een nationaal record loopt en dat is het maximaal haalbare, ben ik daar net zo blij mee als met een olympische gouden medaille.”

Copyright: Quote.

dylan van eijkeren

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content