De Nationale Bank zegt niet resoluut nee tegen een afschaffing van de getrouwheidspremie op een spaarrekening. Het kan, maar pas op met de stabiliteit van de banken, zo luidt het advies aan de regering in een notendop. Dat schrijven L’Echo, De Tijd en Le Soir vrijdag.
Te midden van het debat over de spaarrente die te laag zou blijven, had minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) vorig jaar de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) een onderzoek gevraagd naar de verschillende bankdiensten, de spaarrente in het bijzonder.
De concurrentiewaakhond oordeelde dat er te weinig concurrentie speelt tussen de vier grootbanken. Een van de adviezen was dat de banken moeten afstappen van de onduidelijke basistarieven en getrouwheidspremies. De minister pleitte nadien voor een enkel rentetarief voor spaarrekeningen, zodat consumenten makkelijker kunnen vergelijken.
Stabiliteit
Dermagne vroeg vervolgens advies aan de Nationale Bank, verantwoordelijk voor het bankentoezicht, en financieel toezichthouder FSMA. In een brief aan Dermagne verzet bankgouverneur Pierre Wunsch zich niet tegen een afschaffing van de getrouwheidspremie. Hij noemt de verschillende aanbevelingen van de BMA “een goed vertrekpunt om maatregelen te overwegen die de transparantie en de mobiliteit van klanten op de spaarmarkt zouden kunnen vergroten”.
Maar tegelijk waarschuwt de Nationale Bank de regering voor het belang van het behoud van de stabiliteit op de bankenmarkt. De getrouwheidspremie is pas verworven na twaalf maanden en draagt zo bij aan de stabiliteit. Daarbij verwijst de toezichthouder naar het spaargeld als belangrijke financieringsbron voor kredieten aan gezinnen en bedrijven. Als de getrouwheidspremie toch afgeschaft zou worden, is volgens Wunsch een overgangsperiode nodig.
Bovendien oppert de Nationale Bank alternatieven. Bijvoorbeeld een vereenvoudiging van het systeem van de getrouwheidspremie of het terugbrengen van de verwervingsperiode van twaalf naar zes maanden om de mobiliteit op de spaarmarkt aan te wakkeren.
