Hoe de nieuwe Duitse coalitieregering haar draai zal moeten vinden

OLAF SCHOLZ Voor het eerst in zestien jaar heeft iemand anders dan Angela Merkel de touwtjes in handen. © AFP via Getty Images
Tom Nuttall bureauchef van The Economist in Berlijn

Voor het eerst in zestien jaar heeft iemand anders dan Angela Merkel in Duitsland de touwtjes in handen.

In 2022 steekt Duitsland van wal met een vernieuwd bestuur, en niet alleen omdat voor het eerst in zestien jaar iemand anders dan Angela Merkel de touwtjes in handen zal hebben. Meer dan zes decennia lang werd Duitsland bestuurd door coalities van twee partijen. Tijdens drie van haar vier ambtstermijnen leidde Merkels conservatieve christendemocratische alliantie CDU/CSU centristische ‘grote coalities’ met de sociaaldemocraten van de SPD. Maar het Duitse electoraat raakte versplinterd. De verkiezingen van 2021 hebben een regering opgeleverd die uit drie partijen bestaat: een verkeerslichtcoalitie, geleid door de SPD met de Groenen en de liberale Vrije Democraten (FDP).

Zal dat experiment werken? Optimisten hopen dat de verkeerslichtcoalitie groter zal blijken dan de som van haar delen. De Groenen kunnen de impuls geven om strijd te voeren tegen de klimaatverandering, de FDP om de bureaucratie en de digitalisering aan te pakken. Samen kunnen de twee kleinere partijen het eens raken over projecten rond burgerrechten, zoals de legalisering van marihuana en de herziening van de wankele Duitse wetgeving inzake staatsburgerschap. Intussen kan Olaf Scholz, de nieuwe kanselier van de SPD, de volgende fase van de industriële transitie in Duitsland in goede banen leiden.

Wederzijds wantrouwen

Het wederzijdse wantrouwen tussen de partijen houdt een risico op incoherentie en verlamming in. Nu de FDP, die afkerig staat tegenover schulden, het ministerie van Financiën heeft binnengehaald, zullen de Groenen zich ervan hebben verzekerd dat hun ambitie om te investeren niet om de haverklap wordt gedwarsboomd. De partijen hebben heel uiteenlopende visies op de begrotingsregels van de Europese Unie en op de manier waarop het Europese herstelfonds moet worden ingezet. Zulke overwegingen zullen resulteren in een overdreven gedetailleerd regeerakkoord dat de flexibiliteit van de regering zal beperken.

Een regering die voortdurend moet afrekenen met interne onenigheid zal het niet onder de markt hebben om de vele Duitse uitdagingen aan te gaan. Ze moet bijvoorbeeld een antwoord vinden op een krimpende beroepsbevolking. Ze moet plannen opstellen om de koolstofuitstoot terug te dringen. De grootste uitdagingen zijn de grote investeringen die nodig zijn om de klimaatkwestie en de digitalisering in handen te nemen. Duitsland heeft een grondwettelijke schuldenrem die beperkt hoeveel het land kan lenen, wat betekent dat de nieuwe regering slimme ingrepen zal moeten verzinnen.

De krappe begroting zal die opdracht bemoeilijken. Duitsland maakte tijdens de pandemie 400 miljard schulden, en omdat de FDP niet happig is om belastingverhogingen toe te staan of aan de schuldenrem te raken, zal de druk toenemen om te bezuinigen.

Nieuwe lichting

De Duitse politiek zal er levendiger op worden. Het nieuwe parlement is jonger en kleurrijker dan zijn voorganger, en er is een ambitieuze nieuwe lichting linksgeoriënteerde parlementsleden. In mei zullen kiezers in vier deelstaten hun verdict vellen over het nieuwe Duitse politieke landschap. Dat is onder meer het geval in Noordrijn-Westfalen, de grootste deelstaat. Die verkiezingen worden de eerste belangrijke test voor alle grote partijen.

Auteur Tom Nuttal is hoofd van het Berlijnse kantoor van The Economist.

Partner Content