Windenergie tikt productierecord aan: ‘Groene stroom wordt volwassen, maar niet alles loopt gesmeerd’

Het offshore windpark 'DanTysk', ongeveer 43 zeemijl ten westen van het Duitse eiland Sylt -- Foto door Christian Charisius via Getty Images

Juli was een topmaand voor de productie van duurzame energie. De Belgische windturbines wekten vorige maand 40 procent meer stroom op dan in dezelfde periode vorig jaar. Maar we moeten oppassen voor een juichmentaliteit, betoogt energie-expert Joannes Laveyne (UGent). “Om alles gebouwd te krijgen, is er nood aan een beter industrieel beleid voor hernieuwbaar”, klinkt het.

1.156 gigawattuur aan stroom werd door de windmolens in ons land opgewekt in juli; een toename met 40 procent in vergelijking met vorig jaar. Vooral de windparken op zee deden het uitstekend: ze produceerden 60 procent meer dan in dezelfde maand in 2021. Trends had een jaar geleden een uitgebreid gesprek met de experts Joannes Laveyne en Thijs Van de Graaf over de crisissfeer op de energiemarkten. We belden hen opnieuw voor de huidige stand van zaken, met een focus op hernieuwbaar.

Hoera voor wind?

JOANNES LAVEYNE. “Als we het procentueel bekijken, dan heeft windenergie inderdaad records gebroken. In juli, maar ook over heel het jaar meen ik dat we 35 procent van onze elektriciteit uit wind halen. Dat is sowieso een record. Aan de andere kant, in de zomer ligt het elektriciteitsverbruik ook lager. Dan is het makkelijker om een groter aandeel te verkrijgen. We moeten ons dus zeker niet blind staren op die recordgrafieken. Het is een winderige maand geweest, er is ook wat minder verbruik geweest.

“Maar het toont wel aan dat windenergie volwassen wordt en steeds grotere hoeveelheden van ons elektriciteitsverbruik kan genereren. Zeker als ook onze tweede offshore-zone, de Prinses Elisabeth-zone, in ontwikkeling zal komen. Dan gaat dat aandeel meer dan verdubbelen. Het grootste deel van onze elektriciteitsvoorziening zal in de toekomst hernieuwbaar zijn.”

Positieve vooruitzichten, dus.

LAVEYNE. “De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn op zich positief, maar het is ook niet dat er hoegenaamd geen vuiltje aan de lucht is. De aanvoerketens van de materialen van hernieuwbare energie, specifiek windenergie, staan onder zeer grote druk. Dat heeft verschillende oorzaken. Onder andere problemen bij een van de grootste fabrikanten, Simons Gamesa, dat met ernstige ontwerpfouten kampte in zijn turbines. Maar ook materiaaltekorten en stijgende prijzen zijn schering en inslag.

“En windenergie zit met een heel specifiek probleem, namelijk de heel lange doorlooptijden, de tijd tussen de vergunning en de oplevering van projecten. Wat gebeurt er? Een bedrijf dat een windpark wil bouwen, sluit een contract af met een fabrikant van windturbines. Er wordt een prijs vastgelegd. Maar de tijdspanne tussen de ondertekening van een contract tot de aanvang van de bouw, kan soms drie, vier, vijf jaar beslaan, door de lange vergunningsprocedures.

‘Aan grote orders zit een schaduwkant’

Joannes Laveyne (UGent)

“Ook de aanleg van infrastructuur zoals het transportnet, de elektriciteitsinfrastructuur, etc. neemt heel wat tijd in beslag. En sinds beslist is dat die turbines gebouwd moeten worden, zijn de materiaalprijzen enorm gestegen. Dat maakt dat bij een aantal onderdelenfabrikanten het water aan de lippen staat. Die hebben contractueel ook wel wat marge om de prijzen te verhogen, maar niet volledig.

“Een tweede aspect is de prijsdruk. We hebben onlangs gezien dat BP en Shell de Duitse overheid 14 miljard euro gaan betalen om windturbines te mogen bouwen. Dat is echt gigantisch. Maar in het hebben we gezien dat er dan vaak grote druk ontstaat op de fabrikanten om zo goedkoop mogelijk die grote orders te kunnen opleveren. En die fabrikanten gaan dat compenseren met hogere prijzen voor kleinere orders. Dus aan die grote orders zit ook een schaduwkant.”

Toch hebben regeringen grootse plannen.

LAVEYNE. “Op een Noordzee-top werd besloten om 30 of 40 gigawatt aan windenergie in de Noordzee bij te bouwen de komende tien jaar. Maar op dit moment is de Europese industrie er nog niet om dat te kunnen doen. We hebben eigenlijk maar twee fabrikanten van die gigantische metalen buizen die in de grond gezet worden als funderingen, monopiles. Ook daar moet nog een enorme opschaling gebeuren.”

“De vooruitzichten zijn weliswaar heel goed voor hernieuwbare energie, maar er is niettemin nood aan een beter industrieel beleid om alles gebouwd te krijgen.”

‘We hebben eigenlijk maar twee fabrikanten van metalen buizen die in de grond gezet worden als funderingen voor windmolens’

Joannes Laveyne (UGent)

Om eens de bril van de doemprofeet op te zetten: wat betekent de opmars van de Europese windenergie voor de wereldwijde klimaatdoelstellingen als de Chinezen nooit eerder zoveel steenkool uit de grond hebben gehaald (cijfers van 2022)?

THIJS VAN DE GRAAF. “Ik denk dat het wel duidelijk is dat er wereldwijd niet echt een revival is van steenkool. China installeert meer hernieuwbare-energiesystemen dan Europa, India en de Verenigde Staten tezamen. De Chinezen doen gigantisch veel inspanningen om hun energienetten te decarboniseren. Mocht de rest van de wereld evenveel doen als China, dan zaten we in een heel ander verhaal.”

Waterkracht is terug

Zijn er nog andere positieve evoluties in koolstofarme energie in vergelijking met vorig jaar?

VAN DE GRAAF. “Vorig jaar hadden we ook een probleem met de Europese waterkrachtcentrales, die naast de gascrisis ook de elektriciteitsprijzen mee hebben opgedreven, omdat er meer gas moest verbrand worden. Zo was er minder waterkrachtcapaciteit in de Alpen en in Scandinavië bijvoorbeeld. Dat is dit jaar niet het geval, door – onder meer – hevige regenval. Ik denk ook dat de kerncentrales in Frankrijk stilaan uit de problemen raken. Vorig jaar lag de helft van de reactoren op een gegeven moment stil, wegens gepland of ongepland onderhoud. Nu is dat toch al iets beter, dacht ik. Maar Joannes weet daar meer over.”

LAVEYNE. “We zitten nog altijd in het derde slechtste jaar ooit. Vorig jaar was het nóg slechter. Maar de vooruitzichten zijn beter dan verwacht. Een aantal centrales keren sneller dan verwacht terug. Ik denk dat die van Cattenom vandaag weer is aangeschakeld, twee maanden vroeger dan verwacht. Frankrijk is zeker nog niet uit de gevarenzone, maar er is vooruitgang. Als dat aanhoudt, gaat dat ook voor deze winter een wezenlijk verschil maken in vergelijking met vorig jaar.”

‘Strategisch gezien zit kernenergie met een probleem’

Thijs Van de Graaf (UGent)

Europa gaf vorig jaar een “groen” label aan sommige investeringen in kerncentrales. Kernenergie maakt – in principe, voorlopig – deel uit van de energietransitie.

VAN DE GRAAF. “Strategisch gezien zit kernenergie met een probleem. Vaak wordt geponeerd dat dit een vorm van energieopwekking is waarmee je niet afhankelijk bent van het buitenland. Maar we hebben recent de putsch in Niger gezien. Een kwart van het Europese uranium komt van daar. Een groter gedeelte komt van Kazachstan, een land dat al in de Russische invloedssfeer zit. Nu zou daar dus nog Niger bij komen.”

