Dit zijn de vijf struikelblokken voor de regering-De Croo
Het coronavirus zal in 2021 veel tijd en energie van de regering-De Croo vergen. Maar zodra de pandemie wordt ingedijkt, zullen de klassieke ideologische spanningen in de bonte coalitie toenemen, zeker over sociaaleconomische thema’s als fiscaliteit, begroting, concurrentiekracht en relance.
Het coronavirus zal ook de eerste maanden van 2021 het regeringswerk beheersen. Er is wel perspectief op beterschap met een gedeeltelijke terugkeer naar de normaliteit in de lente en nog meer in de zomer. Voor de regering-De Croo snijdt dat mes aan twee kanten. Door corona werden de gevoelige sociaaleconomische regeringsdossiers voor maanden in de koelkast gestopt. Straks worden ze er weer uitgehaald. Ze dreigen hindernissen te worden voor een regering van socialisten, liberalen, groenen en CD&V. De Vivaldi-coalitie moet volgend jaar vijf struikelblokken overwinnen.
1 De inhoud en de verdeling van het relanceplan
Duitsland: 120 miljard euro (4% van het bruto binnenlands product). Frankrijk: 100 miljard euro (4% van het bbp). Italië: 200 miljard euro (10% van het bbp). Spanje 140 miljard euro (10,5% van het bbp). In de loop van 2020 maakten verscheidene Europese landen hun relanceplannen bekend. Op het Belgische plan blijft het wachten, deels door de lange regeringsvorming. Als het relanceplan pakweg 5 procent van het bbp bedraagt, gaat het voor België om bijna 25 miljard euro.
Staatssecretaris Thomas Dermine (PS) wil zijn voorstel in maart of april klaar hebben. Hoe dan ook eist de Europese Commissie dat de lidstaten tegen 30 april een duidelijk plan voorleggen. Het kabinet van Dermine werkt samen met de deelstaten aan een investeringsplan in vijf domeinen: vergroening, digitalisering, mobiliteit, solidariteit en productiviteit. Het geld voor het relanceplan moet deels komen van het Europese herstelprogramma. België zou recht hebben op 5,15 miljard euro. Alleen is niet bepaald hoe die middelen over de deelstaten worden verdeeld. Niet onbelangrijk, aangezien de deelstaten een cruciale rol spelen in de overheidsinvesteringen. Al in oktober 2020 liet de Vlaamse regering weten dat ze recht had op 3 miljard, of 58 procent van de 5,15 miljard, “want dat is het Vlaamse aandeel in het Belgische bbp”. De Franstalige deelstaatregeringen repliceerden dat die verdeelsleutel nog niet vaststaat. Er zal dus nog stevig over worden gebakkeleid tussen de Vlaamse regering, de andere regionale regeringen en de federale ploeg. Het wordt op eieren lopen voor premier Alexander De Croo (Open Vld) omdat het om een communautair geladen thema gaat, net nu de federale regering geen Vlaamse meerderheid heeft. Dat kan tot pijnlijke politieke confrontaties leiden.
Zeker de Franstalige liberalen vinden dat met een nieuwe of hogere belasting een rode lijn wordt overschreden.
Een andere hinderpaal is de verleiding – zeker bij de linkse Franstalige partijen PS en Ecolo – om lopende sociale uitgaven te verpakken als investeringsuitgaven en op die manier de sinterklaaspolitiek van de Vivaldi-regering voort te zetten.
2 De verleiding van de sinterklaaspolitiek
Hogere uitkeringen, zeker in de sociale uitgaven, zijn verworven in het Vivaldi-regeerakkoord. Sommige maatregelen, zoals de 200 miljoen euro extra voor het zorgpersoneel, konden op veel begrip rekenen. Dat was al minder het geval met de 10 euro bruto per dag die federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) eind dit jaar snel toekende aan al wie meer dan 52 dagen tijdelijk werkloos is geweest. Kostprijs: 180 miljoen euro. Dat is slechts een klein deel van het totale bedrag dat in 2020 werd uitgegeven voor tijdelijke werkloosheid (3,7 miljard euro), maar het versterkt wel het beeld van een regering met excellenties die zich snel laten verleiden tot een sinterklaaspolitiek.
Dat gebeurt op een moment dat de overheidsfinanciën volledig ontsporen. Dat was door de coronacrisis te verwachten. De overheidsuitgaven zouden in 2020 oplopen tot 59,1 procent van het bbp. Volgens de voorspellingen van de Nationale Bank komt er met het economisch herstel geen einde aan de uitgaventsunami. Ze zullen volgend jaar nog altijd 56,1 procent van het bbp bedragen en de jaren nadien niet onder 55 procent zakken. Het begrotingstekort zal na een dieprode 10,6 procent in 2020 naar 6,8 procent van het bbp dalen in 2021.
De Europese Commissie knijpt voorlopig een oogje toe en de lage rente maakt dat de verleiding groot is om niet af te stappen van de sinterklaaspolitiek. Om de begroting te saneren sprak de Vivaldi-coalitie een vaste inspanning af van 0,2 procent van het bbp, die in 2021 start. Daar komt tot het einde van de legislatuur in 2024 elk jaar 0,2 procent bij. Daarnaast is er een variabele inspanning van opnieuw 0,2 procent per jaar, als de economische groei dat toelaat. Maar die start pas in 2022. Ter vergelijking: voor de regering-Michel was 0,6 procent van het bbp per jaar saneren de doelstelling.
