De balans: lokale en private spelers kunnen VDAB-taken overnemen

VDAB-kantoor in Sint-Joost-ten-Node | Foto: Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Een nieuwe studie toont aan dat de VDAB er te weinig in slaagt moeilijk te activeren groepen naar een baan te loodsen. Ook de relatie met bedrijven die op zoek zijn naar werkkrachten verloopt stroef. Lokale besturen en privépartners meer betrekken bij de arbeidsbemiddeling kan een oplossing zijn.

De Vlaamse arbeidsmarkt heeft de voorbije jaren een totaal ander gelaat gekregen. De werkloosheid blijft dalen. Het aantal werkzoekenden bedraagt zo’n 180.000. In 2014 zaten we nog aan 250.000. In de voorbije vier decennia is het aantal Vlaamse werklozen gehalveerd. De werkzaamheidsgraad van 77 procent fietst tegen het einde van het decennium richting 80 procent. Het legioen werklozen op zoek naar een baan krimpt dus, maar aan de andere kant neemt het aantal inactieven aan belang toe. Momenteel zijn er in België 1,3 miljoen mensen die geen baan hebben en niet werken, in Vlaanderen zijn dat er 600.000. Het gaat om langdurig zieken, leefloners of huisvrouwen en -mannen.

De Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst VDAB wil ook op die groep focussen, maar een onderzoek van Deloitte en Roland Berger leert dat de organisatie daar tekortschiet. Nochtans ontvangen van de 216.000 mensen die ingeschreven zijn bij de VDAB slechts 109.000 nog een werkloosheidsuitkering. Bij die andere 100.000 vinden we naast leefloners en langdurig zieken ook mensen terug die zich vrijwillig bij de arbeidsbemiddelingsdienst hebben ingeschreven.

Kritiek op VDAB is niet nieuw

Uit het onderzoek blijkt dat de VDAB verschillende rollen krijgt toebedeeld, maar als organisatie niet aangepast is om ze te vervullen. Die kritiek is niet nieuw. In het voorjaar van 2020 publiceerde de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen (SERV) dat de VDAB dat verscholen arbeidspotentieel meer moet aanspreken. “De dienstverlening van de VDAB richt zich momenteel vooral op actieve werkzoekenden. Daarnaast is er echter een grote groep niet-beroepsactieven: zij zijn officieel niet werkzoekend maar wellicht wel werkbereid. Met de juiste begeleiding en omkadering kan ook een groot deel van deze groep naar werk geleid worden. Daar moet de VDAB ook op inzetten.” De activering moet beter en breder.

Ook relatie met werkgevers kan beter

Daarnaast wijst het onderzoek op inefficiënties in de relaties tussen de bedrijven of zoek naar personeel en de VDAB. Wekgevers zouden te snel op een muur botsen wanneer ze openstaande vacatures melden. De VDAB zou te veel de nadruk leggen op de invulling van knelpuntvacatures. Met bedrijven die met personeel werken dat daar niet onder valt, zouden de relaties stroever verlopen.

Blijkbaar overheerst bij de Vlaamse arbeidsbemiddelingsdienst de perceptie dat zij bovenaan staan als kanaal voor het invullen van vacatures. Terwijl onderzoek van Randstad van een paar jaar geleden aantoont dat de meeste jobs via een combinatie van kanalen worden gevonden. Het gewicht van sociale media in het invullen van vacatures neemt toe. Wie werk vindt via de VDAB, Actiris of Forem, doet dat in 32 procent van de gevallen ook via Google, in 40 procent via een uitzendkantoor en in 39 procent via sociale media. Er ontstaat een grote verwevenheid tussen de kanalen. Blijkbaar is de VDAB zich niet bewust van die tendensen.

Ten slotte is er sprake van te veel bemoeizucht van de sociale partners die in de raad van bestuur zitten. Al langer doen verhalen de ronde over vakbonden die druk zetten om bepaalde beroepen het etiket van ‘knelpuntberoep’ te geven. Wanneer de syndicale organisaties dan werklozen begeleiden richting die knelpuntberoepen, betekent dat meer subsidies. “De sociale partners moeten in de raad van bestuur beslissen over tenders waar ze zelf de indiener van zijn”, zegt Vlaams Parlementslid Axel Ronse (N-VA), die kritisch is voor de werking. “Die opdrachten komen dan bij hun eigen dochters terecht, wat een concurrentievervalsing is tegenover de privésector, die die taken ook kan uitoefenen.”

75 miljoen euro aan consultancy-opdrachten

De analyse van wat er mank loopt bij de VDAB is één zaak. Wat met de oplossingen? In liberale kringen wordt al langer een pleidooi gehouden om de arbeidsbemiddelingsdienst te privatiseren. Het Vlaamse budget van 900 miljoen euro en 5.000 werknemers zou niet meer te verantwoorden zijn. Al moet wel vermeld worden dat er een sluipende privatisering aan de gang is, blijkbaar zonder grote efficiëntiewinsten. Vorig jaar gaf de VDAB 75 miljoen euro uit aan consultancydiensten. Dat is 40 miljoen euro meer dan vijf jaar geleden. Niet enkel voor ICT maar ook voor communicatie en strategie, een kerntaak. Als bepaalde taken door consultants worden uitgeoefend, dan kunnen die evengoed rechtstreeks aan private spelers worden toebedeeld.

N-VA denkt aan een volledige regionalisering van het arbeidsmarktbeleid of zelfs de sociale zekerheid als geheel, want voor de activering van langdurig zieken is nood aan een goede communicatie tussen de VDAB en het federale Riziv.

Lokale besturen activeren al leefloners

Een ander spoor, die in het buitenland succes heeft, is het verschuiven of overhevelen van de opdrachten naar steden en gemeenten. In Nederland en Denemarken spelen de lokale besturen een grotere rol bij de arbeidsbemiddeling, en daar ligt de werkzaamheidsgraad een stuk hoger dan in Vlaanderen.

De logica daarachter is dat steden en gemeenten dichter staan bij de groepen inactieven die moeilijk richting een baan te loodsen zijn. Nu al zijn de Vlaamse steden en gemeenten bevoegd voor de activering van 38.000 leefloners. Ze zouden hetzelfde kunnen doen voor bijvoorbeeld laaggeschoolde inactieven. Die mensen zijn vaak minder mobiel (geen eigen wagen) en voor hen zou het interessanter zijn toch aan de slag te gaan bij een lokale werkgever.

Een tegenargument is dan weer dat er in Vlaanderen grote verschillen zijn in de efficiënte activering van leefloners. Grote steden als Antwerpen presteren daarin beter dan kleine gemeentes. Een extra arbeidsbemiddelingstaak voor de lokale besturen betekent ook een grotere druk op het budget van steden en gemeenten. En die staan al jaren onder druk door onder andere hogere pensioenuitgaven voor lokale ambtenaren en meer taken voor de politiediensten. Er kan natuurlijk een deel van het budget van de VDAB naar de lokale besturen worden overgeheveld. Maar dat betekent dan wel een afbouw van het personeelsbestand van de arbeidsbemiddelingsdienst. Al is dat bijna onvermijdelijk als slechts 40 procent van de medewerkers zich met de kerntaken van de VDAB bezighoudt, leert de studie.

Vorige week:

Partner Content