Het Generatiepact is een fiasco

© belga

Van de oorspronkelijke bedoeling van het Generatiepact – langer werken aanmoedigen – is weinig in huis gekomen. Bijna 700.000 vijftigplussers die zouden kunnen werken, doen dat niet.

In het laatste interprofessioneel akkoord afgesproken dat de sociale partners het Generatiepact van 2005 in de Nationale Arbeidsraad (NAR) zouden evalueren en tegen eind deze maand een advies zouden geven aan de ontslagnemende minister van Werk, Joëlle Milquet (cdH).

De gesprekken in de NAR komen dezer dagen op kruissnelheid, maar de standpunten van de vakbonden en werkgevers lichtjaren van elkaar verwijderd staan. Voor de vakbonden – in 2005 nochtans koele minnaars van het Pact, het ABVV was zelfs radicaal tegen – heeft het Generatiepact gewerkt. De werkgevers vinden dan weer dat de doelstellingen niet bereikt zijn en dat nieuwe maatregelen zich opdringen. Wie heeft gelijk?

Slechte Europese leerling

De beste graadmeter om het Generatiepact te evalueren, is de evolutie van de werkgelegenheidsgraad van de 55-plussers. Het pact bepaalde dat de werkgelegenheidsgraad tussen 2005 en 2010 1,5 keer sneller moest stijgen dan het gemiddelde van de oude EU-landen (EU15). Die werkgelegenheidsgraad is in België tussen 2005 en 2010 gestegen van 31,8 procent naar 37,3 procent.

In procentpunten is dat 1,3 keer sneller dan het EU-gemiddelde. De doelstelling is dus niet behaald en volgens het Pact moeten de voorwaarden voor het brugpensioen (zoals de minimumlengte van de loopbaan) dus strenger worden. Is de 1,5-doelstelling niet behaald tegen 2013, dan moet het brugpensioen tegen 2017 zelfs afgeschaft worden, stelt het Generatiepact. Het aantal bruggepensioneerden is ondanks het pact gestegen van 109.018 in 2005 naar 118.869 vandaag. Wel neemt het gewicht van de bruggepensioneerden onder de 60 jaar af.

Naar een bonus-malus?

De discussie over het Generatiepact beperkt zich vaak tot het brugpensioen, maar dat is slechts één vorm van vervroegde uittreding. Tellen we alle stelsels van vervroegde uittreding samen (oudere werklozen die niet beschikbaar zijn, beschikbare werkzoekenden die niet meer worden opgeroepen, vervroegd gepensioneerden…) dan zijn in België 696.124 vijftigplussers niet meer beschikbaar voor de arbeidsmarkt Op basis van al die cijfers vinden de werkgevers dat de systemen van vervroegde uittreding structureel moeten worden aangepakt.

En dat er ook in het wettelijke pensioensysteem moet worden ingegrepen, wat het Generatiepact maar zijdelings deed met de pensioenbonus. Dat is een financieel extraatje voor wie na zijn 62ste blijft werken. Zo’n 48.000 Belgen hebben van het systeem gebruik gemaakt. Het is echter niet duidelijk of die mensen net door de bonus langer aan de slag zijn gebleven. Werkgevers zijn voorstander van de invoering van een malus naast de bonus waarbij vroeger stoppen financieel wordt bestraft. Maar dat is voor de vakbonden onaanvaardbaar. (AM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content