LAVEYNE. “We moeten inderdaad realiseren dat we nog altijd veel uranium importeren. Ook uit Rusland. En ook belangrijk: het afval van de Europese verrijkingsindustrie, dat is dan verarmd uranium, wordt uitgevoerd naar Rusland voor verwerking. Als dat niet meer kan, dan moeten wij hier een nieuwe verwerkingsindustrie uitbouwen.

“Men zweert bij het feit dat uranium een heel hoge energiedensiteit heeft. Je hebt niet veel van die brandstof nodig om kernreactoren te laten draaien. Je kan het ook opslaan; Frankrijk heeft redelijk wat opslag. Maar uiteindelijk moet heel die brandstofcyclus er zijn. Want als de aanvoer van ruwe uranium en verrijking niet meer lukt of begint te stokken, kom je op termijn in de problemen.”

Vivaldi en nucleair onderzoek

Hoe moeten we de kerncentrale-deal van Vivaldi evalueren?

LAVEYNE. “Ik vind dat best een evenwichtige deal. Er is naar best vermogen ingeschat wat de kostprijs van de berging van het kernafval zal zijn. Op basis van alle informatie die we nu hebben, is dat een correct bedrag. En ook hoe het gefinancierd wordt – met een betaling vooraf voor het kernafval – geeft ons, zowel Engie als de Belgische overheid, best wat zekerheid.

Lees ook:

“Maar er is niet alleen de berging, er is ook het operationele: hoe de kerncentrales vanaf 2025 uitgebaat worden. En nog het meest belangrijke: de strike price (vaste prijs) die moet afgesproken worden. Als de marktprijs voor elektriciteit boven die prijs ligt, ontvangt de staat een bedrag. Gaat die daaronder, dan moet de overheid bijleggen. Dat zal de rentabiliteit van de deal voor de belastingbetaler bepalen. Dat weten we op dit moment nog niet.”

Ons land heeft ook een belangrijk nucleair onderzoekscentrum, het SCK-CEN. Die ontwikkelingen daar moeten er ook toch ook voor zorgen dat kernenergie voorlopig niet wordt afgeschreven?

LAVEYNE. “Ik snap niet echt dat het grote publiek de link legt tussen het experimenteel onderzoek dat bij het SCK gebeurt en de industriële uitbouw van wat men vermogensreactoren noemt. Het profiel van de mensen die in een kerncentrale werken, is niet het profiel van mensen die voor het SCK werken.

“Overigens: het Myrrha-project lijkt een beetje een Zwitsers zakmes te zijn. Ze kunnen daar van alles mee doen: ze kunnen er kernafval mee verwerken, ze kunnen er kleine modulaire reactoren mee simuleren. We gaan zien waar dat eindigt. Ze zijn bezig met een vierdegeneratieontwerp – sowieso iets wat we niet operationeel moeten verwachten voor 2040, 2045 denk ik. Het is wel mooi onderzoek, maar het SCK komt nu stilaan op een tweesprong. Het project is langlopend. Er is al heel veel geld in gestopt. Nu komt het project op een punt waarop men moet zoeken naar externe financiering. Ook de vorige regering heeft gezegd dat ze er geen geld kan in blijven pompen. Samenwerking met privé-spelers of andere Europese onderzoeksinstellingen is nu aan de orde om dat project naar de tweede fase te brengen. Het zal dus binnenkort money time zijn daar, denk ik. En dat zal bepalen waar dat project in komende jaren naar toe zal evolueren.”

Zie ook:

‘Inflation Reduction Act’

Voelen we op het continent nog de pijn van de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die miljardensubsidies naar duurzametechnologieprojecten gooit? Vooral voor waterstof leek ons dat in de problemen te brengen.

