Pierre Wunsch (Nationale Bank): ‘Als het klimaatbeleid te snel te ver gaat, dreigen we tien jaar te verliezen’

Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank. Foto: Belga Image
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Een klimaatneutrale samenleving tegen 2050 is haalbaar tegen een betaalbare kostprijs, maar het maatschappelijk enthousiasme rond klimaatmaatregelen heeft al een piek bereikt. “Als we te snel te ver gaan met klimaatmaatregelen, dan dreigt de kiezer af te haken en dan verliezen we tien jaar aan het politieke front”, zegt Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank.

Pierre Wunsch maakte die analyse gisteren op een klimaatconferentie georganiseerd door het Peterson Institute for International Economics, een Amerikaanse denktank. De gouverneur was er als spreker te gast omdat hij zich verdiept heeft in de economische gevolgen van het klimaatbeleid en de klimaatverandering. Hoeveel kost het de samenleving om de koolstofuitstoot naar nul te brengen? En vooral, hoe pak je de klimaatverandering op de meest efficiënte manier aan?

De klimaattransitie is betaalbaar

“De toekomst van onze energievoorziening is groen én vrij goedkoop”, opende Pierre Wunsch zijn uiteenzetting op een positieve noot. “De verwachte prijzen voor hernieuwbare energie in de periode 2030-2050 liggen in lijn met de prijzen die we in 2022 betaalden, dankzij de dalende kostprijs van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. Tot zover het verhaal dat er ‘degrowth‘ nodig zou zijn om de klimaatdoelstellingen te halen.”  

Het vergt echter grote investeringen om over te schakelen naar een klimaatneutraal energiesysteem. “Het gaat om een aanbodschok die vergelijkbaar is met de olieschok van de jaren zeventig. Die schok kostte ons 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De energietransitie zal ons, gebaseerd op een prijs van 75 tot 100 euro per ton CO2, ook 3 procent van het bbp kosten, maar die schok is gespreid over dertig jaar en meer voorspelbaar dan de schokken in de jaren zeventig”, zegt Pierre Wunsch.

Uiteindelijk gaat het om de vraag hoeveel het kost om de uitstoot van CO2 naar nul terug te brengen. “Op basis van bestaande technologieën kunnen we de uitstoot tegen een aanvaardbare kostprijs volledig elimineren. Gemiddeld kost die oefening 150 euro per ton. Dat komt voor een land als België, dat een relatief hoog energieverbruik combineert met een hoog inkomen, overeen met een kostprijs van 3,5 procent van het bbp van 2020 en met 2,5 procent van het bbp in 2050. Dat kost ons dus 0,1 procent van het bbp per jaar. Die kostprijs is opnieuw vergelijkbaar met een nieuwe olieschok als in de jaren zeventig”, zegt Pierre Wunsch.

Een mogelijk grotere kostprijs van de transitie is het gebrek aan innovatie op andere fronten. “Als alle investeringen vloeien naar de transitie, of als die transitie alle knappe koppen aantrekt, wie gaat dan op andere domeinen voor de innovatie zorgen? Dat kan wegen op de productiviteitstoename en de potentiële groei van de economie. Dat is misschien nog de grootste kostprijs van de transitie”, zegt Pierre Wunsch.

Eerst de energie, dan de moraal?

De klimaattransitie is dus betaalbaar, maar de klok tikt en de beleidsmakers staan voor de grote uitdaging om de kiezer aan boord te houden. In Nederland is er groot ongenoegen over het stikstofbeleid. In Duitsland zijn gezinnen boos over het aangekondigde verbod op aardgasketels. In België wil premier Alexander De Croo (Open Vld) op de pauzeknop van de Europese natuurherstelwet duwen.

“Het protest gaat dus verder dan de Franse gele hesjes. Overschat de steun voor het klimaatbeleid niet. Veel mensen werd voorgespiegeld dat de transitie een geweldige economische kans is, terwijl het om een aanbodschok gaat die ons geld kost”, zegt Pierre Wunsch.

