Voorlopig nog geen minimale dienstverlening bij De Lijn door sociale verkiezingen
De Lijn zal er niet in slagen om in de eerste helft van het jaar een systeem van minimale dienstverlening op te zetten. De sociale verkiezingen strooien roet in het eten, argumenteerden Roger Kesteloot en Marc Descheemaecker donderdag in het Vlaams Parlement. Er zou ten vroegste in juli een overeenkomst kunnen worden gevonden met de vakbonden.
De Lijn moet werk maken van een minimale dienstverlening in het geval van staking, zo beslisten de drie regeringspartijen in september. ‘Bij gebrek aan resultaten binnen de termijn van zes maanden, zal de regering het initiatief nemen om voormelde doelstelling alsnog te realiseren’, stond in het regeerakkoord. Minister van Mobiliteit Lydia Peeters heeft op 8 januari de officiële brief gestuurd om die periode te laten starten. ‘Ik denk dat iedereen zich enorm heeft geërgerd aan de stakingsaanzegging net voor de feestdagen’, aldus Peeters. ‘Toen was de maat vol en hebben we de brief verstuurd.’
Maar een overeenkomst in de eerste jaarhelft zit er niet in, maakte De Lijn donderdag duidelijk. In mei worden er immers sociale verkiezingen gehouden en de vervoersmaatschappij vindt het niet realistisch om nu een onderhandeling op te starten. ‘Ik denk niet dat het verstandig is om de verkiezingen te doorkruisen met dergelijke initiatieven’, zei Marc Descheemaecker, voorzitter van de Raad van Bestuur.
‘Ik hoop dat de vakbonden de beroepsernst hebben om dan na de sociale verkiezingen onmiddellijk in gang te schieten’, reageerde Bert Maertens van N-VA. “Als er na de verkiezingen inertie blijft, moet de politiek de tanden tonen.”
Bij vakbond ACV is te horen dat een onderhandelde oplossing altijd wordt verkozen boven een regeling die door de politiek wordt opgelegd. Maar de kans op slagen wordt als ‘erg klein’ ingeschat bij de vakbond. ACV vreest dat de collega’s van ACOD zich tegen elk initiatief zullen verzetten.
De Lijn waarschuwde in het parlement voorts dat er extra Vlaams geld zal nodig zijn om de vloot te vergroenen. ‘Een hybride bus kost 300.000 euro, een elektrische 400.000 euro en een waterstofbus 650.000 tot 750.000’, rekende Kesteloot uit. Met eigen middelen zal De Lijn de ambitie om tegen 2035 emissieloos te rijden dus niet kunnen halen.
‘Ik wil naar minister van Financiën Matthias Diependaele toe stappen om te kijken of we middelen kunnen vrijmaken voor de vergroening van de vloot’, reageerde Lydia Peeters.
Voor 2020 heeft De Lijn de ambitie om het aantal afgeschafte ritten onder de 1 procent te brengen, bleek tot slot in het parlement. Er komen ook een aantal nieuwe initiatieven om de stiptheid te verbeteren. Zo is er een aanbestedingsprocedure opgestart voor technologie die de trambestuurders toelaat de verkeerslichten op groen te zetten.