VAN DE GRAAF. “De Amerikanen gaan allerlei soorten duurzame waterstof enorm subsidiëren. Nadat die Amerikaanse klimaatplannen in augustus waren gelekt, heeft het Europees Parlement de regels voor subsidies wel een beetje afgezwakt. Dit vanuit een bezorgdheid van de waterstofindustrie dat alles zou wegtrekken naar de Verenigde Staten.

“Vorige maand heeft Duitsland ook een nieuwe waterstofstrategie bekendgemaakt. Het wil zijn binnenlandse elektrolyse-capaciteit tegen 2030 verdubbelen van 5 naar 10 gigawatt. Die gigawatten moeten wel van ergens komen en als die niet naar die elektrolyses waren gegaan, dan hadden die misschien de verwarming in huizen rechtstreeks kunnen verduurzamen, of honderdduizenden elektrische wagens kunnen voorzien van stroom.

“Wij moeten van Russisch gas af, en dan kijkt de Europese Unie naar waterstof. Dan worden er ineens doelstellingen bepaald voor 2030, tot 20 megaton waterstof jaarlijks. Dat is gigantisch.”

‘Als we kijken naar de groei van zon en wind gecombineerd, is dat niet te stoppen’

Joannes Laveyne

LAVEYNE. “Er zijn ook wel opportuniteiten met waterstof. De productie van zonnepanelen is iets dat de wereld collectief verloren heeft aan China. Maar in waterstof denk ik dat we nog iets kunnen goedmaken. Op dit moment worden er heel veel elektrolyzers gemaakt. Ook in België, bij John Cockerill onder andere, worden hoogwaardige elektrolyzers gemaakt en wordt die kennis geëxporteerd.

“Het gaat ook gepaard met het probleem van de transportnetinfrastructuur. In Duitsland, maar ook in Nederland, denkt men erover om de overschotten van hernieuwbare energie te gebruiken voor elektrolyse, omdat men die elektriciteitsproductie niet wegkrijgt over het transportnet. Er zijn te weinig hoogspanningslijnen en men wil die capaciteit realiseren. Dan overweegt men om er gewoon elektrolyzers bij te zetten om die elektriciteit te benutten.”

We hebben de productie van zonnepanelen verloren aan China, zegt u. Hoe zit het echter met de zonne-energie in Europa?

LAVEYNE. “Als we kijken naar de groei van zon en wind gecombineerd, dan is dat niet te stoppen. Ik denk dat die combinatie in Europa vorig jaar 22 procent bedroeg van de elektriciteitsproductie. En dat is al meer dan kernenergie, in nauwelijks tien jaar.

“De verdere uitrol van zonne-energie in Europa zal eerder lineair zijn. Tot nu ging dat redelijk exponentieel. Maar we vinden gewoon de mensen niet om alles geïnstalleerd te krijgen. Die arbeidstekorten zijn overal een probleem aan het worden, de orderboeken van installateurs van zonnepanelen zitten gewoon vol. Die leggen continu iedere dag zonnepanelen, maar je kunt dat niet verder opschalen als je niet meer mensen vindt.”

Energie-experts Thijs Van de Graaf en Joannes Laveyne: 'We slaapwandelen naar een winterse energiecrisis'
© EMY ELLEBOOG

Joannes Laveyne

– 2007-2011: Master of Science, Renewable Energy, KHBO Oostende

– 2012-2018: medeoprichter spin-off Argus Technologies BVBA

– Sinds 2011: onderzoeker Electrical Energy Lab, UGent

Energie-experts Thijs Van de Graaf en Joannes Laveyne: 'We slaapwandelen naar een winterse energiecrisis'
© EMY ELLEBOOG

Thijs Van de Graaf

– 2001 -2005: master internationale relaties, UGent

– 2005-2007: master Europese studies, ULB

– 2007-2012: doctoraatsstudies, UGent-

– 2012-2014: post-doctoraal onderzoeker, UGent- 2014-2019: docent internationale politiek, UGent

– Sinds 2019: hoofddocent internationale politiek, UGent

Eerder:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content