Concrete maatregelen op het terrein botsen snel op onbegrip. “Als mensen hun huis moeten isoleren of als ze een warmtepomp moeten installeren zonder dat er voldoende bouwvakkers of installateurs zijn, dan haken ze af. Als mensen een elektrische auto moeten kopen, zonder dat er voldoende laadstations zijn, dan haken ze af. Is het zinvol om 1 tot 2 procent van het bbp te spenderen aan de isolatie van gebouwen als je onvoldoende bouwvakkers hebt? Flessenhalzen die we zelf creëren zullen de realiteit niet overleven, want ze zullen op protest van de kiezer botsten. Mensen hebben begrip voor flessenhalzen die het gevolg zijn van een oorlog, maar niet voor flessenhalzen die we onszelf aandoen”, zegt Pierre Wunsch.

Het debat op langere termijn gaat over de vraag hoe we de transitie tijdig kunnen realiseren. Kan het met nieuwe technologie tegen een betaalbare prijs, zodat we onze levensstandaard kunnen behouden? Of is er ook een grote gedragswijziging nodig, waarbij de samenleving afscheid neemt van een model dat de welvaart probeert de maximaliseren? “Mijn inschatting is dat we de transitie voor 80 procent met technologie en voor 20 procent met gedragsaanpassing kunnen realiseren”, zegt Pierre Wunsch. “De klimaatactivisten willen ons gedrag en onze levenswijze grondig veranderen, maar de meeste kiezers aanvaarden dat niet. Het vroeg een oorlog in Oekraïne om ons aardgasverbruik te verminderen, en dan nog slechts met 20 procent. Als het klimaatbeleid te snel te ver gaat, dan dreigen we tien jaar te verliezen op het politieke front. We zullen op het gebruik van efficiënte technologieën moeten focussen om de klus te klaren”, zegt Pierre Wunsch.

Heel wat mensen, vooral jonge mensen, zien het klimaatdebat als een moreel debat. “Dat is geen probleem als dat mensen beweegt om hun gedrag aan te passen. Maar dat is wel een probleem als dat leidt tot inefficiënte beleidskeuzes die de transitie vertragen en de kostprijs doen oplopen. Trouwens, de meeste mensen hebben er geen benul van dat de Europese Unie al enorm veel doet. De koolstofprijs in het verhandelbare emissiesysteem van de EU is gestegen tot 100 euro per ton. Met die prijs haalt de EU haar klimaatdoelstellingen tegen 2050. Toch zijn dezelfde mensen ervan overtuigd dat we niet genoeg doen. Ze willen niet dat je nog plastic bekers gebruikt, laat staan dat je nog het vliegtuig zou nemen”, zegt Pierre Wunsch.

Wat kunnen de centrale banken doen?

Kunnen de centrale banken de wereld niet redden door de transitie gedeeltelijk rechtstreeks te financieren? De Amerikaanse centrale bank (de Fed) houdt het onder voorzitter Jerome Powell bij de doelstelling van prijsstabiliteit en volledig werkgelegenheid, en wil zich niet mengen in het klimaatbeleid. De Europese Centrale Bank durft iets verder te gaan. ECB-directeur Isabel Schnabel zei in januari dat de ECB haar beleid sneller in lijn moet brengen met de doelstelling van klimaatneutraliteit.

Volgens haar mandaat moet de ECB op de eerste plaats zorgen voor prijsstabiliteit, maar kan ze ook andere objectieven nastreven, voor zover die doelstellingen de prijsstabiliteit niet in het gedrang brengen. Het beschermen en het verbeteren van het milieu is een van die doelstellingen, maar een evenwichtige groei, volledige tewerkstelling, sociale vooruitgang, wetenschappelijk en technologische vooruitgang of het bestrijden van sociale uitsluiting staan ook op het lijstje. “Het risico is dat de ECB de doelstelling van klimaatneutraliteit meer gelijk beschouwt dan andere doelstellingen. Als we keuzes maken, dan kan de indruk ontstaan dat we niet langer onafhankelijk optreden. Daar moeten we voorzichtig mee zijn. Het klimaatbeleid gaat over de allocatie van middelen. De centrale banken hebben daar doorgaans geen rol in te spelen”, zegt Pierre Wunsch.

De impact van de centrale banken op het klimaatbeleid is sowieso klein, zegt Pierre Wunsch. ”We zullen het verschil niet maken. Het is dus een symbolische discussie, maar het is belangrijk om als onafhankelijke instelling die discussie te voeren. We moeten zeggen dat we inzitten met het klimaat, maar kunnen we dan nog voldoen aan de soms hoge verwachtingen die de maatschappij van ons heeft? Het is dansen op een slappe koord in onze communicatie.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content