De sanering van de overheidsfinanciën is geen prioriteit, maar wat als België in internationale rapporten steevast bij de Club-Medlanden Spanje, Italië en Frankrijk wordt gezet? Dan zal de druk op de liberalen in de regering toenemen om te pleiten voor meer budgettaire discipline. Wat dan weer moeilijk ligt voor de PS en Ecolo.
3 Belastingverhogingen verpakt als fiscale hervorming
CD&V werd bij het aantreden van de regering-De Croo beschouwd als het vijfde wiel aan de wagen. Dat beeld is ondertussen bijgesteld. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem nam iedereen in snelheid met zijn voorstel voor een nieuwe effectenheffing. Die belasting van 0,15 procent op effectenrekeningen vanaf 1 miljoen euro was beter opgesteld dan de versie van de regering-Michel. De belasting werd politiek verkocht als een manier om de gezondheidszorg van extra miljoenen voorzien. Iedereen gelukkig dus. De socialisten en groenen hadden hun vermogenstaks en voor de liberale partijen was de discussie over nieuwe of hogere belastingen daarmee gesloten.
Alleen gaf Van Peteghem in een aantal interviews mee dat dit niet de laatste fiscale ingreep zou zijn. Tenslotte pleit het regeerakkoord voor “een bredere fiscale hervorming om het belastingstelsel te moderniseren, te vereenvoudigen, meer rechtvaardig, meer neutraal te maken”. CD&V blijft dromen van een dual income tax, die inkomsten uit arbeid progressief belast en alle winsten uit vermogen aan één uniform tarief onderwerpt. De geschiedenis leert echter dat zo’n fiscale hervorming vaak een alibi of een dekmantel is om sluikse belastingverhogingen door te voeren. Dat is een no-gozone voor Open Vld en MR. Zeker de Franstalige liberalen, die veel minder zichtbaar zijn in de regering-De Croo, vinden dat met een nieuwe of hogere belasting een rode lijn wordt overschreden.
De sanering van de overheidsfinanciën is geen prioriteit, maar wat als België in internationale rapporten steevast bij de Club-Medlanden Spanje, Italië en Frankrijk wordt gezet?
4 De concurrentiekracht komt opnieuw onder druk
De voorbije jaren hadden de werkgeversorganisaties niet te klagen over het loonbeleid. Zowel de regering-Di Rupo als de regering-Michel aanvaardde alleen gematigde loonakkoorden, met amper reële loonstijgingen boven op de automatische loonindexering. Met als resultaat dat de loonkostenhandicap die de Belgische bedrijven sinds 1996 hadden opgebouwd ten opzichte van de buurlanden, is weggewerkt.
Maar onder andere het Verbond Van Belgische Ondernemingen (VBO) vreest dat de concurrentiekracht opnieuw onder druk komt. Hoewel de koopkracht van de Belgen tijdens de coronacrisis grotendeels intact is gebleven, voeren de vakbonden de druk op en pleiten ze voor een royaal loonakkoord voor 2021-2022. Na Nieuwjaar wordt daarover onderhandeld in de interprofessionele Groep van Tien. De werkgevers maken zich extra zorgen door de voorspellingen van de Nationale Bank, die de loonkosten in de periode 2021-2023 relatief snel ziet stijgen door de aantrekkende inflatie en de automatische indexering van de lonen. Die inflatie ligt hoger dan in de buurlanden en dus zullen de loonkosten hier sneller stijgen.
De werkgevers in de Groep van Tien (VBO, Unizo, Boerenbond en UCM) zullen niet geneigd zijn in te gaan op de looneisen van de vakbonden, die een substantiële reële loonstijging boven op de index willen. Dreigt er geen sociaal akkoord te komen, dan komt de bal opnieuw in het kamp van de regering. Opgejaagd door de Waalse socialistische vakbond FGTB, zal de PS niet in durven te gaan tegen de vakbondseisen. Anderzijds is de directe lijn tussen premier Alexander De Croo en het VBO bekend. Een clash aan de regeringstafel is niet uitgesloten.
5 Groene luchtballonnetjes en de kernuitstap
Net voor het kerstreces legden de Franstalige groenen van Ecolo een oud verkiezingsdada op tafel: een universele uitkering van 460 euro voor elke jongere tussen 18 en 25 jaar. “Een groep die mentaal zwaar te lijden heeft gehad onder de coronacrisis”, was bij de partij het horen. Aan het voorstel hangt een prijskaartje van 3,2 miljard euro en het werd dan ook onmiddellijk naar de prullenmand verwezen door de coalitiegenoten.
Alleen lijken de Ecolo-politici een abonnement te hebben op vreemde luchtballonnetjes. Zo pleitte de Brusselse minister van Volksgezondheid Alain Maron voor het opkopen van gronden in Vlaams- en Waals-Brabant “om de Brusselse bevolking van eten te voorzien”. Een voorstel dat hij nadien snel introk, maar het bevestigt de indruk dat Ecolo kampt met een gebrek aan politieke volwassenheid. Dat straalt negatief af op de Vlaamse zusterpartij Groen. Een test wordt de realisatie van de plannen voor een vergroening van de energiebevoorrading en de evaluatie van de kernuitstap in november 2021. De andere coalitiepartijen vrezen voor prijsverhogingen en stellen vragen bij de bevoorradingszekerheid.
5 miljard
euro is het bedrag uit het Europese herstelprogramma waar België aanspraak op zou kunnen maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier